Minister wil limiet voor gasconcentraties in wet- en regelgeving opnemen
De dierenwelzijnsorganisatie presenteerde eind januari een onderzoek waarbij het stelt dat varkens lijden onder een slecht stalklimaat. Volgens de dierenwelzijnsorganisatie worden varkens teveel blootgesteld aan gassen en fijnstof die voor stress, longziektes en pijnlijke ontstekingen kunnen zorgen. Over het rapport schreef directeur Frederieke Schouten van ViN een brief aan het ministerie van LNV.
In het rapport geeft Varkens in Nood ook aan dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) het belang van effectief toezicht onvoldoende zou herkennen en ook zou de instantie zich daarvoor te weinig inzetten. De Inspecteur-generaal (IG) van de NVWA en minister Schouten kunnen zich niet in die conclusie vinden.
Schouten is het wel met Varkens in Nood wel eens dat het huidige beoordelingsprotocol voor het klimaat in varkensstallen niet voldoet. De NVWA heeft haar inspecties de afgelopen jaren uitgevoerd op basis van dit protocol. Het doel hierbij was beter te kunnen handhaven op de open norm die bestaat voor het klimaat in varkensstallen. Het (gebruik van het) protocol blijkt onvoldoende bij te dragen aan effectief toezicht.
Limiet opstellen
De NVWA heeft het ministerie van LNV geadviseerd om voor de meest risicovormende factoren van stalklimaat kwantitatieve doelvoorschriften in wet- en regelgeving op te nemen. Concreet doet de IG daarbij het advies om voor ten minste ammoniak- en kooldioxideconcentraties een limiet in de wet- en regelgeving op te nemen.
Het ministerie gaat in overleg met de NVWA kijken naar een open norm voor het klimaat in varkensstallen. Het wettelijk vastleggen van kwantitatieve normen voor gasconcentraties in de stal zal daarbij het uitgangspunt zijn.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Rijksoverheid