Column: Boeren in Afrika hebben baat bij Nederlandse kennis
Deze opmerking zegt veel over deze partij en de manier waarop ze politiek bedrijven. Niet gehinderd door enige kennis en ervaring worden uitspraken gedaan die kant nog wal raken. Heel geniepig wordt het woordje neokoloniaal er nog even bij genoemd. Daarmee wordt onze veehouderij niet alleen weggezet als onprofessioneel, maar ook nog als racistisch. De D66-voorzitter van de Tweede Kamer grijpt natuurlijk niet in. Alles mag daar gezegd worden.
In Afrika is een grote behoefte aan meer en veilig voedsel
Dat laatste ga ik verder niet op in. Hopelijk wordt dat afgestraft door de kiezers. Maar wat wij aan toegevoegde waarde kunnen hebben in Afrika, wil ik wel wat over zeggen. Daar slaat Teunissen de plank namelijk finaal mis en ik zou zelfs willen beweren dat haar uitspraak gewoon asociaal is. In Afrika is namelijk een grote behoefte aan meer en veilig voedsel. Door de toename is de welvaart is er ook meer behoefte aan vlees, melk en eieren. Afrikaanse overheden proberen dat te stimuleren en halen buitenlandse kennis en investeringen graag binnen.
Studiereis naar Marokko
Voor de corona pandemie werd ik genodigd door een Marokkaanse vriend om eens te komen kijken hoe de veehouderij in zijn land is. Ik heb die uitnodiging met plezier aangenomen en maakte een studiereis naar Marokko, een mooi land met volop kansen voor ondernemende mensen. Tijdens mijn week in Marokko heb ik diverse aspecten van de Marokkaanse veehouderij gezien en diverse ontmoetingen met overheidsfunctionarissen gehad.
De overheid is inderdaad blij met buitenlandse kennis en geld. Ze leren liever hoe ze goed vee kunnen houden dan dat ze voedsel moeten importeren. Landbouw is, zoals altijd, een belangrijke basis voor de opbouw van de economie. Want als de boeren groeien, groeit er veel met ze mee. Voerfabrieken, slachterijen, melkfabrieken, transporteurs, adviseurs, universiteiten en nog veel meer. Wat we in Nederland al allemaal hebben opgebouwd, staat in Marokko nog in de kinderschoenen. Maar ze willen graag en de potentie is enorm.
Kunnen de boeren zich dan niet ontwikkelen zonder buitenlandse kennis? Afhankelijk van het ontwikkeltempo dat je wilt, is mijn antwoord ‘nee’. Mijn bezoeken aan diverse boerderijen (groot en klein) bevestigen dat. Het was mooi om te zien dat de boeren heel graag willen. Ze zijn ambitieus en nieuwsgierig. Heel nieuwsgierig naar vooral buitenlandse (en zeker Nederlandse) kennis. Lokale, Marokkaanse specialisten worden niet voldoende vertrouwd.
Gebrek aan kennis en ervaring
Op die boerderijen kwam ik diverse zaken tegen die gewoon niet goed gaan. Geen moeilijke dingen en veroorzaakt door gebrek aan kennis en ervaring. Ik noem een paar simpele zaken.
De snijmais wordt te vroeg geoogst. De boer is bang dat ie verdort als ie bruin wordt. De mais 14 dagen langer laten staan zou een veel betere opbrengst in voedingswaarde geven. Meer output dus met dezelfde input.
De watergift is vaak te laag. Een melkkoe, zeker in zo’n warm land, heeft minimaal 150 liter water per dag nodig. Natuurlijk is het water in Marokko niet zo overdadig beschikbaar als in Nederland maar er zijn goede mogelijkheden om voldoende water bij de koeien te krijgen. Als een boer dan kan beschikken over voldoende water gaat het toch vaak mis in de stal: het water komt niet bij alle koeien. Onvoldoende input voor een goede output.
Koeienvoer is volop te koop. Men moet veel grondstoffen importeren maar er is voldoende beschikbaar. De voerfabrikanten missen echter de kennis of willen die niet delen met de boer. Bij te weinig melkgift wordt geadviseerd meer kilo’s te voeren. Er wordt niet gekeken naar de omstandigheden op het bedrijf en het aanbod van ruwvoer. De boer gaat dus steeds meer en duurder voeren en met wat pech gaan de koeien zelfs minder melk geven. Minder output met meer input.
Boeren in Afrika heel veel baat hebben bij Nederlandse kennis
Deze voorbeelden geven aan dat de boeren in Afrika heel veel baat hebben bij Nederlandse kennis. Zij hoeven niet dezelfde fouten te maken als wij, maar kunnen van ons leren en daardoor grotere stappen zetten. Daarmee zijn ze geen concurrent van de Nederlandse boer want de voedselbehoefte in Afrika neemt zeer hard toe. Ik denk dat die harder groeit dan de productie.
Ik vind het stuitend dat er zo denigrerend over de Nederlandse landbouw wordt gesproken in Den Haag. Wereldwijd worden we geroemd om de kwaliteit van onze landbouw en veel buitenlandse politici kijken jaloers naar ons kleine landje. Laten we nu niet afbreken wat we zo zorgvuldig hebben opgebouwd. Laten we genieten van ons succes en laat de wereld meegenieten. Dat is pas sociaal beleid.