Antibioticagebruik varkenshouderij verder afgenomen
De melkveesector laat sinds 2014 een stabiel, laag gebruiksniveau zien. Het antibioticumgebruik in de vleeskalversector is nagenoeg gelijk aan 2020. Het antibioticumgebruik in de kleinere sectoren zoals kalkoenen en konijnen neemt in de loop van de tijd af, maar laat van jaar tot jaar sterke fluctuaties zien. Voor het eerst wordt het gebruik op een groot deel van de Nederlandse melkgeitenbedrijven gerapporteerd. De eerste analyses laten een laag gebruik van antibiotica in dit deel van de geitensector zien.
De verkoop van antibiotica is ten opzichte van het referentiejaar 2009 verder gedaald naar 70,8 procent. Nog steeds wordt er weinig gebruik gemaakt van antibiotica die als laatste redmiddel worden ingezet in de humane gezondheidszorg (fluorochinolonen en 3e en 4e generatie cefalosporinen). Het gebruik van polymyxines ( colistine) is met 21,2 procent afgenomen.
Zeugen, biggen en vleesvarkens
Zeugen/biggen en vleesvarkens hebben een laag gemiddeld antibioticumgebruik. Bij zeugen/biggen is het gebruik afgelopen jaar afgenomen met 9,6 procent, bij vleesvarkens met 19,6 procent. Toch komen bedrijven, waar het gebruik enkele malen hoger ligt dan het gemiddelde gebruik, nog regelmatig voor. Op deze bedrijven worden verdere inspanningen verwacht om het gebruik te verlagen tot een niveau onder de benchmarkwaarde voor aanvaardbaar gebruik. Het percentage bedrijven met een gebruik boven de SDa-actiewaarde is afgenomen tot minder dan 20 procent.
Speenbiggen
Het mediane gebruik bij speenbiggen is afgenomen van 9,5 DDDAF naar 6,9 DDDAF (dierdagdosering). Het gemiddelde gebruik is gelijk gebleven, dit wordt veroorzaakt door enkele bedrijven met een extreem hoog gerapporteerd gebruik. De verdeling van het antibioticumgebruik bij speenbiggen heeft een zeer lange staart. Dit betekent dat zeer hoog gebruik regelmatig voorkomt op bedrijven waar veel problemen zijn met infectieziekten. Ook zeer laag gebruik (minder dan één dierdagdosering) of nulgebruik komen regelmatig voor. Het percentage bedrijven met een structureel hoog gebruik is afgenomen van 16,1 procent naar 13,8 procent, maar dit blijft relatief hoog. De voorlopige benchmarkwaarde is voor de speenbiggen vastgesteld op 20 DDDAF. Van de bedrijven met speenbiggen heeft 21 procent een gebruik boven de voorlopige actiewaarde van de SDa, vorig jaar was dit 28 procent.
Perspectief voor verdere afname
Verdere vermindering van het antibioticumgebruik en verlaging van het risico op vorming van antibioticumresistentie zal vooral moeten komen van bedrijven met een structureel hoog gebruik. Er zijn nog bedrijven waar het gebruik boven de benchmark ligt en dierenartsen die structureel meer voorschrijven dan hun collegae. Met de introductie van de nieuwe benchmarksystematiek voor dierenartsen hebben de sectoren en de dierenartsen afgesproken gezamenlijk op te trekken in het aanpakken van deze problematiek en zijn er per sector plannen daarvoor gemaakt. De resultaten van 2021 zijn positief en bieden perspectief voor een verdere afname van het gebruik van antibiotica waarbij de focus blijft liggen op de structureel hoog gebruikende bedrijven en hun dierenartsen.
Colistine
Het totale gebruik van colistine in de dierhouderij is in 2021 met 21,2 procent gedaald. Het gebruik was over de periode 2017-2020 gestegen met 62,1 procent. SDa is positief over de ingezette daling en verwacht dat hier in 2022 een vervolg aan wordt gegeven. Colistine is van groot belang voor de humane gezondheidszorg waardoor het veterinair gebruik tot een minimum moet worden beperkt. De afname valt grotendeels toe te schrijven aan de varkenssector waar het gebruik met 271,0 kg (23,1 procent) is gedaald. Afgelopen jaar is de varkenssector, samen met het ministerie van LNV en dierenartsen, een project gestart om het colistinegebruik te verminderen. De varkenssector blijft de sector met het hoogste colistinegebruik. Binnen de varkenssector wordt het merendeel van de colistine gebruikt voor behandeling van infecties door enteropathogene E. coli. 90,2 procent van het colistinegebruik in de varkenssector wordt gebruikt bij speenbiggen, 6,7 procent bij zuigende biggen en 3,2 procent bij vleesvarkens. Op 26,4 procent van de speenbiggenbedrijven is colistine gebruikt. Het gemiddelde colistinegebruik op alle speenbiggenbedrijven is 1,74 DDDAF, terwijl het gemiddelde colistinegebruik op alleen de bedrijven waar colistine is ingezet 6,58 DDDAF is. Bij zeugen en zuigende biggen wordt ook regelmatig colistine ingezet, namelijk op 446 bedrijven (29,8 procent), maar het gemiddelde gebruik is laag.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: SDa