Structuur is de sleutel tot succes bij zeugenbedrijven

Beslismoment voor de dracht

Door te werken met beslismomenten, kun je individueel sturen én creëer je structuur. Wij adviseren onze zeugenklanten om tijdens de lactatie al te bepalen welk voerschema een zeug tijdens de dracht gaat krijgen. Je hebt dan immers het beste beeld van de zeug omdat de biggen er nog bij liggen. Om het juiste voerschema te kiezen, bepaal je eerst de conditie van de zeug en houdt je rekening met de toomgrootte en de kwaliteit van de biggen. Als een zeug bijvoorbeeld vijftien biggen heeft gespeend, krijgt ze later in de dracht een hoog productief voerschema. Als de zeug aan de ranke kant is, zetten we haar tijdens de dracht op het schema voor magere zeugen.

Kleurensysteem voerschema

Je kunt de zeugen met hetzelfde voerschema een kleur geven. Magere zeugen krijgen een rode kleur. Blauw is voor de ‘ruime’ zeugen en groen voor hoog productieve zeugen. Zo kun je de zeugen met hetzelfde voerschema bij elkaar in de groep plaatsen. Het uiteindelijke doel is om een uniforme groep zeugen te creëren in de volgende worp.

Beslismoment na werpen

Op de dag na het werpen komt er een nieuw beslismoment, dan bepaal je welke zeugen een voerschema met een rustige opbouw krijgen en welke er op een piekschema komen. Dit wordt bepaald door verschillende factoren: Is de zeug fit? Heeft ze voldoende én vitale biggen? Vreet ze goed?
Let op: Een piekschema is niet geschikt voor gelten. Het is beter om gelten volgens een geleidelijk schema te voeren.

Eindschema bepalen

Op dag 10-11 wordt het eindschema van de zeug in de kraamstal bepaald. Je kunt op de dosator een krijtstreep zetten, zodat iedereen weet wat het voerniveau wordt van een individuele zeug. Dit voorkomt fouten en maakt het schema makkelijk uitvoerbaar.

Meer melkbeurten door rust

Als de zeugen op dag 10-11 zijn, of na een piekschema op het eindniveau zitten, komen ze in de zogenaamde ruststand. Door deze rust gaan de zeugen meer melkbeurten geven. Dit zorgt voor betere speengewichten van de biggen. Hierbij is het natuurlijk ook belangrijk om rust te creëren bij de biggen zelf. Ons advies is daarom, om 48 uur na de geboorte geen biggen meer te verplaatsen.

Aantal te insemineren zeugen berekenen

Om op efficiënte wijze te berekenen hoeveel zeugen je in een bepaalde week moet insemineren, hebben we een rekenprogramma ontwikkelt. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het aantal aanwezige kraamhokken, het vervangingspercentage, terugkomers en seizoensinvloeden zoals najaarsverwerpers. Op deze manier weet je precies hoeveel zeugen er extra geïnsemineerd moeten worden en hoeveel gelten er klaar moeten staan. Dit is de basis voor een goede structuur.

Gewicht zeugen monitoren

Als je regelmatig de zeugen weegt, kun je nog beter de conditie bepalen. Als je geen mogelijkheid hebt om te wegen, dan kun je de conditie bepalen aan de hand van een scorekaart (zie voorbeeld). Bij het bepalen van de conditie dien je wel rekening te houd en met het type zeug en de genetica.

Jaarplanning

Er zijn veel werkzaamheden die maar enkele keren per jaar uitgevoerd worden. Om deze niet te vergeten, is het makkelijk om een jaarplanning te maken. Daarop kun je de volgende acties inplannen: silo’s reinigen, voerdosators nawegen, wegen van gelten en eerste worp zeugen, spekdikte meten, klauwscores bepalen, voerstations ijken, klimaatinstellingen, waterkwaliteit, aggregaat en koeling controleren, etc.

Interesse?

Wil jij ook je resultaat verbeteren en makkelijker werken door het structureren van werkzaamheden? Wij komen graag langs om advies te geven: Buitendienst Coppens Diervoeding.