Betere biggen dankzij vrijloopkraamhok
Arnold Groot Wassink legt uit wat de toegevoegde waarde is van een vrijloopkraamhok, een kraamstal waarin zeug en biggen los kunnen lopen: „Je ziet veel meer interactie tussen de zeug en haar biggen. De varkens zijn ook relaxter ten dan in een traditioneel kraamhok. Dat brengt ons veel werkplezier en het is mooi om te zien.”
Groot Wassink is al bijna twintig jaar werkzaam in het onderzoekscentrum voor de varkenshouderij, waarvan de laatste tien jaar als teamleider. Daardoor was hij nauw betrokken bij de ontwikkeling en de implementatie van de vrijloopkraamhokken.
In 2015 werd een nieuw onderzoekscentrum gebouwd in Voorthuizen. Daarvoor werd een nieuw type vrijloopkraamhok met biggennest op maat ontwikkeld. Het hok van Denkavit is met 7,96 vierkante meter per zeug groter dan een traditioneel vrijloopkraamhok met 5 tot 5,2 vierkante meter per zeug.
Zeug vastzetten
Toen de nieuwe stal met de 72 nieuwe vrijloopkraamhokken gerealiseerd was, kwamen de eerste TN70-zeugen in 2016. „Dat was best wel spannend en uitdagend", weet Groot Wassink nog. „De varkens waren binnen twee dagen gewend. Maar in het begin worstelden we met een hoge uitval bij de biggen door doodliggers. Uit onderzoek bij Varkens Innovatie Centrum Sterksel bleek dat dit het meest gebeurde tijdens de eerste 24 tot 48 uur na de geboorte. Zo lag de gemiddelde uitval in de eerste periode rond 15 procent, waarvan de helft kwam door doodliggers. We hebben van alles geprobeerd: van jutezakken in het biggennest tot het opsluiten van de biggen als de zeug aan het eten is. Maar het bleek allemaal niet te helpen."
Uit eigen onderzoek bleek het effectief om de zeug tijdens de geboorte en drie dagen daarna vast te zetten. „Dat is een gouden greep geweest. We zitten nu met de uitval rond de tien procent, waarvan grofweg maar een derde komt door doodliggers. Het is jammer dat we er nog niet in zijn geslaagd om de zeug 100 procent vrij rond te laten lopen, maar we zijn nog steeds content met de resultaten. Wij gaan voor de hoogste bigoverleving.”
Groot Wassink deelt trots wat resultaten: „In de oude stal met het traditionele kraamhok zaten we op 28 à 29 gespeende biggen per zeug per jaar met de TN20-zeug. Vanaf de vrijloopkraamhokken zijn we gestegen naar 32,5 gespeende biggen per zeug per jaar. Het streven is te groeien naar 33 à 34. Ook de speengewichten zijn omhooggegaan.”
Lees het volledige artikel in de special 'Stalinrichting' in de laatste edtities van Vee & Gewas, Stal & Akker, Veldpost en Agraaf die op zaterdag 11 september verscheen. Ontvangt u één van de regiokranten nog niet? Klik hier om een gratis proefnummer aan te vragen en hier om abonnee te worden.