Subsidieregeling sanering varkenshouderij kan hoger uitvallen door ruime marges
De Algemene Rekenkamer onderzocht vorig jaar de subsidieregeling en concludeerde toen dat de geurreductie groter had kunnen zijn. Dit jaar onderzocht ARK de maatregelen die de minister van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit (LNV) heeft genomen om hetrisico van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van de Srv te beperken. Twee voorbeeldberekeningen laten volgens de Rekenkamer zien dat er te ruime marges zijn gehanteerd. Dit geldt voor het toekennen van de oppervlakte van de dierenverblijven en het opgeven van de ingebruiknamedatum.
De vergoeding voor het waardeverlies van de dierenverblijven is afhankelijk van de oppervlakte en de ouderdom van het dierenverblijf (zie voorbeeld 1 in kader). Deze moet de varkenshouder bij deelname opgeven. Het ministerie van LNV koos hierbij voor een beoordelingsmarge van vijf procent. Ook afwijkingen die binnen de marge vallen, kunnen impact hebben op de hoogte van het subsidiebedrag. Hoe de meting precies uitgevoerd moet worden, blijkt niet uit de RVO-werkinstructies. Ook is voor de Rekenkamer onduidelijk waarom gekozen is voor een marge van vijf procent.
Voorbeeld 1: marge voor oppervlakte kan leiden tot meer subsidie
De aanvrager geeft aan dat de oppervlakte van een van de dierenverblijven 4.000 m2 is. Aangezien een marge van 5 procent is toegestaan, zou het kunnen zijn dat de werkelijke oppervlakte op 3.800 m2 uitkomt. Het dierenverblijf is gebouwd in 2010. De gecorrigeerde vervangingswaarde voor deze productiecapaciteit is 365 euro per m2. Bij de werkelijke oppervlakte van 3.800 m2 komt de vervangingswaarde voor het dierenverblijf uit op 1.387.000 euro. Maar, door de toegestane marge maakt de aanvrager nu aanspraak op een subsidie van 1.460.000 euro. Dit is 73.000 euro meer.
Ingebruiknamedatum
Voor de subsidie is ook de ingebruiknamedatum van de dierenverblijven een criterium omdat het tarief per m2 afhankelijk is van de leeftijd van die gebouwen. De leeftijd wordt bepaald op basis van de ingebruiknamedatum van de dierenverblijven. Er zijn geen openbare registers voor ingebruiknamedata van gebouwen. RVO heeft daarom de ingebruiknamedatum die de aanvrager opgeeft vergeleken met de bouwdatum. Als het verschil minder dan 1 jaar was, heeft RVO in overleg met het ministerie LNV aangenomen dat de opgegeven ingebruiknamedatum correct was (zie voorbeeld 2 in kader hieronder).
Voorbeeld 2: ingebruiknamedatum kan leiden tot meer subsidie
Stel dat bij de stal uit voorbeeld 1 de aanvrager heeft aangegeven dat hij deze eind 2010 in gebruik heeft genomen. Uit externe bronnen blijkt echter dat het dierenverblijf begin 2009 al bestond. Aangezien 2010 en 2009 maar 1 jaar verschillen, hoeft de aanvrager geen nadere onderbouwing aan te leveren. De vergoeding per m2 wordt bepaald op basis van het aantal maanden dat het dierenverblijf (de productiecapaciteit) is gebruikt. Hoe jonger de productiecapaciteit, hoe hoger de vergoeding per m2. De vergoeding per m2 die de aanvrager nu krijgt, is dan 372,90 euro in plaats van 356,40 euro. Bij een oppervlakte van 4.000 m2 is het waardeverlies dan geen 1.425.600 euro maar 1.491.600 euro. Dat is 66.000 euro meer.
Afwijken van subsidievoorwaarden
Naast de rekenvoorbeelden waarbij mogelijk teveel subsidie kan worden uitgekeerd, is er ook afgeweken van de subsidievoorwaarden. Bij de sloop is het voor varkenshouders verplicht om puin af te voeren, terwijl in de praktijk bleek dat ondernemers het puin soms willen hergebruiken. Als de aanvrager hiervoor toestemming heeft gekregen van de gemeente, is RVO hiermee akkoord gegaan. Deze optie heeft het ministerie niet in de regeling opgenomen, concludeert de Rekenkamer.
Een ander punt is dat er geen handhavingsbeleid is opgesteld. Varkenshouders die deelnemen aan de srv moeten een overeenkomst ondertekenen waarin ze bevestigen dat ze niet opnieuw een bedrijf starten. Dit mag niet op de huidige locatie en ook niet op een nieuwe locatie ergens anders. De minister heeft daarvoor geen handhavingsbeleid opgesteld. Ook is het niet duidelijk hoe en in welke periode gehandhaafd zal worden.
Aanbevelingen
Voor toekomstige opkoopregelingen beveelt de Rekenkamer de minister aam om subsidievoorwaarden zo simpel en controleerbaar mogelijk te maken. Ook adviseert de ARK om gebruik te maken van vastgestelde formats en de overwegingen en gemaakte keuzes vast te leggen. Tot slot draagt de overheidscontroleur als advies aan om handhavingsbeleid op tijd uit te werken en telkens een formeel akkoord te geven op wijzijgingen en afwijkingen van de regeling.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bronnen: Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer