Zeugenhouders lijden zware verliezen in 2021
Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research. Opvallend detail: Nagenoeg alle andere sectoren draaien winst. Varkenshouders, en vooral de zeugenhouders, worden echter geconfronteerd met forse verliezen. In de eerste maanden van 2021 was de varkensmarkt nog gedrukt door onder andere de corona-uitbraken onder het personeel in vooral de Duitse slachterijen. Dat veroorzaakte grote opstoppingen in de verwerking van slachtrijpe varkens en lage opbrengstprijzen.
In het tweede kwartaal is het aanbod van varkens beter verwerkt en werden de prijzen hoger door de grotere afzet naar Azië. Maar door de aanhoudende dreiging van de Afrikaanse varkenspest in Duitsland en als gevolg daarvan het verbod op Duitse export naar China werd het marktbeeld slechter. Vooral in de tweede helft van het jaar zijn de verkoopopbrengsten gedaald door lagere opbrengstprijzen van vleesvarkens en biggen.
Lagere opbrengstprijzen
De prijs voor biggen daalde gemiddeld met 20 procent en vleesvarkens brengen 9 procent minder op vanwege de verslechterde varkensmarkt. Vooral in de tweede helft van het jaar zijn de verkoopopbrengsten gedaald door lagere opbrengstprijzen van vleesvarkens en biggen. Met name de voerkosten per bedrijf zijn fors gestegen door sterk opgelopen voerprijzen (+13 procent) en een groei van de bedrijfsomvang.
Dure grondstoffen
De voerkosten maken meer dan 50 procent uit van de totale kosten op een varkensbedrijf. De voerprijzen zijn al vanaf eind 2020 aan een flinke opmars bezig door duurdere grondstoffen; vooral granen en graanproducten zijn duurder geworden. Dit komt vooral door tegenvallende tarweoogsten in de Verenigde Staten, Canada en Rusland. De prijs van mestafzet is wel gedaald, maar op het gemiddelde bedrijf blijven de kosten vrijwel gelijk op 72.000 euro door meer dieren per bedrijf. Alles bij elkaar stijgen in 2021 de totale betaalde kosten met 154.000 euro per bedrijf.
Zeugen- en de gesloten varkensbedrijven
In 2021 worden voor de zeugen- en de gesloten varkensbedrijven lagere inkomens geraamd. De inkomens van zeugenbedrijven dalen met 164.000 euro naar 136.000 euro negatief per onbetaalde aje. Het inkomen op de gesloten varkensbedrijven is met 78.000 euro negatief per onbetaalde aje, een daling van 21.000 euro, niet zo laag als op de zeugenbedrijven. Alleen de vleesvarkensbedrijven behalen een positief inkomen van 49.000 euro per onbetaalde aje. Dat komt doordat de prijzen van aangekochte biggen sterker daalden dan de verkoopopbrengsten van vleesvarkens.
Grote verschillen tussen sectoren
Akkerbouwers ontvangen hogere prijzen voor de meeste gewassen dan vorig oogstjaar. Ten opzichte van de andere bedrijfstypen bleef de toename van de kosten beperkt. Glastuinders in de sierteelt profiteren van gunstige marktomstandigheden. De omzetstijging was ruimschoots voldoende om de flink gestegen kosten van met name energie, maar ook van arbeid en plantmateriaal, te compenseren.
Bij de glasgroentebedrijven stegen de opbrengsten mee met de kosten, waardoor het gemiddelde inkomen gelijk blijft. Melkveehouders zien hun inkomen licht toenemen, vooral door een hogere melkprijs. Ook pluimveehouders ondervinden last van sterk gestegen voerprijzen en zien hun inkomen dalen, ondanks betere prijzen voor hun producten.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Agrimatie