Van spaarvarken tot ultiem kringloopdier
De één vertelt dat het spaarvarken uit Engeland komt, waar ze van ‘Pygg’ (oranje klei) ‘Pygg Jars’ (spaarpotten) maakten. Wat later verbasterde tot ‘Piggy Jars’ en vervolgens natuurlijk ook in varkensvorm verscheen. Het andere verhaal gaat over de rol van het varken als het ‘huisdier’, dat gedurende het jaar gewasresten en de etensresten van het gezin opat, waarna het in de winter als belangrijke voedselbron voor de mens diende. Daarmee ging er niets verloren. Wat aan het varken groeide bedierf niet zolang het varken leefde. En na het slachten in het najaar (november slachtmaand) beschikte men in de winter over lekker en gezond voedsel. Alles werd benut. Bovendien was de mest van het varken een welkome meststof om de bodem vruchtbaar te maken. Kortom; circulaire economie in optima forma!
Hoogwaardige voeding
De moderne varkenshouderij is eigenlijk niet veel anders. Een steeds groter deel van het varkensmenu bestaat uit (rest)producten die wij als mensen niet willen consumeren. Denk hierbij aan allerlei schroten en pulpen die overblijven bij het verwerken van landbouwproducten tot voedingsmiddelen of de restproducten uit supermarkten. Bij Voergroep Zuid is dit inmiddels al ruim 40 procent van onze grondstoffen voor varkensvoer. Tellen we daarbij ook de granen die niet aan de kwaliteitseisen voor de humane voedselproductie voldoen, dan loopt de teller op tot bijna 80 procent. Daarmee zijn varkens een heel belangrijke schakel in onze kringloopeconomie. Zij zetten immers tientallen reststromen uit de levensmiddelenindustrie om in hoogwaardig vlees.
Lage CO2 footprint
In onze fabriek in Helmond verwerken wij bijvoorbeeld onverkochte of gebroken koekjes, tarwegries dat ontstaat bij het malen van tarwe en bietenpulp dat vrijkomt bij de winning van suiker. Doordat wij steeds meer weten van de exacte behoefte van het varken om in goede gezondheid goed te groeien, presteren de varkens van onze klanten steeds beter. Steeds vaker groeien ze zelfs meer dan een kilo per dag. En dat bij een steeds lagere voederconversie (kg voer/kg groei). Dit is belangrijk om op een duurzame wijze varkensvlees te produceren. Voor supermarkten en steeds meer consumenten is voedsel met een lage CO2footprint namelijk van belang. En laat varkensvlees uit de moderne varkenshouderij daar nu net heel goed scoren. Zeker als je de footprint per voedingswaarde bekijkt. De footprint van een kilo varkensvlees is per 100 gram eiwit bijvoorbeeld veel lager dan van een kilo spinazie.
Circulair eten
En dan nog even dit.. Onderzoek wijst uit dat veehouderij binnen een circulaire economie zeer welkom is. Door dieren in te zetten als verwerker van onze restproducten is er minder land nodig om in onze eiwitbehoefte te voorzien, dan wanneer we uitsluitend plantaardig voedsel zouden eten. Bovendien is een varkenshaasje of een portie spareribs ook gewoon lekker en gezond. Moderne varkenshouderij is zo gek nog niet!
Tekst: Voergroep Zuid
Beeld: Voergroep Zuid
Bron: Voergroep Zuid