Verdere daling AVP besmettingen in Europa
Tot en met 23 mei werden vanuit Polen 86, Roemenië 59, Duitsland 50 en Slowakije 47 nieuwe AVP-gevallen bij wilde zwijnen gemeld in de maand mei. In Hongarije werd bij 36 wilde zwijnen het virus aangetroffen, in Litouwen 20, Letland 24. De Duitse gevallen kwamen uit de reeds langer als AVP aangewezen gebieden in de deelstaten Mecklenburg-Vorpommern (6), Saksen (32) en Brandenburg (12). In Italië werden tijdens de verslagperiode nog eens 28 AVP-gevallen buiten Sardinië bevestigd, waarvan binnen 9 nabij Rome. Vanuit Rusland werd één AVP-geval bij wilde zwijnen gemeld. Dat melden de Duitse FLI en het Zwitsers ministerie voor Levensmiddelenzekerheid en dier-aangelegenheden in haar gezamenlijk maandelijks ‘Radar-Bulletin’
Onbekende bron
Over de bron van de AVP-besmetting afgelopen maand op een varkensbedrijf in Baden-Württemberg tast het FLI nog steeds in het duister. Het getroffen varkensbedrijf beschikt over een vrije uitloop die is voorzien van een dubbele omheining. Dit om de varkens te beschermen tegen mogelijke contacten met wilde zwijnen. Bovendien is bij wilde zwijnen in die regio het AVP-virus nog niet aangetroffen. Op basis van de actuele stand van zaken vermoedt het FLI dat het AVP-virus door menselijk handelen op het bedrijf is terechtgekomen. Deze activiteit moet bovendien over een grote afstand hebben plaatsgevonden. De afstand van het besmette bedrijf tot aan de AVP-besmettingen langs de Duits-Poolse grens bedraagt ruim 500 kilometer.
Daling
Een positieve ontwikkeling is dat ook in de maand mei het geregistreerde AVP-gevallen in heel Europa verder daalt. Het FLI waarschuwt echter voor te veel optimisme. Ze wijst daarbij op mogelijke seizoenseffecten. Zo wordt in het voorjaar en de zomer minder gejaagd. Bovendien worden in het groeiseizoen karkassen moeilijker gevonden. Daarnaast blijkt uit de AVP-gevallen in Rome en Baden-Württemberg dat het virus zich over een grote afstand (ruim 500 kilometer) kan verplaatsen en zeker niet alleen via rondzwervende wilde zwijnen. Op basis van deze besmettingen denkt de FLI aan de overdracht via menselijke activiteiten zoals besmet vleesrestanten en het actief voeren van wilde zwijnen.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bron: Friedrich-Loeffler-Institut