Minder stress bij biggen in verrijkte groepshuisvesting en later spenen
Tijdens de studie, waarin WUR, Topigs Norsvin en Utrecht University samenwerkten en werd gefinancierd door de NWO, werden de varkens blootgesteld aan een aantal stressoren die ook in de conventionele varkenshouderij voorkomen. De varkens in de alternatieve huisvesting bleken hier minder last van te hebben en herstelden zich sneller. Bovendien hadden zij minder chronische stress. „Het stresshormoom cortisol werd bij deze varkens in lagere concentraties gevonden in hun haren”, zegt onderzoeker Séverine Parois. „Deze bevindingen lijken te wijzen op een verhoogd welzijn.’
Natuurlijk gedrag
In het alternatieve huisvestingssysteem bootsten de onderzoekers enkele natuurlijke omstandigheden na die belangrijk zijn voor de natuurlijke gedragsontwikkeling van varkens. De biggen werden na negen weken gespeend in plaats van al na vier weken, en werden samen met andere biggen gehouden tijdens het zogen. Ook na het spenen waren er meer speeltjes voor de biggen. Daarnaast was er strooisel om in te wroeten en hadden ze meer ruimte tot hun beschikking.
Doordat de varkens sneller herstellen van onvermijdelijke uitdagingen, worden problemen voorkomen en kan het gebruik van antibiotica en andere medicijnen in de varkenshouderij verder worden teruggedrongen. Het verhogen van het welzijn door het aanbieden van sociale interactie en verrijking dat beter aansluit bij de natuurlijke behoeften van varkens lijkt een veelbelovende strategie om het welzijn te verbeteren.
Biggen herstellen sneller
„Sneller herstel van ziektes en andere uitdagingen is goed voor het welzijn van de varkens, maar ook voor de boer”, zegt universitair hoofddocent Liesbeth Bolhuis. „Weerbare varkens zouden ook wel eens gezonder kunnen zijn. Dit helpt ons het dier in zijn omgeving te begrijpen. Dat maakt het de moeite waard om na te denken hoe de bestaande huisvesting aan te passen om de natuurlijke gedragsontwikkeling van de varkens te stimuleren.” De onderzoeken hebben niet onderzocht of de biggen na spenen vervolgens ook een betere groei realiseerden en minder gezondheidsproblemen ondervonden. Ook is niet gekeken naar de kosten en baten om biggen op een andere manier te huisvesten.
‘Verrijkt kraamhok vermindert gevoeligheid ziekten en infecties’
In 2016 concludeerde Norbert Stockhofe, onderzoeker van Wageningen Bioveterinary Research in Lelystad, al dat er een correlatie was tussen biggen in een verrijkte omgeving en sociaal gedrag enerzijds en gezondheid en weerstand anderzijds.
In 2016 publiceerde hij een onderzoek ‘Impact of Early life influences on infection and disease’. Het uitgangspunt van dit onderzoek was niet zozeer het vinden van nieuwe huisvestingsystemen, maar welk invloeden een impact in het beginstadium van een big hebben op infecties en ziekten. Daarbij werden 28 biggen in een verrijkte leefomgeving (ruime en met stro bedekte kraamhok van 2,5 meter bij 4 meter) gevolgd en ook een groep van hetzelfde aantal biggen in gangbaar kraamhok (2,5 meter bij 2 meter). Volgens de onderzoeker zijn er drie managementfactoren van belang in de ontwikkeling van ziekten en infecties. Stockhofe: „De omgeving, sociale stress en biologische veranderingen bij de big. Dit is een complex verhaal en waar moet je beginnen? Vroege inmenging in het proces is belangrijk. Dan gaat het over immuniteit van de big, omgeving en sociale factoren.”
Sociale condities
Maar Stockhofe zag een factor die van invloed is op de immuniteit van de big en waar wetenschap en sector eigenlijk nog weinig van weten. „De stalomgeving zoals speelmateriaal en ruimte, maar ook de sociale condities als interacties met andere biggen hebben een effect. Bij mensen met een sociaal verlies zie je de immuniteit ook afnemen. Maar welke invloed hebben omgeving en sociale condities op de immuniteit precies? We weten dat stress bij mensen en ook bij dieren in het laboratorium de gevoeligheid van infecties kan vergroten. Voor landbouwhuisdieren is dat bewijs in de praktijk nog niet geleverd. Er is vooral vanuit dierwelzijn onderzoek naar stress uitgevoerd. Wel lijkt er een bewijs te zijn dat de stress van zeugen een effect op de immuniteit van de big heeft.”
Stress en maagzweren
De invloed van huisvesting komt volgens de Wageningse onderzoeker tot uiting bij de big in de vorm van gedrag, angst, stress, diarree en maagzweren. Een verrijkte omgeving met speelmateriaal en stro kan een positieve invloed hebben. Om dat te testen werd voor een proefopzet gekozen; vier groepen van één zeug en zeven biggen in een verrijkte omgeving en vier groepen in gangbare huisvesting. Na verloop van tijd werden de schotten tussen twee tomen uit de verrijkte hokken weggehaald, zodat de biggen onderling konden socialiseren. Stockhofe laat tijdens de bijeenkomst camerabeelden zien waarop duidelijk te zien is dat de biggen in de verrijkte omgeving rustig op de cameraman reageren, terwijl de biggen in de normale hokken gestresst zijn.
Na het spenen werden de biggen vervolgens ook een verrijkt strohok respectievelijk gangbaar biggenhok gehuisvest. Vier hokken, twee verrijkt en twee gangbaar, werden met PRRSV en APP (Actinobacillus pleuropneumoniae) besmet. Vier hokken werden als controlegroep niet besmet. Zaken als leeftijd van besmetting, genetica, viruskracht en huisvesting/omgeving werden beschreven. Ook werden de afweerstoffen en fysiologische (lichamelijke) factoren gemeten. Op deze manier kon een goede vergelijking worden gemaakt en tevens de combi besmettingen van virus en bacterie gemonitord worden.
Meer verwondingen
De biggen werden op dag 44 met PRRSV en op dag 52 met APP geïnfecteerd. Stockhofe: „Het effect van huisvesting op sociaal gedrag was duidelijk te zien. Er waren meer verwondingen in de gangbare stal; vooral na het spenen en transport. De effecten van huisvesting en sociaal gedrag waren vervolgens ook duidelijk zichtbaar in de infecties en ziekten. De biggen in de gangbare huisvesting gingen vaker liggen en waren minder actief na de ziekte. Er werden ook hogere temperaturen gemeten, die langere aanhielden. Het verschil in infecties was dus duidelijk meetbaar en zichtbaar.”
Stockhofe mat vervolgens de antistoffen in het bloed van de infecties. Ook daaruit bleek dat er in de gangbare huisvesting meer ontstekingen voorkwamen dan in de verrijkte ruime hokken. „We zagen vier dagen na besmetting met het PRRS-virus echter geen verschillen tussen de biggen. Maar in de verrijkte leefomgeving werd het virus sneller afgebroken. Daarnaast kwam naar voren dat het percentage longlaesies bij de biggen in de gangbare hokken op 57 procent lag en bij de verrijkte hokken op 7 procent. Dat is een aanzienlijk verschil. Er komt dus meer schade voor in de longen van biggen uit de gangbare huisvesting.”
Onderzoek praktijkomstandigheden
De Wageningse onderzoeker durfde met deze resultaten te concluderen dat de omgeving en sociaal gedrag een effect heeft op het ontstaan en ontwikkelen van ziekten en infecties. „Het zorgt voor een verminderde gevoeligheid voor bacteriën, maar er is geen effect zichtbaar op de gevoeligheid van virussen. Wel is er een snellere afbraak en zijn de biggen sneller hersteld en actiever.”
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen, Ingrid Sweers
Bronnen: Wageningen University & Research, Research