Willy Wolfkamp helpt bij opzet varkensbedrijf in Kenia - deel 3
Dag 7 Dagelijkse verzorging van varkens
Vandaag is een dag bij de varkensstal. De komende uren zal ik samen met Irene de varkenshoudster doorbrengen in en rondom de varkensstal. We praten veel. Over hoe in Nederland varkens worden gehouden, maar ook welke mogelijkheden er in Kenia zijn om een bedrijf op te bouwen. Bovenal praten we over het houden van varkens zelf. Wat is de beste manier om varkens onder de condities van Kenia te verzorgen. Wat komt er allemaal bij kijken en wie gaat de varkens verzorgen als Irene weer teruggaat naar Nairobi. Gelukkig is de moeder van Irene er altijd en loopt ze regelmatig de stal in om te kijken hoe het met de varkens is. Al heeft ze dan nooit varkens gehad, iets in mij zegt dat dit wel goed komt. Er is ook nog een jonge vent, ik denk dat hij een jaar of vijftien is, die de overige beesten verzorgt. Koeien laten drinken uit het meer, zorgen dat ze wat te eten hebben en s, avonds weer naar binnen doen. Dat gaat ook zo met de schapen en geiten. Deze jonge helpt inmiddels ook met de verzorging van de varkens en weet nu ook al hoeveel voer elk van de dieren moet hebben. Er is ook nog een andere vent die ook op een ander bedrijf helpt met de varkens en waarvan wij hebben gezegd dat we hem graag willen hebben als vaste verzorger maar voor deze paar varkens die er nu zijn is hij nog te duur. Er is met hem gepraat en de plannen zijn hem voorgelegd, dus op het moment dat er wordt opgeschaald naar tien zeugen kan hij komen. In de eerste plaats voor de verzorging van de varkens maar ook om er nog een stal bij te bouwen als Irene's farm zover is.
Ik heb natuurlijk ook al over het varkensvoer geschreven en dat de voerverkopers je bedonderen waar je bijstaat. Irene en ik praten dus ook gepraat over de vervolgstap: Het zelf malen en mengen van voer en dit mogelijk in combinatie met het verkopen van kwalitatief goed voer. Hier is vraag naar in Kenia. Vele varkens worden gevoerd of met eenzijdig voer of met voer wat minder geschikt is voor de groep waaraan het wordt gevoerd. Ik vraag aan Irene waar we betrouwbare machines en kwalitatief goede producten kunnen kopen. Daarbij is ook de vraag belangrijk hoe we aan betrouwbare informatie kunnen komen over de samenstellingen van wat er in elk product zit om een voer te maken dat goed en betrouwbaar is. Vele vragen maar de antwoorden zijn nogal lastig. In dit land is alles veel minder goed geregeld en een betrouwbare labeling van grondstoffen met de juiste nutriënten en gehalten is of niet aanwezig of niet echt betrouwbaar. De machines blijken nog het meest gemakkelijk om te realiseren. Deze zijn te koop in Nairobi. We bellen naar een leveranciers van machines en laten ons informeren over een kleine machine, maar we komen er al snel achter dat deze minder geschikt is voor het doel waarvoor wij hem uit eindelijk voor willen gebruiken. Dus richten we ons op een grotere machine die 250 kilogram per uur kan doen en nog redelijk betaalbaar en ook betrouwbaar is. Maar ja, redelijk betaalbaar wil nog niet zeggen dat er geld voor is. We zetten hem op de fictieve lijst van: Ja nodig maar even wachten tot het kan.
We spreken verder over promotie van veevoer, zoals het opzetten van een Facebook pagina. Irene heeft ten slotte PR gestudeerd dus dit moet voor haar een makkie zijn en dat is het dus ook. De facebookpagina is gereed.
https://www.facebook.com/The-Hog-Farm-261772199012433
Het begin is gemaakt en hopelijk komen er mooie foto's op zodat het eindelijke doel, verkopen van voer sneller van start gaat. Ook nu gaat de dag weer heel snel voorbij en is het tijd voor het warme eten. Voor mij toch elke dag weer een soort culinair avontuur en ontdekking van de Keniaanse keuken. Vanavond krijg ik een soort pannenkoeken die verrassend en bijzonder lekker smaken. Na het eten kijken we nog wat televisie gekeken en dat is toch de wereld van verschil met Nederland. De hele televisieavond gaat het erover hoe de landbouw de kartrekker moet zijn voor Kenia. Een land dat financieel behoorlijk aan de grond zit, maar door middel van een grotere landbouwproductie er weer boven op wil komen. Als een Nederlandse boer, die de laatste jaren het gevoel heeft, weggepest te worden, is dit een verademing om naar te kijken. Ik voel me als boer en buitenlander op dat moment meer welkom in Kenia dan in Nederland. Met een glimlach val ik slaap.
Dag 8 Keniaanse waterman zoekt Nederlandse investeerder
De laatste dag bij de varkensstal. Een dag waarop verder niks gepland staat. Uiteraard worden de dieren verzorgd. Ik loop mee en kijk of alles wel gaat zoals is afgesproken. Ik praat met Irene, haar moeder en de jonge man over dingen waarop gelet moet worden maar ook, wat moet er gebeuren als de eerste biggen worden geboren. Er moet nog een onderkruip komen waar de biggen warm bij elkaar kunnen liggen. Verder leg ik hen uit wat er nodig is als eerste behandeling, Dat het belangrijk is dat de biggen snel opdrogen en zorgen dat ze direct biest krijgen. Eigenlijk maak ik me over de verzorgen van zeug en biggen. Van de eerste tot de laatste big gaat er volgens mij altijd wel iemand bij zitten die hulp biedt. Dieren zijn belangrijk in Kenia. Maar ze weten bijvoorbeeld nog niet wat ze moeten doen met de tandjes van biggen. Ik leg ze uit dat ze en hoe ze de puntjes moeten afslijpen om de zeug te sparen. We weten daarnaast ook nog niet of het voer voor voldoende melkproductie van de zeug zorgt. Tanden dus slijpen na 24 uur. De overige behandelingen kunnen wachten tot dag 3, zoals castreren, staarten couperen en ijzer geven, leg ik uit.
De rest van de dag maak ik een stevige wandeling gemaakt. Ik loop door de wijde omgeving over de stoffige paden en na een paar kilometer kom ik de waterman tegen. Deze vent brengt een aantal keren per week water naar de boerderij. Water voor handen wassen en afwas, maar ook om te douchen en zelfs water voor de varkens. Er moet bij de varkensstal nog een bron worden geslagen, maar dit kost zoveel dat dit er voorlopig niet inzit. De waterman kent de varkensstal en vertelt dat er voor de varkens een 8000 liter vat is en dit zorgt ervoor dat er water op de nippels van de varkens staat. Hij legt uit dat hij het water met een kar met drie ezels ervoor rondbrengt. Ik word door hem uitgenodigd binnen te komen om in zijn sobere huisje een bakje koffie te drinken. Hij heeft een heel leuke spontane vrouw of vriendin, is best lastig om het verschil te zien, waar het leuk praten mee is. Al snel komt zijn toekomstdroom op tafel. Een konijnenfarm met een paar honderd voedsters. Hij ziet dat helemaal zitten. Hij wil voor zichzelf en zijn vrouw of vriendin een toekomstperspectief hebben, want het water wegbrengen, levert per vrachtje 300 Keniaanse shilling op. Ongeveer 2,40 euro en daar is hij een paar uur druk mee.
Maar al snel stelt hij de vraag of ik hem hiermee kan helpen. Hij is dringend op zoek naar duizend euro om een eerste stap te maken. Hij weet natuurlijk heel goed dat ik meehelp met het varkensproject en ziet hij zijn kans schoon. Ik heb hem toch wat teleur moeten stellen dat ik zeker nu niet twee projecten tegelijk ga doen. In de eerste plaats het geld dat ik niet heb, maar zeker ook de tijd en energie die in de voorbereiding neb begeleiding gaan zitten. Ik zeg hem dat ik dit nu niet kan, maar wie weet in de toekomst. Ik beloof hem op zoek te gaan naar mensen die mogelijk belangstelling hebben in het project ‘Rabbitfarm’. Natuurlijk moet ik nog even met zijn konijnen op de foto en ik mocht er eentje meenemen. Ik leg hem uit dat ik maandagavond met het vliegtuig terug naar Nederland ga en het onmogelijk is om het konijn dan mee te nemen.
Ondertussen krijg ik verschillende appjes waar ik toch zit. ‘Gewoon, wandelen’ app ik terug. Dit vinden ze voor mij toch te gevaarlijk. Een uurtje later ben ik weer terug op de boerderij en ik moet hen beloven nooit meer alleen te wandelen. Dit is niet zo moeilijk, want het is mijn laatste dag hier. Inmiddels is het tijd om de varkens te verzorgen. Dat wordt dus gedaan. Ook moet er nog voer gemengd worden. We hebben verschillende soorten voer gekregen en hiervan maken we zelf drie verschillende soorten voer. Het blijkt een hele bezigheid te zijn om in totaal 500 kilogram met de hand te mengen en weer in zakken te doen, maar net voor donker wordt, zijn we klaar. De dag is voorbijgesneld en de tijd van eten, douchen en slapen breekt weer aan. Ik duik vroeg het bed in, omdat we morgen in alle vroegte uit de veren moeten.
Dag 9 Achterop de brommer door diepe kuilen
Ik word wakker door de vroege ochtendgeluiden, spring uitgeslapen het bed uit en ga samen met de anderen de varkens voeren en verzorgen. Snel een hapje eten, want om kwart voor zeven komen er twee brommers die ons naar het dorp vervoeren. Het wordt even iets later, maar uiteindelijk arriveren de twee brommers. Ik druk de medewerker even de hand en neem afscheid van moeders. Dat afscheid zal mij nog even bij blijven, besef ik terwijl ik afscheid neem. De moeder is behoorlijk emotioneel dat ik vertrek en ik moet heel plechtig beloven dat ik contact blijf houden om te blijven helpen en moest ook snel weer terugkomen met de woorden: „Willy, tunakuhitaji. Kwaheri na safari njema (Willy, wij hebben je nodig. Tot ziens en goede reis)”. Ik beloof haar dat ik weer terugkom en mee blijf helpen op afstand.
De bagage gaat op één brommer en Irene en ik moeten op de andere brommer. Mijn plek is op de bagagedrager. Ik had eerder altijd tegen hen gezegd dat er voor mij geen extra kosten moeten maken, maar of dit nu mijn bedoeling is? Ik op de bagagedrager van brommer scheurend over een pokdalige zandweg. Het is een koddig tafereel. Gelukkig worden er geen foto’s gemaakt van mij achterop de bagagedrager. Ruim 20 minuten later, sjezend door kuilen en gaten, komen we aan in het dorp.
De bus wacht op ons. De bagage onder in de bus gestouwd en ik zet zelf het mondkapje en ik stap in de oude gammele bus. Soms zie je hier in Kenia bussen over de weg scheuren, die dertig jaar geleden of meer nog in Nederland rondreden. In dezelfde gele kleur en soms zelfs nog met een stadsnaam als Zwolle op de voorkant boven de voorruit. Na een uur van hobbelen en klotsen in de oude bus, kunnen we uitstappen en nemen we plaats in de auto van de zwager van Irene. Hierin staan verschillende 50 liter emmers met geslachte kuikens, die hij in West-Kenia heeft opgefokt, ter plekke slachtte en het grootste deel nu meeneemt naar de hoofdstad Nairobi waar hij woont. Hier verkoopt hij de meeste kuikens, omdat ze in de grote stad behoorlijk meer opbrengen dan in Kizumu. Het ziet er allemaal wel heel netjes en schoon uit.
Dit is een autotrip om nooit te vergeten. Ik zit ruim 9 uur met elkaar in de auto over wegen, die deze naam eigenlijk niet mogen dragen. Wat een aaneenschakeling van gaten, hobbels, kuilen en versmallingen en soms is er zelfs geen weg en hebben mensen hun eigen koers maar bepaald en uitgesleten. Tijdens trip wordt er heel veel gepraat en heel veel gelachen. De ware aard van Irene komt bij tijd en wijle ook naar boven. Ze wilde na al vijf dagen varkenshoudster te zijn, mij vertellen wat ik allemaal al verkeerd heb gedaan. In de voorbereiding waren zaken soms anders uitgelegd dan het in de praktijk gaat. Gebeurt soms zo denk ik dan. Maar voor haar is het even een manier om mij te laten weten dat ze klaar is om het bedrijf te runnen. Ik glimlach en zeg tegen haar dat als ze in de toekomst zo fanatiek blijft, ze zeker nog wel een aantal stappen verder zal gaan met haar bedrijf.
Door het vele praten lijkt de tijd voorbij te vliegen en arriveren we snel bij het huis van de zwager. Hier kunnen we ons op frissen, want deze avond gaan we met de rest van de familie uit naar een disco annex kroeg. Eerst eten we natuurlijk nog even iets en dan stappen we wederom de auto in. Onderweg halen we nog even de andere zus en rijden daarna richting de kroeg. Het is tegen negenen als we aankomen en omdat deze kroeg van een politiefunctionaris is, kan deze gewoon open zijn en openblijven. De avondklok is om 10 uur, maar dat telt niet meer. Het is een prachtige avond met veel muziek en ook veel drank. Gelukkig heeft het bier maar 4% alcohol en is dit voor mij prima vol te houden. Je voelt tussen het gedrang van de Keniaanse dronkaards ook wel ‘veilig’. Er loopt steevast iemand rond met een soort van pistoolmitrailleur op zijn rug. Veilig tussen aanhalingstekens, want de aanwezigheid van een wapen is nu niet bepaald een geruststellende gedachte voor een vreedzame Nederlander. Rond 2 uur wordt de auto maar eens opgezocht en rijden we naar huis. Mijn slaapplek is bij het zoontje van 2 jaar op de kamer.
Tekst: Willy Wolfkamp
Willy Wolfkamp was tot 2018 varkenshouder in Haarle en in Duitsland. Nu is hij asbestsaneerder bij een bouw/asbestbedrijf. Eerder bekleedde hij binnen de ABTB, LTO en de NVV diverse bestuursfuncties. Vanuit de NVV werd hij actief binnen de noteringscommissie en na het stoppen hiervan ging hij als beheerder van een groepje varkenshouders en handelaren door met de Boerenvarkensprijs en Boerenbiggenprijs. Vanuit die groep pleit hij voor een transparante prijsvorming met daarin een duidelijk stem van de varkenshouder.
Beeld: Willy Wolfkamp, Wikimedia, Max Pixel, Ayugi's Hog Farm, Ninara, Flickr)