Naast veel biggen ook verbetering vleesvarkensresultaten

Stefan Derks, directeur Klasse Ki kan zijn trots niet onderdrukken, als hij ten overstaande van zijn klanten, melding maakt van de laatste gegevens over de resultaten 2020 uit de Danbred-analyses. „Er is, op de praktijkbedrijven, een verbetering gerealiseerd van 40 gram groei per dag. Genetisch was voorheen circa 20 gram hogere groei te verwachten. De keuzes in het fokkerijprogramma om het belang van de productie-eigenschappen, als groei en voederconversie, te verhogen, betaalt zich uit.”

Klasse Ki ontving de eerste week van juli een groot deel van haar 350 klanten op de locatie van de nieuwe berenstal in Son. Vanuit die locatie, met 220 beren, kan de organisatie circa 4 - 5 miljoen biggen produceren. Het sperma gaat vanuit Son niet alleen naar de directe klanten, het gaat ook voor export naar een groot aantal landen in de wereld.
De organisatie heeft na een dip voor 2016 de laatste jaren de wind duidelijk in de zeilen. Dit dankzij de keuze voor de Duroc-invloed in het fokprogramma. De biggenproductie per jaar is sterk gestegen, waarbij de top 5 van de bedrijven meer dan 40 biggen per zeug per jaar speent. Gemiddeld halen bedrijven in Nederland circa 33-34 biggen per zeugen per jaar, wat duidt dat er nog veel mogelijkheden ter verdere verbetering zijn. „Zeker als je weet dat de bedrijven met de minst goede resultaten onder de 30 biggen per zeug per jaar blijven hangen, kan de kostprijs nog sterk verbeterd worden door domweg betere resultaten te boeken. Bij een investering van 1.500 euro per zeugenplaats is het verschil in kostprijs tussen 30 en 35 biggen circa acht euro per big”, stelt Derks. „Kwantiteit met kwaliteit is onze boodschap.”

Dat geldt zeker ook voor de vleesvarkenshouderij, waar de laatste jaren de verbetering van de technische resultaten een duidelijke lijn naar boven inzet. De Danbred-groeicijfers waar Derks op duidt, geven daarin meer dan voldoende uitdaging. De groeicijfers liggen in deze analyse op 1032 gram per dier per dag. Dat is een gemiddelde groei waar menigeen nog met verbazing naar kijkt. „Tegelijk is een betere groei wel een sleutel tot een verdere verlaging van de kostprijs per dier”, stelt Derks. „We zijn blij dat in het fokprogramma keuzes gemaakt zijn om de voordelen van de vooruitgang meer bij de mesters te krijgen. Daar moet het geld voor de sector verdiend worden.”

Meer ruimte voor zelf afmesten

En in zijn ogen niet minder belangrijk moet een betere groei leiden tot een hogere omloopsnelheid van de varkens in Nederland. „10 procent verbetering leidt tot meer ruimte voor het zelf afmesten van biggen en een lagere afhankelijkheid van de biggenexport. En die komt gegarandeerd meer en meer onder druk door betere zelfvoorziening in de huidige exportlanden en belemmerende transportregels. ”

Naast de technische vooruitgang is de inzet van het Duroc-varken ook van belang voor het kunnen leveren van een betere vleeskwaliteit, met daarbij een meer gewenste donkere vleeskleur. „En de discussie over de berengeur is, dankzij de laatrijpheid van de beren, minder aan de orde”, besluit Derks.