Meer grip op Lawsonia = betere voerconversie
Lawsonia intracellularis kennen de meeste varkenshouders als veroorzaker van acute PIA. Dat is ook niet zo vreemd, want acute PIA is eigenlijk het meest heftige ‘onderdeel’ van de ziekte, legt varkensdierenarts Nico Wertenbroek uit. “Lawsonia kan zich in drie verschillende vormen uiten, waarvan de acute de meest overduidelijke is. Wanneer er gesproken wordt over PIA, wordt doorgaans die vorm bedoeld. Acute PIA is niet te missen. Varkens zijn dan plotseling heel ziek. Soms is een varken er met een flinke hoeveelheid antibiotica weer bovenop te helpen, maar niet zelden leidt de acute vorm tot de dood.” De ziekte leidt volgens Wertenbroek bij varkenshouders tot veel frustratie. “Lawsonia sluimert eerst onder de radar. Je ziet mooie gezonde varkens en dan – op het moment ze op het punt staan om naar de slacht te gaan – vallen ze dood neer. Dat is natuurlijk heftig… Maar helaas wel de keiharde praktijk: de acute vorm openbaart zich doorgaans namelijk vaak pas in de tweede helft van de vleesvarkensfase. In plaats van het slachthuis kun je dan niets anders dan ze voor destructie afvoeren.” Hoewel de mildere vormen van Lawsonia zich minder in klinische symptomen uiten, veroorzaken ook deze mildere vormen volgens Wertenbroek veel economische schade. “Op veel bedrijven is die schade zelfs groter dan de schade die de acute vorm veroorzaakt.”
Minder groei, meer voer?
Naast acute Lawsonia is er ook een subklinische en chronische vorm van Lawsonia. “Bij de chronische vorm komen de symptomen vaak al vroeg naar voren. Een aantal dieren blijft zichtbaar achter in de groei waardoor de uniformiteit van de groep achteruitgaat. Soms zie je ook diarree en merk je dat voerconversie achteruitgaat. Dat is ook niet zo verwonderlijk: Lawsonia is een bacterie die zich in de darm nestelt en daar dus ook de problemen geeft”, legt Wertenbroek uit. “De varkens verteren hun voer minder goed en voedingsstoffen worden minder goed opgenomen. Het dier heeft dus meer voer nodig om dezelfde groei te kunnen maken als varkens bij wie de bacterie niet speelt.” Naast de acute en chronische vorm, is er dan ook nog de subklinische. “Dat is de lastigste vorm om vast te stellen”, aldus de varkensdierenarts. “Deze dieren vertonen geen in het oog springende symptomen, maar ondertussen doen de varkens het minder goed dan je zou verwachten. Ook voor deze dieren geldt dat hun voerconversie niet optimaal is. Juist in deze tijd – met de torenhoge voederprijzen – is het van het grootste belang om ervoor te zorgen dat je het maximale rendement uit je voer haalt. Een verbetering van 0,1 voederconversie kan momenteel per varken al bijna 7 euro opleveren.”
Onzekere tijd
De lagere opbrengsten en hogere voerprijzen zorgen bij veel varkenshouders al voor ongerustheid, merkt Wertenbroek. “We zijn er ook nog niet. We zitten momenteel in een heel uitzonderlijke situatie en we weten ook niet wat ons nog te wachten staat. Het grondstoffentekort blijft voorlopig helaas nog wel actueel. Welke grondstoffen hebben we straks nog beschikbaar en in welke mate? Dat de voerprijzen voorlopig hoog blijven, daar twijfel ik niet aan. Voor varkenshouders is het nu dus nóg belangrijker dan ooit om ervoor te zorgen dat je het maximale rendement uit je voer haalt. Op vrijwel elk vleesvarkensbedrijf komt de Lawsoniabacterie voor en heeft deze in meer of mindere mate invloed op de voerconversie. Meer grip op Lawsonia betekent per definitie een betere voerconversie. Natuurlijk betekent vaccinatie tegen PIA een investering, maar juist in deze tijd, met de oplopende voerprijzen, verdient de vaccinatie zich razendsnel terug. Naast een betere voederconversie heb je immers ook minder met zieke dieren of zelfs uitval ten gevolge van PIA te maken en heb je lagere antibioticakosten.
Meer over PIA, het speekselonderzoek en het vaccin leest u op de website van MSD Animal Health.