Column: Promoten van tegenstellingen
Vorige week was het symposium van de 90-jarige Nederlandse Zoötechnische Vereniging (NZV) in Wageningen. Dit soort bijeenkomsten zijn altijd wel leuk. Je ontmoet er veel vak- en studiegenoten dus netwerken gaat vanzelf. Maar goed, er wordt tegenwoordig zoveel genetwerkt (zelfs in de coronatijd) dat er geen reden meer is om naar een dergelijk symposium te gaan. Maar de NZV had een leuk programma gemaakt met goede sprekers en een goede kans voor een leuke discussie.
Zodat we zo weinig mogelijk land nodig hebben voor de productie van voedsel
Zo was er Hidde Boersma; een ecomodernist die ik volg op Twitter (grappig dat je hem dan ook echt denkt te kennen). Hij pleit voor intensieve landbouw, zodat we zo weinig mogelijk land nodig hebben voor de productie van voedsel. Daardoor houden we ruimte over voor natuur en het is gunstig voor de CO2-footprint van voedsel. Landgebruik is immers de grootste bron van de CO2-uitstoot in de agrarische sector. Hij had een goed verhaal en we hadden binnen de workshop een goed gesprek over de toekomst van onze landbouw. Binnen onze bubbel waren we het wel met Boersma eens maar hoe komt het toch dat men dat in Den Haag en Brussel niet ziet? Timmermans kreeg zomaar een grote meerderheid achter zich voor zijn Farm to Fork-beleid; een beleid waarvan wij als zoötechneuten vinden dat het niet werkt.
Kweekvlees
Voor de tweede workshop maakte ik kennis met kweekvlees. Ik ben daar niet enthousiast over want ik denk dat het geen realistisch alternatief is voor echt vlees. Ik sprak spreekster Ira van Eelen, dochter van de ‘uitvinder’ van kweekvlees, voor haar workshop en zij gaf mij interessante inzichten. Ten eerste dat iedereen in ons werkveld bezig is met zaken die hij of zij niet geleerd heeft tijdens de studie. Dat klopt. Ik ben wel met het vak veevoeding bezig, maar op een heel andere manier dan dat ik 25 jaar geleden leerde. Efficiëntie en kwaliteit zijn de belangrijkste doelen van de veehouderij, leerden wij.
Er was natuurlijk wel aandacht voor milieu en dierenwelzijn, maar altijd als onderdeel van een efficiënt systeem. Vandaag de dag is mijn vak veel meer geladen met politieke en maatschappelijke onderwerpen en worden er serieuze offers gedaan om tegemoet te komen aan maatschappelijke wensen. Efficiëntie en kwaliteit zijn niet meer de enige belangrijke onderwerpen.
Kweekvlees aanvullend in plaats van vervangend
Het tweede inzicht was het feit dat kweekvlees aanvullend in plaats van vervangend kan zijn in de vleesproductie. We hebben straks 9 miljard monden te voeden en met alleen veehouderij redden we het misschien niet. Zoals hierboven beschreven, zijn er intensieve productiemethoden nodig en kweekvlees is zeker intensief. Dus naast voeding voor vee is er voor mij misschien ook wel handel in voeding voor kweekvleesreactoren.
Ira daagde me uit breder te kijken dan mijn vakgebied en eens na te denken over de kansen die kweekvleesboerderijen geven. Ik ging dus geïnteresseerd naar haar workshop. Om het publiek beknopt uit te leggen wat kweekvlees nou eigenlijk is, had ze een filmpje meegenomen van Just Meat, een kweekvleesbedrijf uit de Verenigde Staten. Dat filmpje begon met uitleggen hoe zielig kippen zijn in de intensieve veehouderij. Vervolgens wordt er beweerd dat onze kippen zo’n beetje volledig verantwoordelijk zijn voor de ontbossing in Brazilië en doen ze net alsof je tonnen kweekvlees kunt maken uit de cel van één kippenveertje.
Promoten tegenstellingen
Daar ging mijn positieve gevoel het putje in. Waarom deze propaganda laten zien als je je idee wilt verkopen en mensen vraagt te investeren? Je hebt het neerhalen van de gangbare veehouderij toch helemaal niet nodig om een goed idee te verkopen? Zeker niet omdat die veehouderij niet eens je concurrent is, zoals je zelf beweerd. Je had net zo goed kunnen zeggen dat Mercedes een slechte auto is.
Met het promoten van dergelijke tegenstellingen gaat het steeds mis. Ik denk dat we alles nodig hebben voor de productie van genoeg en gezond voedsel en er zijn meerdere markten die door de diverse ondernemers bedient kunnen worden. Waarom vindt Kipster het dan nodig om die andere markt, waar zij toch niet aan willen leveren, in diskrediet te brengen? Waarom wil de Vegetarische Slager, ook nu het Unilever is, de echte slagers zwart maken? Waarom denkt Caring Farmers dat zij de enige boeren met een goed moreel kompas zijn en moeten alle andere boeren hen volgen?
Door dit soort tegenstellingen te benadrukken, komen we niet echt verder. Want we hebben elkaar allemaal nodig om echt het verschil te maken. Een evolutie met innovators en early adapters die de grote massa inspireren, leidt tot een veel duurzamere verandering dan de revolutie waarbij zij die niet meedoen met het hoofd op het hakblok moeten.
Niet praten over nieuw leiderschap maar doen
De politiek zou hier het goede voorbeeld moeten geven. Niet praten over nieuw leiderschap maar doen. Wees eerlijk en duidelijk over de doelen en vind de beste weg er naar toe. Laat dogma’s vallen (zoals halvering van de veestapel) en ga in gesprek met (ervarings-)deskundigen. Ook degenen die misschien niet zo snel veranderen maar vooral de beren op de weg zien. Die beren zitten er namelijk niet zomaar.