Door voeraanpassing bij vleesvarkens tot 40 procent lagere stikstofuitstoot
Minder stikstofuitstoot in combinatie met een hoger niveau van dierenwelzijn. Dat is de insteek van Resafe-Pig project van de Universiteit voor Diergeneeskunde Hannover, het bedrijf Hölscher und Leuschner en het Instituut voor Landbouwtechniek van de Universiteit van Bonn. Gezamenlijk hebben zij onderzocht hoe varkens op een meer behoeftegerichte en milieuvriendelijke manier kunnen worden gevoerd. Daartoe zijn in het Resafe-project drie verschillende stromingen parallel onderzocht: voedercontrole, eiwitreductie en optimalisering van het aanbod van ruwe vezels.
Niet allemaal gelijk
Het probleem is dat niet alle varkens gelijk zijn. Zo eten sommige meer voer dan ze nodig hebben, terwijl voor andere varkens het voer niet rijk genoeg is om te komen tot optimale prestaties. Normaliter gaat de varkenshouder bij het voeren uit van een gemiddeld dier. In de praktijk zorgt dit ervoor dat sommige vleesvarkens niet optimaal worden gevoerd. Sommige vreten te veel en zetten daardoor te veel vet aan. Voor andere is het verstrekte voer te weinig om optimaal te groeien. In deze praktijkervaring schuilt volgens de onderzoekers een groot potentieel om nutriënten te besparen en gelijkertijd te zorgen voor een lagere stikstofemissie. Varkens zullen daartoe moeten worden herkend en geanalyseerd om ze vervolgens op de individuele behoefte het voer te verstrekken. Dit kan door gebruik te maken van 3D-cameratechnologie in de stal. Daarbij gaan de dieren door een sluis in de stal, waar ze met behulp van 3D-technologie worden gemeten en gewogen. De software herkent het varken en vervolgens krijgt het varken voer afgestemd op haar behoefte.
Ruwe celstof
Tijdens de afmestperiode eet een mestvarken circa 275 kilogram voer. Dit voer bevat ongeveer 7 kilogram zuivere stikstof. Dit is meer dan het varken nodig heeft. Het te veel ervan scheidt het varken weer uit. „Om deze uitscheiding te reduceren is het zaak de werkelijke behoefte voor elk dier zo individueel mogelijk te bepalen en vervolgens de voeding hierop af te stemmen”, legt Cornelia Schwennen van het Instituut voor Diervoeding van het TiHo uit. „In ons project krijgt een dikker varken meer vezelhoudend voer. Dit hogere vezelgehalte in het rantsoen geeft de dieren sneller een verzadigd gevoel, waardoor ze automatisch minder gaan eten. Doordat de dieren geen buitensporige hoeveelheden nutriënten meer opnemen, komen er minder stikstofemissies in het milieu terecht. Bovendien worden voederbronnen gespaard en wordt de veehouderij verbeterd.”
GPS
De ruwe vezels zijn afkomstig uit Gehele Plant Silage (GPS) van granen en mais. Het gebruik van ruwe vezels stimuleert bovendien de fermentatie in de dikke darm en bindt het overtollige stikstof bacterieel, zodat het uiteindelijk geen ongehinderde emissie plaatsvindt. Uit de studies blijkt dat de emissies uiteindelijk tot 40 procent kunnen verminderen door meer ruwe celstof in het voederrantsoen op te nemen.