Nederland tot nu toe koploper bij aanvragen particuliere opslag varkensvlees

Afrikaanse varkenspest, Covid-19, minder vraag uit China en de situatie in Oekraïne maken dat de varkensmarkt onder druk staat, zo schrijft de commissie. Private opslag moet de markt meer in balans brengen.

De regeling is sinds 25 maart geopend en loopt nog tot 30 april. Voorwaarden zijn dat er voor minimaal 10 ton een aanvraag gedaan moet worden en dat het vlees tijdens de looptijd weer op de markt moet komen. Geïnteresseerden kunnen een verzoek voor 60, 90, 120 of 150 dagen indienen in zeven categorieën. Het grootste deel van het varkensvlees, 8.363 ton, gaat voor een relatief korte periode van zestig dagen de vriezer in; voor de langste periode van vijf maanden zijn er aanvragen voor 1.657 ton.

In totaal is er tot nu toe voor 12.356 ton een verzoek ingediend. Nederland is met 31 procent de koploper in het aantal aanvragen. Daarna volgen Spanje (24 procent), Denemarken en Duitsland (beide 19 procent), Frankrijk (3 procent), België (2 procent) en Zweden (1 procent). De rest van de lidstaten hebben nog geen aanvraag gedaan. De landen die het hardst riepen dat een Europese marktinterventie wenselijk is, (Oostenrijk, Hongarije, Kroatië, Tsjechië, Hongarije, Roemenië Estland en Litouwen) hebben nog geen aanvraag gedaan.

De meeste verzoeken (58 procent) zijn gedaan voor het opslaan van buiken (zonder zwoerd en ribben) gedurende een periode van zestig dagen. Hiervoor moet 348 euro per ton betaald worden.

Geen meerwaarde

Niet iedereen is te spreken over de openstelling van de regeling. Zo ziet de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) er geen meerwaarde in omdat de markt al aantrekt en daarnaast wijst de POV erop dat de subsidie niet bij de varkenshouders, maar bij de indiener van de opslag, de vleessector, terechtkomt.

Ook de Europese landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski gaf eerder al aan geen reden tot het nut van een opslagregeling te zien. Hij stelt dat de vrieshuizen al vol liggen, de ingreep veel geld kost en het een prijsdrukkend effect heeft, omdat het tijdelijk opgeslagen vlees daarna weer terugkomt op de markt. Daarnaast wijst hij erop dat een financiële tegemoetkoming tijdelijk is: na drie of zes maanden zal het vlees alsnog op de markt komen. Dit kan een broos marktherstel weer teniet doen en eventueel averechts werken.