Voorkom hittestress bij varkens met deze tips voor zeugen en biggen
Wat is hittestress en vanaf welke temperatuur treedt hittestress bij varkens op?
Hittestress bij varkens treedt op als de omgevingstemperatuur bóven de thermoneutrale zone van het varken uitkomt en het dier zijn lichaamswarmte niet (goed) kwijt kan. De productie van het dier (melkproductie, groei) daalt dan enorm. De thermoneutrale zone van een varken is begrensd door de onderste en bovenste kritische temperatuur en hangt af van diverse factoren:
- Warmteproductie door het dier zelf (o.a. door het verteren van voer)
- Omgevingsfactoren (zoals luchtsnelheid, relatieve vochtigheid, vloertype, stralingswarmte, aantal dieren in een groep en de hoeveelheid natte huidoppervlakte)
- Leeftijd en gewicht van het dier
- Genetica
- Productiestadium
Bij een omgevingstemperatuur bóven de bovenste kritische temperatuur, ervaren varkens hittestress en passen ze hun gedrag aan om meer lichaamswarmte te verliezen: hijgen, op de roostervloer of de koelere plekken in het hok liggen, contact met soortgenoten vermijden en zichzelf bevochtigen (met modder, mest of urine) om warmte via de natte huid kwijt te raken. Varkens kunnen nauwelijks zweten. Ook eten varkens minder om de warmteproductie (door energieopname via het voer) te verminderen.
Lacterende zeugen voelen zich het meest comfortabel bij een temperatuur onder de 20°C. Dat is echter in de kraamstal vaak niet haalbaar. Bij temperaturen van 23°C en hoger zie je de voeropname van de kraamzeugen dalen. Voor zogende biggen ligt de bovenste kritische temperatuur op 33°C. Biggen van 25 kg ervaren hittestress als de temperatuur boven de 25°C uitkomt.
Met welke klimaatmaatregelen houd je de kraamstal koel?
Jan van den Brink is klimaatspecialist bij ForFarmers FarmConsult en heeft al menig varkensbedrijf van solide en effectieve klimaatadviezen voorzien. Hij heeft een aantal concrete adviezen voor de zomermaanden:
- Zorg voor een zo hoog mogelijke maximale ventilatiecapaciteit
- Zorg voor frisse lucht bij de kop van de zeug
- Haal inkomende lucht zo koel mogelijk binnen
- Isoleer de vloerverwarming van het biggennest
- Stel ‘s zomers een kortere bandbreedte van de ventilator in
- Monteer zonwering voor de ramen
- Isoleer het dak
- Houd de luchtvochtigheid tussen de 40 – 60%.
- Creëer een beschutte ligplek voor de zogende biggen in het kraamhok
Voermaatregelen om hittestress bij lacterende zeugen te beperken
Naast klimaatmaatregelen is het ook verstandig om in voer- en management aanpassingen te doen om hittestress bij lacterende zeugen te beperken. Herjan Klein Leetink, zeugenspecialist, geeft de onderstaande adviezen:
- Schakel over naar geconcentreerder voer
- Water, water, de rest komt later
- Geef voedingssupplementen voor meer weerstand en hogere voeropname
Klimaat- en voermaatregelen tegen hittestress bij zogende en gespeende biggen
Gespeende biggen zullen bij opleg in de biggenafdeling niet zo gauw hittestress ervaren. Maar naar het einde van de opfokperiode toe speelt dit wel degelijk een rol. Aan welke zomermaatregelen moet je denken? Hieronder enkele praktische tips.
- Zorg voor een zo hoog mogelijke maximale ventilatiecapaciteit
- Stel ‘s zomers een kortere bandbreedte van de ventilator in
- Monteer zonwering voor de ramen en isoleer het dak
- Houd de luchtvochtigheid tussen de 40 – 60%
- Voer het speenvoer langer door of kies voor luxere voeders
- Kies luxere voeders
- Voer de zogende biggen extra bij en geef ze langer speenvoer
Handige managementtips voor de zomer
Tot slot hebben we ook nog een aantal managementtips voor de zomermaanden:
- Voer op de koelste tijdstippen en in kleine porties. Verzet de voertijden en zorg dat de zeug al zo veel mogelijk voer op heeft vóórdat het heet wordt in de afdeling. Geef ’s morgens heel vroeg de eerste voerbeurt en vóór 11.30 uur de tweede. Of geef de zeug ’s morgens vroeg en ’s avonds laat te eten. Ook kleinere porties voer in meerdere voerbeurten verstrekken verhoogt de voeropname.
- Laat zeugen en biggen zo veel mogelijk met rust op de warmste momenten. Voer controles en behandelingen het liefst op de koelste tijden uit: vroeg in de ochtend of in de vroege avond. Laat overdag de dieren met rust.
- Houdt de silo’s schoon. Let er in de zomerperiode op dat de silo’s goed leegkomen, zodat er geen voerresten achterblijven. Met warm weer loopt de temperatuur in de silo flink op en kan er broei ontstaan. Zeker als we te maken hebben met koude nachten en warme dagen is de kans op condens in de silo en het aankoeken van voer groot. Gebruik propshot om de silo in de zomer beter schoon te houden.
- Bestrijdt vliegen in de stal. Met madendood in de put voorkom je dat maden zich ontwikkelen tot vliegen. Zorg dat er geen droge korsten ontstaan op de mest in de put of dat vochtige voerresten zich in een hoekje van de stal ophopen. Dit zijn ideale broedplaatsen voor maden.
Klimaatcheck of koeling op jouw bedrijf?
Wil je checken of de klimaatinstellingen voor de zeugen en biggen op jouw bedrijf optimaal zijn? Of wil je meer weten over de mogelijkheden van koeling? Klik op de button hieronder en laat je gegevens achter, dan neemt ForFarmers contact met je op.