LTO en POV blijven kissebissen over samenwerking: 'We verliezen leden'
De POV en LTO praten al twee jaar over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Het hete hangijzer is de contributienota. In de oude samenwerkingsovereenkomst was geregeld dat er bij alle drie de groepen gelijke contributie werd geïnd: voor LTO Nederland, de LTO-regio’s en POV. Dat laatste is een discussiepunt voor de producentenorganisatie. Zo wil de POV wil niet meer verantwoordelijk zijn voor het ophalen van LTO-contributie bij varkenshouders die alleen lid zijn van POV.
Op dezelfde voet verder
LTO wil graag doorgaan op basis van de oude samenwerkingsovereenkomst, zo laten de voorzitters van LLTB, ZLTO, LTO Noord en LTO Nederland weten in een gezamenlijke reactie: „Leden van POV en LTO willen dat het belang van het collectief wordt vertegenwoordigd. Of het nou gaat om vergunningverlening, lokale lasten en ruimtelijke ontwikkeling of om de lobby op Brusselse trajecten zoals de Green Deal en handelspolitiek. Uit enquêtes van beide organisaties blijkt bovendien dat de grote meerderheid van de leden de nationale samenwerking in sectoroverstijgend verband – met POV als partner van LTO – als erg belangrijk zien. Verbondenheid op thema’s als emissies, diergezondheid en sociaaleconomisch beleid geeft handen en voeten aan de solidariteit tussen ondernemers, waarbij de organisaties op elkaars deskundigheid en invloed bouwen. Samen schouder aan schouder als één sterk blok. Niet alleen bij het provinciehuis maar juist ook in Den Haag en Brussel. Op die manier gaan we dus graag verder."
Voorzitter Linda Verriet benadrukt dat de POV zeker wil blijven samenwerken met LTO. „Onze leden vragen om een brede samenwerking met partijen, zoals met LTO, maar ook bijvoorbeeld met de vakbonden. Dat blijven wij ook graag doen en bouwen dat verder uit ten dienste van belangen van varkenshouders. Maar, we willen niet meer verantwoordelijk zijn voor het ophalen van LTO-contributie bij leden die er bewust voor kiezen geen LTO-lid te zijn. Dat doen we ook niet voor andere samenwerkingspartners. We werken vanuit inhoud en gemeenschappelijk belang samen.”
Voorwaarden
De voorzitters van LTO en de regionale afdelingen zijn van mening dat varkenshouders momenteel fundamenteel andere zorgen hebben dan ‘gekissebis’ over de samenwerking tussen de POV en LTO. „De situatie in de varkenshouderij is zorgelijk door corona, Afrikaanse varkenspest en hoge voerprijzen. De situatie in Oekraïne komt daar nog eens bij bovenop. Dat draait om iets anders dan de afzender van de contributienota. Als je als POV nieuwe voorwaarden stelt die niet passen bij de brede belangenbehartiging en de manier waarop binnen LTO ook door andere sectorale organisaties wordt samengewerkt, dan lijkt er wat anders aan de hand te zijn. Samenwerking vraagt niet alleen om een overeenkomst op papier, maar om een bepaalde houding en oprechte wil.”
Verriet antwoordt: „Onze leden zijn inderdaad bezig met het eigen bedrijf en zorgen van vandaag, morgen en overmorgen. Zij hebben veel vertrouwen in de koers en belangenbehartiging van POV. Besluitvorming vindt plaats van onderaf, via onze regio’s en ons landelijk bestuur. Daarbij is besloten dat wij onze achterban niet meer verplichten af te dragen voor anderen organisaties. Zij kunnen daar vrijwillig lid van worden. Wij zullen blijven stimuleren dat varkenshouders zowel lid zijn van POV als LTO. Echter is de realiteit dat een groot deel van onze achterban dat niet is en een deel daarvan ook niet wil betalen voor LTO. Zij betalen ook niet voor andere organisaties waar we constructief mee samenwerken. We werken samen vanuit inhoud en expertise van onze medewerkers en bestuurders. En maken elkaar én het geluid daarmee sterker ten dienste van belangenbehartiging voor de varkenshouderij.”
Ze reageert vervolgens op de reactie van LTO dat er ‘wat anders aan de hand’ lijkt te zijn. „Ik heb geen idee waarop gedoeld wordt. We praten al twee jaar over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst en zijn daarbij tegenover LTO altijd duidelijk geweest dat het anders moet en beter moet passen bij moderne belangenbehartiging en wat boeren daarbij wensen. De structuur en manier van POV slaat daarbij aan. Ook andere sectoren kijken met jaloezie hoe wij georganiseerd zijn. Daar horen ook andere afspraken bij dan we afgelopen vier jaren hebben gehad. LTO wenst alles te laten bij het oude. Maar dat doet geen recht aan de organisatie POV en diversiteit van onze leden.”
Regionaal
Drie varkenshouders gaven eerder aan dat ze wel enkel voor een regionale afdeling contributie willen betalen. Ook de POV geeft zelf aan dat een deel van de varkenshouders dat lid is van POV heeft aangegeven lokaal LTO-afdelingen te willen blijven steunen. De producentenorganisatie onderzoekt hoe ze dit kunnen organiseren en nodigen lokale LTO-bestuurders uit om hierover met ons de POV van gedachten te wisselen.
De land-en tuinbouworganisatie reageert op dat voorstel: „LTO is een collectief van regio’s en sectoren. De gezamenlijkheid in belangenbehartiging is het fundament. Er geen keuzemenu waarbij je naar bevinden zaken er uit haalt en verder je eigen weg gaat. Een ‘regionale regeling’, wat dat dan ook zou betekenen, bestaat dus niet."
Leden verliezen
De POV heeft een diverse achterban. Een deel van de achterban heeft moeite met LTO en wil daar niet voor betalen, zo blijkt uit POV-onderzoek. Verriet: „Voor de varkenshouderij is collectiviteit en één varkensgeluid van groot belang. Niet voor niets kent onze organisatie een hoge representativiteit en dat willen we graag behouden. We verliezen leden doordat varkenshouders niet verplicht willen betalen voor LTO, omdat zij niet eens zijn met de koers en geen vertrouwen hebben in de organisatie. Vertrouwen moet je verdienen en kun je niet afdwingen.”
De voorzitters van LTO reageren daarop: „Als POV leden verliest dan is de oplossing – juist ook gezien de uitkomsten van de POV en LTO enquêtes - in ieder geval niet om elkaar los te laten. Bij een koepel van zoveel sectoren in een voor onze sector spannende tijd hoort goed afstemmen, elkaar vertrouwen geven en soms het eigen gelijk durven in te passen in het belang van het grotere geheel. Daarom gaan we graag - ook met onze leden - het gesprek aan om er samen uit te komen.”