Royal GD: stijgende trend in meldingen via Online Monitor over uitval zeugen
Het aantal meldingen via de Online Monitor over verhoogde uitval door gezondheidsklachten bij zeugen neemt sinds drie jaar toe. De stijgende lijn loopt geleidelijk op van twee naar circa acht procent. De GD plaatst wel de kanttekening dat er bij zeugen in het algemeen relatief weinig gezondheidsklachten gemeld worden. De meest gemelde klachten bij zeugen zijn reproductieproblemen
Uit een analyse van het eerste kwartaal van dit jaar blijkt dat de meeste klachten gelieerd zijn aan met het maagdarmkanaal. Daarbij gaat het om draaiingen van maag, darm, lever of milt en omgevolgen van maagzweren. Dergelijke klachten zijn deels gerelateerd aan de voeding of het voersysteem.
Diagnose pathologie | Percentage |
Maagdraaiing | 5% |
Miltdraaiing/ruptuur | 9% |
Draaiing leverkwab/ruptuur | 5% |
Darmdraaiing | 2% |
Darmperforatie/invaginatie | 5% |
Maagzweer/maagperforatie/vernauwing maagingang/verbloeding door maagzweer | 7% |
Hartedood/shock/stress | 15% |
Ook het aantal vragen aan de Veekijkertelefoon over verhoogde uitval bij zeugen is de laatste maanden hoger dan in voorgaande periodes. De vragen komen van dierenartsen, varkenshouders en (voer)voorlichters. Ook hier benadrukt de GD dat verhoogde uitval niet gelijk een groot gezondheidsprobleem is.
Kreupelheid door vitamine D3-gebrek
Daarnaast krijgt de Veekijker varken veel vragen over kreupelheid bij vleesvarkens en opfokzeugen. De GD kreeg geregeld te horen dat de vitamine D3-voorziening van varkens suboptimaal is. Vitame D3 is belangrijk voor de calcium- en fosforhuishouding, maar heeft ook functies binnen het immuunsysteem. Vitamine D3 in varkensvoer is gebonden aan een wettelijk maximum (2000 IU/kg voer) en de vraag is geregeld opgeworpen of dat nog voldoet voor de huidige hoogproductieve varkens. Voor een eerste indruk heeft GD een pilotonderzoek uitgevoerd. Daarbij zijn bloedmonsters onderzocht van slachtvarkens afkomstig van 49 conventionele en 7 biologische vleesvarkensbedrijven.
Uit het onderzoek bleek dat het gemiddeld vitamine D3-gehalte in het serum van de varkens 88 nmol/L bij de conventionele bedrijven en 133 nmol/L bij de biologische bedrijven was. Bij negen conventionele bedrijven was sprake van een concentratie lager dan 75 nmol/L. Anderzijds waren er eveneens negen bedrijven met een gemiddelde vitamine D3-spiegel van boven de 100 nmol/L. Dat verschil hing samen met het gebruik van een specifieke vitamine D3-premix (met calcidiol).
Varkens die buiten lopen, kunnen zelf vitamine D3 aanmaken in de huid onder invloed van UV licht. Bij een concentratie kleiner dan 75 nmol/L is sprake van hypovitaminose en bij waarden onder de 50 nmol/L bestaat een verhoogde kans op pathologie. Boven de 250 nmol/L is er risico op intoxicatie. Met de huidige norm voor vitamine D3 in varkensvoer blijken bij slachtrijpe vleesvarkens voldoende hoge concentraties vitamine D3 in het serum haalbaar te zijn, maar het lukt in de praktijk kennelijk niet altijd. Om ook een beeld te krijgen van andere diergroepen is meer onderzoek nodig.