De valkuilen van PRRS
“Waar we het vaak mis zien gaan is in de biosecurity”, vertelt Anneleen Matthijs, varkensdierenarts bij MSD Animal Health. “Het is in de praktijk gewoon lastig om alle interne én externe biosecuritymaatregelen altijd en onder alle omstandigheden strikt na te leven. Bovendien ben je hierin niet alleen afhankelijk van je eigen personeel, maar ook van iedereen die je bedrijf bezoekt en van toeleveranciers. Als je bijvoorbeeld gelten aankoopt van een schoon bedrijf met een goede gezondheidsstatus, maar de dieren worden getransporteerd in een vrachtwagen die niet goed is ontsmet, kan het alsnog flink misgaan. Door een goed quarantaine- en adaptatieplan op te stellen én strikt na te leven, kun je onder andere dat risico ondervangen. Essentieel bij biosecurity is draagvlak, zowel bij het personeel als bij iedereen die op het bedrijf komt. Als niet iedereen doordrongen is van het belang van het naleven van alle biosecuritymaatregelen geeft dat een fors risico. Door vanuit het management het onderwerp en het belang ervan bij iedereen onder de aandacht te houden, kun je dat risico verkleinen.”
Uw biosecurity verbeteren? Vraag dan gratis onze biosecurityposter aan.
All-in, all-out
Een andere valkuil is het loslaten van het all-in, all-out principe. “Iedereen weet dat je leeftijdsgroepen het best bij elkaar kunt houden, toch zijn er soms situaties die ertoe verleiden om uitzonderingen te maken. Bijvoorbeeld wanneer een dier wat achterblijft, terwijl de rest er wel aan toe is om door te schuiven. Toch is het af te raden om een dier uit de ene groep bij een andere groep, bijvoorbeeld een jongere groep, te plaatsen. In elke leeftijdsgroep circuleren weer andere ziektekiemen en in combinatie met de stress van een nieuw dier in een groep, is dat vragen om problemen”, aldus Anneleen, die het liefst zou zien dat stallen volledig worden leeggemaakt, gereinigd en ontsmet én een periode leegstaan, voordat een nieuwe groep wordt toegelaten. “PRRS kan lang blijven circuleren en zelfs via de lucht worden overgedragen: dat moet je altijd in je achterhoofd houden.” Hoe dan wel om te gaan met dieren die achterblijven of klinische verschijnselen vertonen? “Afzonderen van de gezonde dieren, goed monitoren en in overleg met je dierenarts onderzoek laten doen en behandelen.”
De theorie om PRRS buiten de deur te houden, is heel begrijpelijk en overzichtelijk. Hoe kan het dan dat het soms toch nog mis gaat? “Dat vind ik helemaal niet zo vreemd: PRRS is ontzettend besmettelijk en op vele manieren overdraagbaar, dus iedereen op en rond het bedrijf moet altijd op zijn hoede zijn. Wanneer je bijvoorbeeld vaccineert en er even niet aan denkt om bij een volgende toom een nieuwe naald te gebruiken, kan het al mis gaan. Dat is overigens een risico dat je weer kunt verkleinen door naaldloos te vaccineren, maar alle risico’s voor de volle honderd procent afdichten, dat is onmogelijk. Maar door de risico’s goed in kaart te brengen en daar de juiste maatregelen op te treffen én ervoor te zorgen dat iedereen deze naleeft én door tegelijkertijd immuniteit bij de dieren op te bouwen, is het heel goed mogelijk om PRRS de baas te blijven!”