Varkenshouderij sluit Europese mestkringloop
Daarmee past de mestexport binnen de kringlooplandbouw die de regering nastreeft. De toekomstvisie op de veehouderij wilde de reikwijdte van voer-mestkringlopen grotendeels beperken tot Noordwest-Europa, het niveau waarop ook de afzet van de producten voornamelijk plaatsvindt.
In 2019 en 2020 exporteerde Nederland ruim 18 miljoen kilo fosfaat naar deze buurlanden, wat overeenkwam met 35 tot 45 procent van de geproduceerde mest. Tegelijk komt ongeveer 70 tot 100 van de fosfaatimport via graan voor varkensvoer ook uit deze landen. Daarmee is de voer-mestkringloop ongeveer gesloten - al weet het Compendium niet of de geëxporteerde mest ook daadwerkelijk wordt gebruikt voor de teelt van voergranen.
Niet compleet gesloten
Het Compendium wijst erop dat niet de volledige kringloop is gesloten. Een deel van het fosfaat in varkensvoer is afkomstig van soja uit Amerika, en een deel van de producten van de sector worden afgezet buiten Noordwest-Europa.
Varkensvoer in Nederland bestaat voor ongeveer 30 tot 35 procent uit graan, voor 15 tot 20 procent uit de restproducten daarvan, voor ongeveer 30 procent uit oliezaden (zoals sojaschroot) en voor 20 procent uit andere gewassen en reststoffen. Ongeveer 15 procent van het varkensvoer wordt in Nederland zelf geproduceerd, in de vorm van landbouwgewassen en reststoffen.
Lees het bericht hier.