Jonge varkenshouders over het managen van grote tomen: '12 euro per big winnen'
Dat de regen tijdens het DuRock-festival met bakken uit de lucht kwam, was niet te merken aan de 150 aanwezigen. De sfeer onder de jonge varkenshouders, van tussen de achttien en dertig jaar, was opperbest. Terwijl een aantal jonge boeren met elkaar ervaringen uitwisselen over het optimaliseren van de resultaten in de kraamstal, zijn een aantal anderen aan het spijkerslaan; een oer-Hollandse traditie. Omstanders schouwen dit met een brede glimlach aan.
Het festival stond in het teken van elkaar ontmoeten en kennis delen. Dit deden ook vier jonge varkenshouders. Zij gaven allemaal een eigen lezing over het managen van grote tomen (20 tot 24 levendgeboren biggen per zeug), waar ze zelf ook ervaring mee hebben. Dit ging over verschillende onderwerpen: van het biestmanagement tot split sucklling en ook het gebruik van pleegzeugen kwam aan bod.
Zoals het een echt festival beaamd, werd de avond afgesloten met een aantal Dj’s die de bezoekers aan het dansen zette tot in de late uurtjes. Vanwege het enthousiasme onder de jonge varkenshouders, is het festival volgens de organisatie zeker voor herhaling vatbaar.
Split suckling: 'De biggen die voldoende biest hebben gehad zetten we een paar uur apart'
Gijs van Oort (23), die thuis op het zeugen- en vleesvarkensbedrijf bij zijn ouders werkt, legt de bedrijfsvisie uit: veel focus op de opstart van de zeug zodat er zoveel mogelijk biggen bij de zeug biest kunnen opnemen. Dit zorgt ervoor dat ze zo min mogelijk met pleegmoeders hoeven te werken. Tijdens de geboorte past Van Oort split suckling toe: daarvoor hebben ze verschillende ijzeren rekjes die ze kunnen vastklikken op de vloerverwarming. „De biggen die voldoende biest hebben gehad zetten we een paar uur apart, zodat de kleine biggen en biggen die het laatst geboren worden, ook voldoende biest krijgen.”
Van Oort benadrukt het belang van de opstart van de zeug na het werpen: toen hij een jaar geleden de wateropname monitorde was deze met tien liter in de laatste negen weken te laag. Sinds hij een half jaar geleden een zuurtoevoeging aan de wateropname heeft toegevoegd, is de wateropname naar zestien liter gegaan. „Dat zeugen zijn daardoor veel fitter, hebben minder beenwerkproblemen en de biggen zijn tijdens de geboorte zwaarder. Het werkt gewoon veel fijner omdat de dieren fitter zijn.”
Het kan voorkomen dat slachtzeugen nog wel vijftig tot zestig biggen grootbrengen'
Tim Heuvelmans werkt voornamelijk bij een zeugenbedrijf in de kraamstal. Hij benadrukt dat de eerste uren na het werpen belangrijk zijn: hij kort dan de navels in om te voorkomen dat de big een scheurtje in de buik krijgt. Dit kan gebeuren als de zeug erop gaat staan of als de navelstreng aan de kraambox komt vast te zitten. Vervolgens worden de navels gedipt met een PIGDipper. Het laatstgenoemde apparaat heeft Heuvelmans zelf bedacht en ontwikkeld. Dit werkt goed volgens hem. „We hebben zo geen infecties meer in de navel en zo kunnen we antibiotica besparen.”
Om met grote tomen om te kunnen gaan, maken ze veel gebruik van pleegzeugen. Bij de jonge varkenshouder zijn dit slachtzeugen van vier weken oud. Daar komen dertien a veertien biggen van vier tot acht uur oud bij te liggen. Dit zijn de grootste zijn van een werpgroep. „Zo kan het voorkomen dat sommige slachtzeugen nog wel vijftig tot zestig biggen grootbrengen voordat ze naar de slachterij gaan. Uiteindelijk proberen we 13,8 tot 14 biggen bij de originele zeug te spenen.” Om de zeugen in conditie te houden, gaat de voercurve van zeven naar zes kilo en niet verder terug. „Als we dat wel doen, dan hebben we geen rust meer in het kraamhok: de zeug krijgt honger en gaat dan steeds staan en liggen. Zo heb je meer kans op doodliggers.”
Biestmanagement bij weekgroepen
Varkenshouder Stan Roozen, die werkt bij een zeugenbedrijf, gaat in op het biestmanagement in de eerste week. Voor jongere biggen die na twee of drie dagen licht van gewicht zijn, wordt een pleegmoeder gezocht in diezelfde weekgroep: bij voorkeur een jonge zeug met goede uiers. De grote en robuuste biggen van die desbetreffende pleegmoeder uit week één gaan dan al naar weekgroep twee.
Daar wordt vervolgens een zeug vrijgemaakt voor de jonge biggen uit de eerste week. Dit gebeurt door middel van een splitsing: twee koppels van zeven biggen worden bij een andere zeug neergelegd, die vervolgens grotere tomen krijgt van 20 a 22 biggen. Vijf dagen voor het spenen worden de grotere tomen weer uit elkaar gehaald. „De grootste kunnen dan al gespeend worden en de zeug krijgt dan uiteindelijk weer 14 a 15 biggen. De kleine blijven dan nog bij de desbetreffende pleegmoeder zodat ze nog kunnen doorgroeien voordat ze gespeend worden.”
Om de melkkwaliteit goed te halen, maakt Roozen gebruik van een cupsysteem in de hele kraamstal. Daarvoor zijn er twee melksoorten: de eerste 5 dagen krijgen de biggen melksoort 1 en daarna gaan ze over op melksoort 2, wat een soort prestarter is. „Sinds het gebruik van de cups en de Duroc-beer zien we betere berigheid, in tegenstelling tot wat sommige mensen verwachten. We hebben in de biggenstal ook betere resultaten: geen speendip, 1,5 procent uitval en in de kraamstal 90 procent bigoverleving.”
Kostprijs bij grote tomen: '12 euro per big winnen'
Pieter Pijnenburg laat via een financiële berekening zien hoeveel geld je grote tomen op kan leveren. „ Wanneer de kostprijs toeneemt, dan is het belangrijk als zeugenhouder dat er meer biggen verkocht worden om de kostprijs onder controle te houden.” Vervolgens liet hij een kostprijsberekening zien , gebaseerd op onder andere de gezondheidskoten, voerkosten, ki-kosten, en mestkosten. Hiervoor heeft Pijnenburg ook contact gehad met de Wageningen Universiteit.
30 biggen per zeug/per jaar x kostprijs 63 euro: 1890 euro
39 biggen per zeug/per jaar x kostprijs 55 euro: 2145 euro
Verschil: 255 euro.
Kostprijs negen biggen: 28,33 euro.
Pijnenburg verklaart bovenstaande cijfers: „Het verschil van 255 euro kan verdeeld worden over negen extra biggen die verkocht worden. De eerste dertig biggen worden verkocht voor 63 euro, maar de laatste negen biggen met een kostprijs van 28,33 euro maken een verschil of een bedrijf winst of verliest draait.” Als de opbrengstprijs 40 euro is, en dat is volgens de jonge ondernemer aan de lage kant, dan kun je als varkenshouder 12 euro per big winnen. „En dat vind ik een gigantisch verschil. Dit is een reden om zoveel mogelijk biggen te spenen.