Abab: voerwinst zeugenhouders flink lager in 2021
2021 was een bijzonder roerig jaar voor de varkenshouderij. De Afrikaanse varkenspest, Covid-19 en de marktperikelen in China hielden de varkensmarkt in de greep. Deze gevolgen kunnen varkenshouders voelen op de rekening-courant. Op ieder bedrijf werd een groot gat geslagen in de voerwinst, zo valt te lezen in de blog van Steenbreker.
In 2020 zal de voerwinst per zeug in 2021 op circa 350 euro zal uitkomen. Dit is een tekort van 250 euro ten opzichte van de landelijke normen. De vleesvarkenshouder zal op een voerwinst uitkomen van rond de 70 euro per aanwezig varken en dit ligt 10 euro onder het uitgangspunt voor de lange termijn.
Fiscale stroppenpot
De bedrijfsadviseur pleit voor een fiscale stroppenpot. Dit houdt in dat in goede jaren fiscale reserves van bijvoorbeeld 250 of 300 euro per zeug aangelegd worden, waarmee de fiscale druk beperkt kan worden. In een ondergemiddeld jaar kunnen deze reserves dan weer ingezet worden om de financiële druk te verminderen.
Dure grondstoffen
Ook hoge voerkosten spelen een grote rol in de mineur waar varkenshouders in zitten, zo maakte Wageningen Economic Research (WUR) eerder al bekend tijdens de jaarlijkse inkomensraming.
De voerkosten maken meer dan 50 procent uit van de totale kosten op een varkensbedrijf. De voerprijzen zijn al vanaf eind 2020 aan een flinke opmars bezig door duurdere grondstoffen; vooral granen en graanproducten zijn duurder geworden. Dit komt vooral door tegenvallende tarweoogsten in de Verenigde Staten, Canada en Rusland. De prijs van mestafzet is wel gedaald, maar op het gemiddelde bedrijf blijven de kosten vrijwel gelijk op 72.000 euro door meer dieren per bedrijf. Alles bij elkaar stijgen in 2021 de totale betaalde kosten met 154.000 euro per bedrijf.
Zeugen- en de gesloten varkensbedrijven
In 2021 worden voor de zeugen- en de gesloten varkensbedrijven lagere inkomens geraamd door WUR. De inkomens van zeugenbedrijven dalen met 164.000 euro naar 136.000 euro negatief per onbetaalde aje. Het inkomen op de gesloten varkensbedrijven is met 78.000 euro negatief per onbetaalde aje, een daling van 21.000 euro, niet zo laag als op de zeugenbedrijven. Alleen de vleesvarkensbedrijven behalen een positief inkomen van 49.000 euro per onbetaalde aje. Dat komt doordat de prijzen van aangekochte biggen sterker daalden dan de verkoopopbrengsten van vleesvarkens.