Spek- en spierdikte bepalend voor conditie zeug
Al vijf jaar past ABZ Diervoeding bij zeugen de GMI-techniek toe. Een noodzaak, stelt de voercoöperatie. In de praktijk blijkt immers dat in moderne zeugenbedrijven traditionele voerschema’s, gebaseerd op het gewicht of spekdikte, niet meer volstaan. Deze traditionele voerschema’s blijken niet nauwkeurig genoeg om de daadwerkelijke conditie van zeugen in beeld te brengen. Met behulp van GMI-techniek/echografie zegt ABZ Diervoeding de spek- én spierdikte van zeugen in verschillende stadia van de cyclus wel exact in kaart te kunnen brengen. Deze vastlegging is een grote pré. Immers de spek- en spierdikte geven inzicht in de werkelijke conditie van de zeug. Door vervolgens het voer en voerschema hierop af te stemmen haalt een zeugenhouder het maximale uit z’n zeugen. Volgens de specialisten van ABZ Diervoeding kan dit per zeug jaarlijks 25 euro extra opleveren.
Beschikbare reserves
Inmiddels doet de voerfabrikant al vijf jaar GMI-metingen bij haar zeugenhouders. Daardoor beschikt de voercoöperatie over veel data. Een uitgebreide analyse van deze grote hoeveelheid GMI-gegevens leverde interessante nieuwe informatie op. Jacco Vessies, nutritionist bij ABZ Diervoeding: „Zo zien we dat zeugen de reserves gebruiken die ze beschikbaar hebben: vet of spier. Een vette zeug breekt vet af en een bevleesde zeug breekt spier af. We zien dat driekwart van de zeugen aan het einde van de dracht spier afbreekt. Duiken we dieper in de cijfers, dan blijkt dat vooral de hoogproductieve zeugen (met meer dan 17 totaal geboren biggen) spier afbreken. Dit vormt een echt risico bij moderne zeugen.”
Spierafbraak
De spierafbraak is heel nadelig voor de zeug. Tijdens dit proces komen allerlei schadelijke stikstofverbindingen in het bloed terecht. Dat is ongunstig voor bijvoorbeeld de overleving van de biggen. De metingen van ABZ Diervoeding tonen ook een relatie aan tussen spierafbraak in hoogproductieve zeugen en het aantal doodgeboren biggen. Spierafbraak in de lactatie leidt daarnaast tot een lagere toomgroei en een slechtere rijping van de eicellen. Vervolgens leidt dit tot een mindere uniformiteit en kwaliteit van de volgende worp. Gelet op de duurzaamheid van de zeugen, heeft die ook te lijden onder veel conditie- en spierverlies. Hoe meer biggen een zeug produceert, hoe groter het verlies aan het einde van de dracht en tijdens de lactatie. Vooral jonge zeugen spreken vaak hun spierreserves aan. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat naarmate een zeug tijdens de lactatie meer spier verliest dit ook zorgt voor een langere interval spenen-bronst. Inmiddels zijn ook andere voerleveranciers, evenals onderzoekscentra zoals Schothorst Feed Research, gestart met spier- en spekmetingen.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief
Bron: ABZ Diervoeding