Column: Nieuwe minister, nieuwe kansen?
Het is dan eindelijk gelukt. We hebben een nieuw kabinet en een nieuwe minister van Landbouw. De oude minister, hoe ironisch, gaat naar armoedebeleid. Eigenlijk hebben we twee ministers want er is nu ook een minister voor Stikstof en in Den Haag ziet men het stikstofprobleem als een landbouwprobleem. Wat ministers betreft is men sowieso royaal geweest want we hebben er erg veel. Er schijnt een verschil te zitten in een minister VOOR en een minister VAN maar wie kan dat nog volgen? Als ik mijn bedrijf zo leidt, lopen de medewerkers gillend weg.
Afijn, betekent deze nieuwe ploeg ook nieuwe kansen? In eerste instantie zou je zeggen van niet. Minister Staghouwer (ChristenUnie) laat optekenen in de krant van 4 januari dat ie helemaal op de lijn zit van zijn voorganger. Dat baart mij zorgen. Hij zegt echter ook dat hij perspectief wil bieden en dat hij het draagvlak voor landbouw in Nederland wil verbeteren. Daarbij ook rekenschap nemend van de goede internationale reputatie die we hebben. Dat is een mooie ambitie want daar is de laatste vier jaar weinig van terecht gekomen.
Perspectief
Sterker nog, wat mij betreft zijn draagvlak en internationale ambities vooral afgebroken. Ik hoop dat Staghouwer hier echt werk van gaat maken en ook perspectief biedt voor boeren die op export gericht zijn, die investeren in moderne technologie en voordeel zien in schaalgrootte. Daarnaast hoop ik dat deze minister het belang van het gehele agrocomplex ziet en snapt dat we wat landbouwbeleid betreft niet alleen naar de boer moeten kijken. Bij ex-minister Schouten kwamen stalbezetters makkelijker aan tafel dan voerspecialisten. En dat, terwijl deze ex-minister de stikstofuitstoot wilde bijsturen met voermaatregelen.
Draagvlak en internationale ambities vooral afgebroken
Dan de minister voor Stikstof, mevrouw Christianne van der Wal (VVD). Hopelijk ziet zij stikstof niet als een deken die over de Nederlandse natuur ligt, zoals haar collega-minister van Klimaat en Energie, Rob Jetten (D66). Ze zou beter naar de feiten moeten kijken. Van der Wal beschikt over een immens budget van 25 miljard euro om de stikstofcrisis op te lossen. Dat is machtig veel geld (waar komt het vandaan?).
Ook zij zegt de boer op te gaan om te leren en te verbinden. Hopelijk legt ze haar oor dan ook te luister bij andere mensen dan NGO’s en bioboeren. Er zijn namelijk veel meer oplossingen die de stikstofuitstoot van de landbouw verminderen dan alleen saneren en extensiveren. Denk aan ander voer, andere stallen, mestverwerking, precisie landbouw etc. En die oplossingen kosten veel minder dan 25 miljard euro. Bijkomend voordeel is dan ook dat de landbouw niet verdwijnt naar andere landen. Dat is goed voor het Europese milieu en onze economie.
Grootste zorg
Mijn grootste zorg wat betreft het ministerie van Landbouw komt echter niet van de kopstukken maar van de ambtenaren. Deze mensen bereiden de stukken van de minister voor en hebben daardoor grote invloed. Bovendien zitten ze waarschijnlijk langer dan vier jaar. Hun politieke kleur wordt bij de sollicitatie natuurlijk niet gecheckt maar als ik hoor dat een heel groot deel vegetariër is, zegt mij dat genoeg.
Ik zag laatst een advertentie van het ministerie van landbouw voor een beleidsmedewerker Duurzame Dierlijke Agro Ketens. Het woordje duurzaam in de titel is suggestief. Willen we in Nederland dan ook niet-duurzame landbouw? In de baanomschrijving wordt meteen gesteld dat we een crisis hebben en dat de landbouw een grote transitie moet doormaken. Verder is de tekst zeer lang en sturend. Niet echt interessant voor iemand die academisch geschoold moet zijn en dus creativiteit en analytische vaardigheden meebrengt. Hier schuilt dan ook het gevaar. De zittende ambtenaren zoeken een collega met hetzelfde profiel als zijzelf. Koppel visie op landbouw even (kort door de bocht) aan het eetgedrag van het huidige team op het ministerie van Landbouw en je begrijpt mijn zorg voor de moderne en grotere landbouwbedrijven.
mensen die kiezen voor een baan in het bedrijfsleven een heel andere profiel dan mensen die kiezen voor een carrière bij de overheid
Nu wil ik niemand te kort doen maar je ziet ook vaak dat de mensen die kiezen voor een baan in het bedrijfsleven een heel andere profiel hebben dan mensen die kiezen voor een carrière bij de overheid. Daar ontstaat dus het grote verschil tussen overheid en bedrijfsleven. Het is goed dat de bewindslieden dit willen overbruggen maar ook zij komen vaak uit een carrière bij de overheid.
Eenzijdigheid
Nu kun je een ministerie niet runnen als een bedrijf, maar ik maak me wel zorgen over de eenzijdigheid van het team op de ministeries. Bij ondernemers spreekt men van zonnekoning gedrag: een leider die zich laat omringen door ja-knikkers en denkt dat ie de wijsheid in pacht heeft. Een dergelijke ondernemer is vaak succesvol (geweest) maar is ongemerkt zijn succes aan het ondermijnen. Zijn team mist de kritische inhoud die nodig is om tot de beste beslissingen te komen. Hij (het zijn vaak mannen) gaat dus failliet of er wordt ingegrepen en hij wordt afgezet. De opvolger moet dan van goede huize komen om het tij te keren.
Hopelijk is de nieuwe leider op het ministerie van Landbouw een sterke leider. Iemand die zijn ambtenaren heel serieus neemt maar ook weet wat er in de praktijk gebeurt en de potentie van onze landbouw van meerdere kanten bekijkt. En daarmee de potentiële kracht van onze landbouw, zeker ook internationaal, benut.