Staghouwer houdt zijn mond om onderhandelingspositie niet te schaden
De afgelopen weken wordt het agrarische nieuws gedomineerd door de stikstofcrisis, maar voor veehouders en akkerbouwers staat er deze weken nog meer op het spel. Het wel of niet verkrijgen van een nieuwe derogatiebeschikking voor de komende vier jaar. Dit kan gevolgen hebben voor de afzet van varkensmest. In de informatieverstrekking rondom beide onderwerpen deden zowel minister Staghouwer als minister president Mark Rutte een aantal opvallende uitspraken.
Staghouwer: 'Ik zet voor dit jaar in op hetzelfde niveau van derogatie als voorgaande jaren'
Minister Staghouwer benoemt in zijn brief aan de Eerste Kamer drie kernvoorwaarden waar hij op inzet aangaande het verkrijgen van nieuwe derogatie. Gezien de rechtszekerheid voor boeren zet hij in op het verkrijgen van nieuwe derogatiebeschikking voor vier jaar. Een voorwaarde die hij direct zelf onder druk zet door als tweede kernvoorwaarde op te nemen dat hij voor 2022 minstens inzet op het behoud van hetzelfde derogatieniveau als de voorgaande jaren met als argumentatie dat het uitrijdseizoen inmiddels ver gevorderd is. De derde kernvoorwaarde is dat de Europese Unie zich niet bemoeit met de gebiedsgerichte aanpak gedurende de looptijd van de derogatiebeschikking.
In dezelfde brief valt te lezen dat de onderhandelingen in het Nitraatcomité moeizaam verlopen en er nog weinig zekerheid te bieden is aan de boeren.
Staghouwer: ‘Ik ga niet in op de meest waarschijnlijke uitkomst van de onderhandelingen, omdat dit onze onderhandelingspositie kan schaden’
Met deze opmerking lijkt Staghouwer met name te refereren naar zijn streven de Europese Unie bij het uitwerken van de gebiedsgerichte aanpak buiten de deur te willen houden. Enige vorm van duidelijkheid blijft echter ook deze brief weer uit. Wel geeft Staghouwer aan volgende week nogmaals een brief te versturen naar de Eerste en Tweede Kamer waarin hij meer duidelijkheid geeft over het verloop van de gesprekken tot nu toe.
Staghouwer: ‘Vanuit de optiek van milieukwaliteit is het niet verkrijgen van derogatie ongunstig’
In de brief somt Staghouwer een hele reeks negatieve gevolgen op van het niet verkrijgen van derogatie, zoals: Het niet verlenen van derogatie leidt tot: meer mesttransporten en een verhoogde kans op fraude en overbemesting, meer inzet van kunstmeststoffen, het scheuren van grasland met grote stikstof naar grond- en oppervlaktewater en minder CO2 vastlegging in de bodem. In dezelfde brief schrijft hij ook dat de klimaatopgave vraagt om een sterke daling van de broeikasgasemissies van landbouw en landgebruik. Twee uitspraken die moeilijk met elkaar te verenigen zijn.
Ondertussen krijgen boeren steeds opnieuw te horen dat derogatie en het 7e Actieprogramma Nitraat moeten bijdragen aan een beter grond- en oppervlaktewaterkwaliteit.
Rutte: ‘Ik weet wat ik moet doen om mijn invloed in Brussel maximaal aan te wenden’
Na de wekelijks ministerraad stond minister president, Mark Rutte, de pers te woord en liet daarbij doorschemeren dat hij op de achtergrond wel degelijk een rol speelt bij het al dan niet binnenhalen van een nieuwe derogatiebeschikking. „Ik weet wat ik moet doen om mijn invloed in Brussel maximaal aan te wenden, ik ben ermee bezig.” Op de vraag van een journalist of Brussel niet klaar is met Nederland antwoord Rutte: „Ik formuleer het anders, we moeten echt als Nederland aan de bak. Wij worden niet anders behandeld dan andere landen.” Op welke manier Rutte zijn invloed gebruikt, blijft onduidelijk.
Rutte: ‘We zoeken naar mogelijkheden om de schade voor boeren in Nederland te beperken’
Rutte bevestigt meerdere malen dat de invulling van de derogatievergunning gaat veranderen en dat dit grote impact zal hebben op het boerenerf. Om de pijn enigszins te verzachten geeft Rutte aan er alles aan te doen om mogelijkheden te zoeken om de schade voor de boeren in Nederland te beperken. Dit in tegenstelling tot Staghouwer die nog steeds de indruk lijkt te willen wekken dat zich inzet voor het verkrijgen van een derogatiebeschikking voor de komende vier jaar (zie brief aan de Eerste Kamer).
U doet de ideeën van Remkes af als een hersenspinsel, maar het kabinet baseert wel haar hele stikstofbeleid op het Rapport Remkes
Rutte: ‘Geef deze man een kans, ik denk dat het goed gaat komen’
Tijdens de persconferentie stelden verschillende journalisten de vraag waarom het kabinet zo halsstarrig vasthoudt aan Remkes als bemiddelaar. „U zegt dat Remkes onafhankelijk is terwijl hij wat hij denkt al heeft opgeschreven in een rapport. Vindt u het gek dat boeren dan denken dat er weinig ruimte is om te onderhandelen?”, is één van de eerste vragen die Rutte op zich afgevuurd krijgt. Rutte geeft aan veel vertrouwen te hebben in Remkes en hem alle ruimte en tijd te geven het gesprek op gang te brengen. „Remkes heeft over veel zaken een opvatting, maar hij heeft vaak genoeg laten zien dat hij in staat is partijen bij elkaar te brengen”, legt Rutte nogmaals de keuze voor Remkes uit. Deze opmerking roept bij journalist Wouter de Winter de vraag op: „U doet de ideeën van Remkes af als een hersenspinsel, maar het kabinet baseert wel haar hele stikstofbeleid op het Rapport Remkes. Daarmee is Remkes toch niet meer als een zetbaas van het kabinet?” Veel meer dan ‘wacht nu eerst maar eens af’ en ‘geef deze man een kans’ gaan de antwoorden van Rutte niet. Rutte erkent dat er ook wel andere mensen zijn die deze taak op zich kunnen nemen, geeft geen antwoord op de vraag wat er erg is aan het aanstellen van een andere bemiddelaar en erkent dat overheid en boerenbelangenbehartigers volledig langs elkaar heen praten, maar een noodzaak om een andere bemiddelaar aan te wijzen, ziet hij niet.
Andere opvallende uitspraken van de premier
‘Nederland zal een landbouwland blijven’
‘De gesprekken met de bemiddelaar moeten input leveren voor het toekomstperspectief van de boerensector voor Staghouwer en zijn team’
‘De bodem verzuurt zo snel dat het ook de akkerbouw en de kwaliteit van ons boerenland in de weg gaat zitten’
‘De nitraatcommissie bepaalt wanneer zij met een eindconclusie naar buiten komen’
‘De overheid gaat ketenpartijen niet dwingen tot prijsafspraken, zij wil alleen het gesprek faciliteren om tot een eerlijkere winstverdeling te komen.'
Einde derogatie nabij
NOS meldt dat waarschijnlijk aanstaande maandag bekend wordt gemaakt dat het niet gelukt is om de derogatie te behouden. De hoop is dat Nederland pas rond 2026 of liefst nog iets later volledig aan de Europese eisen van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest moet voldoen. Maar volgens NOS houden bronnen er rekening mee dat zelfs dit voorstel mogelijk niet door Brussel geaccepteerd wordt.
Volgens een woordvoerder van het ministerie moeten melkveehouders er echt rekening mee houden dat de derogatie er anders uit komt te zien. Het ministerie bevestigt daarmee het bericht in de Telegraaf van vanmorgen, dat op korte termijn duidelijkheid over derogatie nadert. „Het is heel spannend maar ziet er niet gunstig uit.”
Tijdens het stikstofdebat van 23 juni liet minister Staghouwer al doorschemeren dat de gesprekken erg moeizaam verliepen. CDA’er Boswijk schrok van de reactie van de minister en stelde toen voor om premier Rutte naar Brussel te sturen. „Het is alle hens aan dek. Ik weet niet hoe ik dit aan boeren uit moet leggen."
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bronnen: Ministerie van LNV, Persconferentie van de minister president