Varkensgriep blijft een gevaarlijke dreiging
Managementmaatregel effectief in bestrijding varkensgriep
![Tijdens het behandelen van biggen kan IAV worden overgedragen.](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/04/23/850/bigbehandelen.-detail.jpg)
Onderzoek toont aan dat indirecte overdracht een belangrijke factor is, een factor die afhankelijk is van het management tijdens het werpen en zogen van de biggen. Dit blijk stelt onderzoekr Lopez-Moreno, verbonden aan de Universiteit van Minnesota In de Verenigde Staten. In drie onderzoeken toont hij aan dat meer op hygiëne gericht, management nodig is om de verspreiding van griep vóór het spenen te voorkomen.
In een eerste studie beoordeelde Lopez drie IAV-positieve en niet-gevaccineerde zeugenbedrijven op de interne hygiënemaatregelen in combinatie met het voorkomen van IAV bij het spenen. Hij onderzocht in eerste instantie 120 worpen, waarvan de helft besmet en de andere helft IAV-negatief was. Daarbij werden monsters genomen van de zeugenneus, de uier, van de lucht in de hokken, werden neusuitstrijkjes en bloedmonsters van biggen genomen en werden tevens de handen van medewerkers en hun gereedschap bemonsterd vanaf de dag van werpen tot op dag 18, vlak voor het spenen.
Door interne hygiënemaatregelen rond het werpen, zoals geen wisseling in de zeugengroepen, het niet verplaatsen van biggen tussen tomen en het gebruik van handschoenen, werd de besmetting met het griepvirus vertraagd. Bij het spenen bleek echter een groot deel van de biggen toch besmet te zijn met het virus. Wel ontdekte de onderzoeker dat dat zeugen, tijdens het werpen, geen hoofdbron van besmetting met griep vormden voor de biggen.
Besmetting via de stalwerkers
Tijdens de tweede onderzoek onderzocht Lopez de relatie tussen werkzaamheden voorafgaand aan het spenen en de besmetting met AIV. Daarbij is gekeken of medewerkers en/of hun gereedschap het virus bij zich kunnen dragen en deze vervolgens kunnen overdragen tijdens een vaccinatie en dergelijk. Tijdens het onderzoek kregen de werknemers telkens nieuwe overalls en handschoenen voordat ze een nieuwe actie uitvoerden.
Lopez ontdekte dat de werkzaamheden bij de biggen gepaard gingen met een hoger besmettingsrisico. Daarbij vormden zowel de handen als de overalls een besmettingsbron. Er werd zowel na vaccinatie als na het spenen levensvatbaar virus gevonden op overalls en handschoenen. In de VS hebben nog maar weinig bedrijven hygiëneprotocollen rondom het uitvoeren van de verschillende handelingen of tussen afdelingen.
Effect van vaccinatie
Omdat de maatregelen er veelal niet toe leidden dat niet besmette biggen onbesmet blijven tot aan het spenen, is gekeken naar een combinatie hiervan met het enten van de zeugen. Daarvoor werden van zes IAV-positieve bedrijven, er vijf gevaccineerd en werd tevens strikte hygiëne tijdens het werpen en in de zoogperiode toegepast. Eén groep diende als controlegroep om mogelijke seizoensinvloeden, van de IAV-besmettingsdruk, uit te sluiten.
Drie van de vijf bedrijven, die vooraf overigens al een vrij lage IAV besmetting kenden, werden door de toegepaste maatregelen snel IAV-negatief. Eén bedrijf werd na langere tijd negatief, terwijl het op één bedrijf niet lukte om IAV-vrij te worden.
De onderzoeker concludeert dat interne hygiënemaatregelen en vaccinatie apart niet voldoende zijn om IAV consequent uit te bannen. Wanneer beide strikt worden toegepast heeft dat wel snel effect, waarbij bedrijven met een lage besmettingsdruk het snelst resultaat halen.
Tekst: Henk Wassink
Bron: www.porkbusiness.com