Stikstofprofessoren: Zonder krimp veestapel stikstofprobleem oplossen
Han Lindeboom en Johan Sanders, allebei voormalig lid van de Focusgroep Stikstof binnen D66, hebben woensdag een nieuw plan gepresenteerd met de naam 'Kritische kanttekeningen bij de Nederlandse aanpak van de stikstofcrisis en handreikingen voor oplossingen', die een aanvulling is op het rapport 'Hoe komen we uit de stikstofimpasse in Nederland?'.
Eiwitsamenstelling
Johan Sanders schrijft in het rapport dat we zonder moeite achter het doel van het kabinet kunnen staan om 39.000 ton stikstof emissiereductie te bereiken voor 2034. Dit doel moeten we bereiken door met veel minder stikstof uit kunstmest en geïmporteerd veevoer, dezelfde landbouwopbrengsten te behalen zoals nu. Dit geldt voor zowel de veehouderij als in de akkerbouw.
De Nederlandse landbouw gebruikt momenteel 24 kilo kunstmeststikstof per persoon per jaar, om voldoende humaan eiwit per persoon te produceren. Dat is aanzienlijk minder dan het Europese gemiddelde van 36 kilo kunstmeststikstof per persoon per jaar. De ‘planeetgrens’, de hoeveelheid maximaal te gebruiken kunstmeststikstof op aarde, is berekend op 12 kilogram per persoon. Wanneer we er in slagen de ammoniakemissie met 39.000 tot te verlagen komen we uit op een gemiddeld kunstmeststikstof gebruik van 15 kilogram per persoon per jaar. Dan zitten we al een heel eind in de richting van de norm van 12 kilogram.
Dit is volgens Sanders een heel eind in de richting die nodig is voor een duurzame planeet: 'Zouden wij de diezelfde 39 000 ton stikstofreductie behalen door enkel de veestapel te verkleinen, dan blijven we hangen op de 24 kg stikstof van nu – besteden we veel geld om boeren uit te kopen- en zijn we niets opgeschoten in de richting van een toekomstbestendige landbouw'.
Maatregelen landbouw
In het kader van die efficiencyverbetering pleit Sanders voor een pragmatische aanpak waarbij met boeren per gebied reductiedoelen worden afgesproken die bereikt kunnen worden met steun van de overheid om gedurende vijf jaar de stikstofemissies te verlagen door de efficiency te verbeteren. Mocht dat onvoldoende lukken dan zit in de afspraak dat er dan de verkleining van veestapel of akkerbouwproducten volgt.
Sanders stelt negen verschillende methoden toe te passen om de ammoniakproductie per bedrijf terug te dringen. Dit zijn o.a. verhogen aandeel essentiële aminozuren voor varkens en pluimvee en bestendige eiwit in rundveevoer, oprapen bietenloof, verhogen veldopbrengst gras door mengteelt met vlinderbloemigen, aanzuren mest, raffineren van gras, gescheiden opvangen urine en poep (zie de lijst in het kader hieronder).
Lokaal maatwerk
Emeritus professor Han Lindeboom is ondanks zijn leerstoel Mariene Ecologie een stikstofdeskundige en weet vanuit eigen onderzoek hoe stikstofverbindingen en vooral ammoniak zich gedragen.
Inzoomend op de natuur, vindt Lindeboom een benadering vanuit de natuur effectiever. 'Niet mooie natuur, maar het halen van irreële stikstofnormen is het doel. Nederland heeft ruim 160 Natura 2000 gebieden, waarvan 75 procent moet voldoen aan wettelijke stikstofnormen. Zelfs als alle veehouders uit Nederland verdwijnen, gaat dat ons niet lukken. Waar zijn we mee bezig?', vraagt hij zich af.
Omdat de natuur om maatwerk vraagt en niet om stikstofnormen, pleiten Lindeboom en Sanders er in het plan voor om maatwerk te leveren voor de landbouw en de natuur. Ze roepen daarom op om naast stikstof gebruik te maken van gebiedsinrichting door vernatting, verdroging, rust, onderhoud, vermesting, begrazing, inrichting, gebruik als oplossing voor hoge stikstofconcentraties. 'Dit zal de natuur veel sneller helpen dan landelijk geschuif met stikstofquota, het halveren van de veestapel of het op slot gooien van de bouw. Daarmee worden de langere termijn stikstofproblemen alleen maar groter', zo schatten de deskundigen in.
Corrigeer RIVM-modellen
Een andere aanbeveling die de twee stikstofprofessoren noemen is om de RIVM-modellen aan te passen. In het overzicht van de herkomst van de stikstofdepositie in Nederland van het RIVM staat de Noordzee als ammoniakbron opgenomen. Circa 2,2 procent van de stikstofdepositie in Nederland zou daarvandaan komen, voor het kustgebied zelfs ruim 25 procent. Lindeboom kwam eerder al tot de conclusie dat de noordzee een put voor ammoniak is, en geen bron. Er kan dus geen ammoniak uitkomen. 'Het RIVM heeft hier inmiddels mee ingestemd, maar wil dit niet meenemen in de berekeningen van depositiewaarden. Het RIVM stelt dat mogelijke correcties of veranderingen bestuurlijke of politieke overwegingen zijn, die buiten haar domein vallen. De politiek kan hier overwegen het voordeel van de twijfel niet aan het RIVM te geven maar aan de bouw en de boeren' zo valt te lezen in het rapport.
KDW
Ook de kritische geluiden van Jaap Hanekamp, voormalig lid van de Commissie Hordijk en het Adviescollege Meten en Berekenen stikstof, zijn meegenomen in het plan. Hij is kritisch over de hoofdconclusies van het rapport van de 'Commissie Hordijk: Niet uit de lucht gegrepen'. Hij concludeert dat de kritische depositie waarde (KDW) geen besluitvormingsgereedschap is.
Plannen
Lees hier het document: 'Hoe komen we uit de stikstofimpasse in Nederland?'
Interviews Han Lindeboom
Agrio Uitgeverij had voorafgaand aan de bekendmaking van het plan een uitgebreid interview met Emeritus professor Han Lindeboom. Deze is in drie delen gepubliceerd (exclusief voor abonnees):
Deel 1 over stikstofonderzoek: ‘Als het niet regent, waait ammoniak verder’
De bovenstaande interviews zijn ook op Pluimveeweb.nl en Melkvee.nl te lezen. Een samenvatting van de bovenstaande interviews is gepubliceerd in onze regionale uitgaven Agraaf, Stal en Akker, Vee en Gewas en Veldpost.
Maatregelen boeren
In het rapport staat een lijst van technologische maateregelen. In het dikgedrukte staan de technologieën die nu marktrijp zijn. De overige technologieën hebben bescheiden ondersteuning nodig om tot introductie te komen. Daarnaast zijn er verschillende andere technologieën in de pijplijn die mogelijk nog meer tijd nodig hebben maar zeker voor 2034 hun bijdrage geleverd kunnen hebben. In september 2022 komt een rapport van Wageningen Environmental Research uit (Options to improve the protein use efficiency in the Dutch agriculture sector, J.P. Lesschen en J.P.M. Sanders) waarin voor 2040 een reductie van 70 000 ton stikstof-kunstmest gebruik en 110 000 ton minder stikstof in veevoer wordt beschreven. Tussen haakjes zijn uitstootreducties vermeld die niet additioneel zijn volgens Sanders omdat je nu eenmaal uit mest maar één keer de stikstof kunt verwijderen.
1. Verhogen van het aandeel essentiële aminozuren in varkens- en pluimveevoer verlaagt de hoeveelheid stikstof die in de mest komt en daarmee de uitstoot tijdens mestopslag en tijdens veldapplicatie in volgende seizoen. De reductie van de uitstoot zal door deze maatregel 2000 tot 5000 ton NH3 bedragen. Deze maatregel zou bij rundvee toegepast ook resultaat sorteren.
2. Verhogen van het aandeel bestendig eiwit in rundveevoer draagt bij aan verhoging van stikstof efficiency en daarmee aan verlaging N in de mest en daarmee verliezen tijdens opslag en applicatie. De verwachte NH3 emissiereductie is 5250 ton.
3. Oprapen van bietenloof en gebruik als diervoeder direct of na verwerking middels bijvoorbeeld Grassa technologie. Het reductiepotentieel is 1000-4200 ton NH3.
4. Verhogen van veldopbrengst bij gras door mengteelt met vlinderbloemigen. Daardoor gaat de stikstof gift fors omlaag en eiwitgehalte omhoog. Dat is in Ierland al aangetoond. Minder/ geen (kunst)mest en meer vlinderbloemigen verhoogt het omzettingsrendement naar plantaardig eiwit en verlaagt daarmee verlies van NH3 en NOx naar atmosfeer en NO3- naar bodem. De potentiële besparing bedraagt ca 6400 ton NH3.
5. Aanzuren van mest levert minder ammoniak-uitstoot en tegelijkertijd minder methaan uitstoot. In Denemarken is dit een standaard techniek en deze zal in NL zeker effectief zijn in de open koeienstallen waar geen luchtwassing mogelijk is. De verwachte besparing is 15 – 20 000 ton NH3.
6. Een andere technologie die wellicht nuttig is in te zetten en de PAS problematiek verkleint is het ammoniak strippen van mestdigestaten ontwikkeld door Byosis. Dat bedrijf behoort intussen tot de beste in z’n soort in de wereld. Dit kan leiden tot 1700 ton NH3 reductie direct en 10 000 ton N indien er voldoende mestvergisting voorhanden is.
7. Het raffineren van gras zoals door Grassa BV ontwikkeld leidt tot ca 50% verhoging van de stikstof efficiency en daarmee ruim 30% minder stikstof en fosfaat in de mest. Indien deze technologie op 50% van de van de Nederlandse weilandentoegepast zou worden betekent dit 10 000 ton minder N uitstoot. We hoeven dan 900 000 ton minder sojaschroot te importeren en laten daarmee ca 62 500 ton N en 20 000 ton fosfaat in Zuid Amerika.
8. Gescheiden opvangen van urine en poep in de stal voorkomt dat micro-organismen die in de poep in grote getalen aanwezig zijn de ureum uit de urine omzetten tot ammoniak. Ureum is niet vluchtig en ammoniak wel tenminste boven pH 7. Onopgeloste vraag is nog wel hoe de ureum die in de winter moet worden opgeslagen zich gedraagt. (6 000 ton N)
9. Mest met water verdund uitrijden (5 000 ton N)
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Bron: Susan Rexwinkel