Gemiddelde voeropname biggen zegt niet alles
Opname vast voer voor spenen
Uit onderzoek blijkt dat 30% vaak nog helemaal geen vast voer gegeten heeft voordat ze gespeend worden. Terwijl de opname van vast voer bepalend is voor een goede start van de biggen na spenen. Een te lage voeropname leidt tot darmschade. Bij darmschade kunnen er minder voedingsstoffen worden opgenomen, zullen de biggen minder groeien en neemt de uniformiteit af. Daarnaast kunnen streptokokken en gifstoffen van coli’s gemakkelijker en sneller in het bloed doordringen.
Wist-je-datjes over voeropname voor spenen
- De voeropname van biggen voor het spenen laat veel spreiding zien tussen tomen (0 tot 1.000 gram).
- Het percentage vreters voor het spenen varieert van 6 tot 66% binnen de tomen (op 4 weken gespeend).
- De meeste biggen beginnen met vreten in de laatste week voor spenen (op 4 weken gespeend).
- Het aanbieden van verschillende voeders kan het percentage vreters verhogen.
- Het verstrekken van vast voer bevordert het exploratiegedrag.
Voerstrategie na spenen
In de eerste week na het spenen kijken we eigenlijk maar naar twee dingen: voeropname en mate van diarree. Onderstaand schema laat zien welke vier scenario’s er zijn. Uiteindelijk streven we naar gezonde biggen met een hoge voeropname en geen diarreeproblemen. Wat te doen bij lage voeropname of diarreeproblemen?
Oplossingsrichtingen bij problemen tijdens de speenfase
- Lage opname, diarreeproblemen: voeropname moet gestimuleerd worden. Zet voeders in met smakelijke grondstoffen met beperkt ruw eiwit en extra veiligheid.
- Lage opname, geen diarreeproblemen: voeropname moet gestimuleerd worden. Kies voor luxe voer met een hoog ruw eiwitgehalte en minimale veiligheid.
- Hoge opname, diarreeproblemen: zet een veilig voer in met een laag ruw eiwitgehalte en met extra vezels.
- Hoge opname, geen diarreeproblemen: kies voor een voer met een normaal ruw eiwitgehalte en een beperkte mate van veiligheid.
Punten die extra aandacht verdienen bij keuze speenvoer
Er zijn een aantal punten die extra aandacht verdienen bij de keuze van het speenvoer. Als eerste is de inzet van ontsloten granen belangrijk. Wanneer granen worden ontsloten wordt de verteerbaarheid verhoogd. Speenvoer met ontsloten granen verhoogt de voeropname. Ten tweede is de kwaliteit en de vertering van het eiwit belangrijk. Eiwit wat niet goed verteerd wordt komt in de darmen terecht en zorgt daar voor problemen. Een voorbeeld van een hoogwaardige en goed verteerbare eiwitbron is diermeel.
Diermeel onderdeel van AR Gezond groeien-concept
Doordat AR de voeders voor pluimvee, varkens en rundvee gescheiden van elkaar produceert is AR in staat diermeel te verwerken. Zodra de leveranciers er klaar voor zijn, start AR met de verwerking van deze smakelijke en goed verteerbare grondstof.
Conclusie
Voor een goede start na het spenen is het belangrijk om voor het spenen zoveel mogelijk biggen aan het vreten te krijgen. Na het spenen zijn de voeropname en de mate van diarree bepalend voor de voerstrategie. Het gebruik van diermeel geeft kansen om de darmgezondheid van de biggen te verbeteren.
Meer weten over de voerstrategie bij biggen?
Neem dan contact op met productmanager Eelco van de Hoef. Hij adviseert u graag. Of laat uw gegevens achter via het contactformulier.
Gerelateerde artikelen
Wel of geen prestarter doorvoeren na het spenen?
Geef gespeende biggen een goede start