Behandeling coccidiose binnen eerste drie levensdagen effectiever
Coccidiose kan worden veroorzaakt door de parasiet Cystoisospora suis (C. suis). Deze is een belangrijke oorzaak van diarree bij pasgeboren biggen. In de eerste levensweek kunnen biggen besmet worden met coccidiose door het opnemen van oöcysten (eitjes van de parasiet C. suis) vanuit de besmette stalomgeving. Na opname ontwikkelt de parasiet zich in de dunne darm. Dit veroorzaakt beschadiging van het darmslijmvlies en tast de darmfunctie aan.
Biggen krijgen symptomen zoals diarree, uitdroging en een ongelijke en verminderde groei. De meeste symptomen zijn te zien in de tweede levensweek. Na drie tot vier weken is de diarree meestal niet meer zichtbaar. De groeiachterstand blijft vaak wel tot aan de slacht meetbaar, schrijven de Universiteit Wenen en Ceva.
Mestmonsters verzamelen
Tijdens het onderzoek werden de biggen van dertien bedrijven, zowel gesloten- als gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven, behandeld met de actieve stof toltrazuril. Dit gebeurde op een leeftijd van één tot zes dagen. Op elk bedrijf werden mestmonsters verzameld. Deze werden onderzocht op de aanwezigheid van oöcysten en op de ernst van diarree. Daarnaast werd op elk bedrijf een vragenlijst ingevuld over het mangement in het algemeen en ook specifiek over de maatregelen tegen coccidiose, zoals de anti-coccidiose behandeling, het gebruikte product, de dosis en leeftijd waarop de behandeling werd toegediend.
Coccidiose zonder diarree
Uit het onderzoek bleek dat diarree en coccidiose veel voorkomen op varkensbedrijven. Oöcysten werden het meest aangetroffen in mestmonsters zonder diarree. Coccidiose zonder zichtbare symptomen zoals diarree kwam dus veel voor op de onderzochte bedrijven. Mestmonsters genomen op bedrijven waar biggen binnen drie dagen na de geboorte werden behandeld met toltrazuril, bevatten aanzienlijk minder vaak oöcysten dan mestmonsters van biggen die op een later tijdstip (vier tot zeven dagen na de geboorte) werden behandeld.
Mest van biggen die binnen de eerste drie levensdagen werden behandeld, bleek zelfs in 96,2 procent van de gevallen vrij van oöcysten te zijn tegenover 63 procent van de mest van biggen die later werden behandeld. Een behandeling met toltrazuril binnen de eerste drie levensdagen van biggen is dus zeer effectief en aanzienlijk effectiever dan eenzelfde behandeling op een later tijdstip, zo blijkt uit het onderzoek.