“Splitsuckling bij meer dan de helft van de tomen”
Hoe zorg je ervoor dat je biggen voldoende biest binnenkrijgen bij een groeiend aantal levend geboren biggen?
De toomgroottes nemen toe, zo worden in ruim dertig procent van de tomen twintig of meer biggen geboren. Dat brengt uiteraard ook uitdagingen met zich mee. Bijvoorbeeld in de biestverdeling. Frank: “Een zeug heeft namelijk gemiddeld vier kilogram biest ter beschikking. Aangezien een big behoefte heeft aan 250 gram biest, beschikt de zeug dus over voldoende biest voor zestien biggen.”
Het verkrijgen van voldoende biest voor de big is zeer belangrijk. Biggen die voldoende biest binnenkrijgen groeien namelijk harder in de zoogperiode en hebben minder gezondheidsproblemen, ook na het spenen!
Splitsuckling
Bij meer dan zestig procent van de tomen worden meer dan 15 biggen levend geboren. “Aangezien het functionele aantal spenen bij werpen rond de 15 ligt, raden wij aan om Splitsuckling toe te passen vanaf de zestiende geboren big.” Aldus René.
In de praktijk adviseren we om de eerste vijf geboren biggen aan te strepen. Zodra de zeug klaar is met werpen, en ze heeft meer dan vijftien biggen, altijd Splitsuckling toepassen! De eerder aangestreepte biggen (of de meest vol gedronken biggen) worden afgezonderd in een warm kratje. Na 2 uur wissel je deze biggen met andere vol gedronken biggen en na weer 2 uur maak je een pleegzeug.
Op deze manier verdeel je de biest op een goede en gelijke manier onder de biggen, zelfs wanneer de toomgrootte toeneemt. Wil je meer weten over goed biestmanagement, op de hoogte gehouden worden van studiedagen of wil je meer weten over de bevindingen die René en Frank gedaan hebben door analyses uit de database? Aan de hand van presentaties, foto’s en filmmateriaal komen René en Frank graag langs om hun visie te delen met jou, je studieclub of personeel!
Neem contact op met: René Lemmens (rene.lemmens@voergroepzuid.nl) of Frank van de Pas (Frank.vd.pas@voergroepzuid.nl)
Beeld: Voergroep Zuid
Bron: Voergroep Zuid