POV schakelt expert in voor rechtszaak luchtwassers
De Raad van State had zich over de vraag geboden of de overheid de geurrendementen van enkele typen luchtwassers mocht bijstellen. Nadat gebleken was dat deze in de praktijk niet de rendementen haalden waarvoor ze op de lijst stonden. De Raad van State heeft die vraag in juli positief beantwoord in de zaak van de Sprundelse varkenshouder Frans Nouws.
In deze zaak ging het om een aanvraag in 2016, voor uitbreiding van een varkenshouderij (de bouw van twee nieuwe stallen aan de Oosteindseweg in Brabant). Dit project voorziet in twee typen luchtwassers: de biologische combiluchtwasser BWL 2009.12 en de chemische combiluchtwasser BWL 2006.14. Vanuit de POV staat een soortgelijke zaak bij de Raad van State op de rol.
Minder geurreductie
In 2018 is door WUR onderzoek gedaan naar het functioneren van gecombineerde luchtwassers. Conclusie was dat deze luchtwassers minder geurreductie haalden dan verwacht mocht worden. De staatsecretaris van IenW heeft daarop de geurreductiepercentages bijgesteld.
Onvoldoende gefundeerd
POV vindt het bijstellen van de rendementen van combi-wassers op basis van het WUR-onderzoek onvoldoende gefundeerd. Het doel van het WUR-onderzoek was niet om nieuwe geurreductiepercentages vast te stellen, maar om te toetsen of de vastgestelde rendementen in de praktijk werden behaald.
Het is dan ook niet erg wetenschappelijk om op basis van dit onderzoek de rendementen bij te stellen. Het enige dat geconcludeerd kan worden, is dat in een beperkte steekproef met een enkelvoudige meting, niet de gewenste geurverwijdering werd behaald.
