Naast Circo, PRRS en Mycolplasme kan de PIA-vaccinatie nu ook naaldloos

PIA komt voor op bijna alle varkensbedrijven in Europa en leidt tot vaak onzichtbare schade zoals een slechtere voederconversie en groei. De schade door PIA is gemiddeld 3 tot 5 euro per varken. Wanneer het acute sterfte veroorzaakt, frustreert het de varkenshouder omdat vaak bijna slachtrijpe dieren doodgaan. Deze schade is, in euro’s, echter minder dan de niet-zichtbare gevolgen van PIA. Door te vaccineren tegen Lawsonia intracellularis kan deze schade significant worden beperkt.

Interessanter voor varkenshouders

Voorheen bestond de aanpak uit het strikte hygiëne, ondersteund met het handhaven van een all-in all-out systeem met daarbij liefst een zo strikt mogelijke scheiding van leeftijdsgroepen. Dat maakt dat de besmetting zo laat mogelijk, richting het eind van de mestperiode, optreedt. Ook kan men kiezen voor een enting met een verzwakt levend vaccin Enterisol Ileitis van Boehringer Ingelheim. Dit kan worden toegevoegd aan het water of de brij.

Met deze nieuwe registratie is het aantal ziektes waartegen naaldloos beschermd kan worden echter uitgebreid naar vier: Circo, Mycoplasma, PRRS en PIA. Hierdoor kan het voor menig varkenshouder interessanter zijn om overstappen op naaldloos vaccineren, omdat hij deze techniek dan voor meerdere ziekten en infecties kan toepassen.

Voorkomen van pijn

Door naaldloze huidvaccinatie wordt het voor varkenshouders gemakkelijker om varkens op een diervriendelijke manier te vaccineren. Het voorkomen van pijn is daar een belangrijk onderdeel van. Intradermaal toedienen leidt tot veel minder reactie en stress dan het gebruik van de injectiespuit. In Italiaans onderzoek bleek dat dieren die worden ingespoten vaker, luider en langer schreeuwden dan dieren die intradermaal werden behandeld. Bij de eerste behandeling leidde dat bij 55 procent van de dieren tot een geluidsreactie, bij de andere groep was dat 25 procent. Ook was bij deze dieren minder vluchtgedrag te zien; blijkbaar werden ze minder gealarmeerd door andere dieren dan biggen die met de naald werden ingeënt.

Rustiger werken

Bij alle dieren werd het cortisolgehalte gemeten; een indicator voor stress. Dit was niet verschillend tussen de behandelingen. Wel was in alle gevallen sprake van een verhoging, mogelijk al veroorzaakt door het oppakken. Praktijkervaringen spreken van veel rustiger werken in bijvoorbeeld de kraamstal. De zeugen vertonen minder een opgewonden toestand tijdens de behandeling van de biggen omdat de alarmering geringer is. Ook gaan biggen direct weer aanliggen na een behandeling, terwijl bij een injectie in de spier vaak nog enige tijd een soort opgewonden gedrag wordt vertoond. Ook bij zeugen in groepshuisvesting leidt het in de huid vaccineren tot weinig onrust.