Goede biest basis voor gezonde biggen
Het verbeteren van de biestkwaliteit resulteert in een lagere biggenuitval voor het spenen. De reden hiervan is dat zeugen tijdens de dracht via de placenta geen antistoffen, oftewel immuunglobulinen (Ig’s) doorgeven. Bovendien komen biggen ter wereld zonder verworven immuniteit. Ze beschikken dus niet over een beschermend ‘legertje’ tegen specifieke aanvallers. Daardoor zijn pas geboren biggetjes voor hun eerste verdedigingslinie tegen schadelijke indringers én om warm te kunnen blijven behoorlijk afhankelijk van de opname van biest. Voldoende en kwalitatieve goede biest zijn daarmee van essentieel belang voor de overleving en groei in de eerste dagen na de geboorte.
Antistof
Bij de afweer tegen schadelijke virussen en bacteriën speelt vooral de antistof IgG (immuunglobuline type G) in de biest een belangrijke rol. Volgens ABZ Diervoeding blijkt uit onderzoek dat hoe meer IgG’s biggen kort na de geboorte in hun bloed opnemen, hoe groter hun overlevingskans. Ook blijkt dat dode biggetjes over een lagere IgG-gehalte in hun bloed beschikken dan hun overlevende toomgenootjes. Volgens ABZ Diervoeding wijst dit op een (te) lage biestopname.
Sterke variatie
De colostrum-productie varieert sterk. Uit Belgisch onderzoek blijkt dat deze niet afhankelijk is van de toomgrootte. In ideale omstandigheden krijgen alle biggen 250 ml biest binnen in de eerste 24 uur. Omdat de meeste zeugen tussen de 3.000 en 4.000 gram colostrum produceren, haalt circa 40 procent van de biggen dit in de praktijk niet. Hoe groter de tomen, hoe groter het risico dat biggen onvoldoende colostrum binnenkrijgen voor een optimale weerstand en goede start. „Naast het optimaliseren van biestproductie met het juiste management, voer en voerschema, is ook de kwaliteit van belang”, onderstreept ABZ Diervoeding.
IgG-gehalte
Er bestaan grote verschillen tussen zeugen onderling wat betreft het IgG-gehalte in de biest. Dat gehalte is afhankelijk van onder andere worpnummer, voerregime en immunologische achtergrond. Welke ziektekiemen is de zeug in haar leven al tegengekomen en waartegen heeft ze inmiddels afweer opgebouwd? Deze afweer kan ze via de biest meegeven aan de biggen.
Kwaliteitsbepaling
De uiteindelijke kwaliteit van de biest is niet aan de buitenkant af te lezen, bijvoorbeeld aan de kleur, daarom wordt in de praktijk ook wel de Brix-waarde bepaald. De Brix-waarde geeft een betrouwbare, goedkope en snelle indicatie van de biestkwaliteit. Het kan daarmee een hulpmiddel zijn om de sterfte voor het spenen te verlagen. In een proef op een praktijkbedrijf in de UK werd een ‘biestverbeteraar’ aan het lactovoer toegevoegd, terwijl het Brix-percentage in de periode van 0 tot 10 uur na het werpen werd bepaald. De conclusies van deze proef waren: dat het Brix-percentage snel afneemt na werpen; bij gelten bleef de biestkwaliteit langer op een hoger peil en de zeugen hadden een hogere basiskwaliteit biest.
Gerichte voeding
De kwaliteit van biest is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder voeding. Onlangs deed ABZ Diervoeding samen met Wageningen Universiteit (WUR) hier onderzoek naar. Daaruit bleek dat de biestkwaliteit bij koeien voor 16% beïnvloed kan worden door de voeding vlak voor afkalven. Het overige deel wordt bepaald door managementfactoren. Volgens Jacco Vessies, nutritionist varkens bij ABZ Diervoeding, zijn er ook bij zeugen aanwijzingen dat via de voeding het gehalte aan antistoffen in het colostrum kunnen verhogen. „Dit via speciaal samengestelde voeders die zorgen voor een geleidelijke glucose-afgifte. Die zijn niet alleen beter voor de zeug en de ongeboren biggen, maar ook voor het werpproces, de opstart van de melkproductie én biestkwaliteit”, aldus Vessies.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bron: ABZ Diervoeding