ING: Niet alleen varkenssector maar hele landbouw wordt krimpsector

In haar Outlook tekent de ING een enigszins sober beeld van de varkenshouderijsector voor 2022. Door de steeds verder oplopende voerkosten lagen de rendementen in 2021 al ruim onder het langjarig gemiddelde, maar in februari 2022 was er zelfs sprake van rode cijfers. In maart en april volgde dankzij hogere opbrengstprijzen wat herstel, maar daarna verslechterde de marktsituatie weer. Het aanbod is te hoog en de consumptie is gedaald, vooral in Duitsland. De verwachting is dat de markt tot na de zomer slecht blijft. In de zeugenhouderij werden van september tot en met februari vanwege de hoge voerkosten negatieve rendementen behaald. En waar de bruto opbrengstprijzen van varkens boven het langjarig gemiddelde liggen, geldt het tegengestelde voor de biggenprijzen.

Krimp veehouderij voelbaar
In de nasleep van de coronacrisis drukken volgens ING de energie- en grondstoffencrisis momenteel hun stempel op de hele land- en tuinbouw in de vorm van hoge kosten en soms ook recordhoge opbrengstprijzen. Maar vooral de stikstofcrisis blijft de gemoederen bezig houden. Minister voor Natuur en Stikstof Van der Wal heeft de financiële prikkels voor stoppers met productierechten en gelegen nabij Natura2000-gebieden verhoogd. Hiervoor zijn de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV) en de tweede tranche van de Maatregel gerichte aankoop en beëindiging opgetuigd. Zo worden varkens-, pluimvee- en melkveehouders nu voor 100 procent gecompenseerd voor het waardeverlies van de stallen en het verlies van productierechten. Als de vergoeding hoog genoeg is en de vrijwilligheid blijft, verwacht de bank dat er een opleving van het aantal stoppers zal komen, maar mogelijk minder en later dan het kabinet verwacht. Gebruik van de LBV-regeling voor varkens- en pluimveehouders zal waarschijnlijk 100 procent zijn, maar voor melkveehouders valt dat te betwijfelen. Hun toekomstperspectief lijkt beter dan dat in de intensieve veehouderij en bovendien maken de grond- en de fiscale component.
Blijvers missen toekomstperspectief
Maar waar het kabinet een snelle revolutie wil, prefereren boeren volgens de bank een evolutionair proces: de geleidelijke weg. Boeren hebben de afgelopen decennia al tientallen procenten stikstofreductie weten te realiseren. Investeringen in allerlei innovaties op het gebied van voer, mestverwerking en luchtwassers maakten dit mogelijk. Boeren die door willen beseffen dat er nog meer moet gebeuren. Stalinnovaties (Lely Sphere, de JOZ mestkraker), voerinnovaties (Bovaer van DSM), monovergisters en een afrekensysteem op basis van de Kringloopwijzer reduceren de uitstoot van stikstofverbindingen. Echter, de blijvers missen toekomstperspectief nu het kabinet veel meer heeft gereserveerd voor saneren dan voor innoveren, zo stelt de ING.
Landbouwproductie onder druk
In de afgelopen twee coronajaren was er nog sprake van een minimale groei (0,1 procent in 2020 en 0,5 procent in 2021), maar de verwachting van de ING is dat 2022 een krimpjaar wordt. In het eerste kwartaal daalde het productievolume met bijna 2 procent, na ook in het vierde kwartaal van 2021 al te zijn gedaald. Het perspectief voor de rest van het jaar is bovendien ongunstig. Het kabinet stuurt aan op inkrimping van de veestapel, waardoor er al enige tijd druk ligt op de productievolumes in de veehouderij. Daar zijn de hoge energieprijzen ten gevolge van de oorlog in Oekraïne bijgekomen, die de marges en het aanbod in glastuinbouw en veehouderij onder druk zetten. In de legpluimveehouderij zorgt bovendien de vogelgriep voor productie-uitval. Naar verwachting komt de totale volumedaling in de agrarische sector dit jaar uit op 1,5 procent, terwijl ook voor de komende jaren krimp in het verschiet ligt.
Voedingsinflatie fors toegenomen
Naast de Nederlandse perikelen ziet de ING dat de wereldwijd fors opgelopen grondstoffen- en voedselprijzen zich manifestere in de FAO-index. Deze was in maart hoger dan ooit en hoewel er in april en mei sprake was van een lichte daling, is het niveau nog altijd liefst 75 procent hoger dan twee jaar geleden. Voor oliezaden is dat zelfs het drievoudige en de vlees- en graanprijzen stegen in mei nog verder naar nieuwe recordhoogtes. Ook in Nederlandse supermarkten zijn de prijsstijgingen van voedsel inmiddels doorgesijpeld. De voedingsinflatie steeg volgens het CBS in acht maanden tijd van 0,0 procent jaar-op-jaar naar 9,2 procent (in mei). De prijstoename van varkensvlees (+14 procent), pluimveevlees en eieren (+13 procent), kaas en halfvolle melk (+11 procent) en aardappelen (+10 procent) was sterker dan gemiddeld, die van groenten (+9 procent) en brood en volle melk (+7 procent) iets lager. In de voedingsmiddelenindustrie was in de stijging van de verbruiks- en afzetprijzen nog hoger: +22 procent respectievelijk +21 procent jaar-op-jaar (in april).

Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: ING