WUR: ‘RAV-systeem moet anders en beter’
Dat stelt Wageningen UR in het rapport Verbetering effectiviteit emissie stalsystemen in de praktijk, dat door staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de discussie die was ontstaan over de effectiviteit van emissiearme stalsystemen, na onderzoek naar stikstofverliezen door het CBS. Daaruit bleek in 2019 dat de stikstofverliezen bij emissiearme stalsystemen nauwelijks afweken van reguliere stallen.
Het Wageningse rapport gaat niet in op de vraag hoe groot de geconstateerde problemen zijn – hoeveel emissiereductie er wordt gemist – maar concludeert wel dat er het nodige mis is met de effectiviteit van emissiearme stalsystemen.
Aanbevelingen
Voor het onderzoek zijn interviews afgenomen bij 26 veehouders uit de melkvee-, varkens- en pluimveesector en 43 overige stakeholders. De onderzoekers doen in het rapport diverse aanbevelingen. In de eerste instantie gaat dat over de systemen, de beschrijvingen, het gebruik en de controles binnen de huidige RAV-systematiek. Daar lijken forse verbeteringen mogelijk, aldus het rapport.
Zij stellen voor om randvoorwaarden in de beoordelingsprocedure, waarmee wordt bepaald of stalsystemen wel of niet worden toegelaten, aan te scherpen en te verhelderen. Verder moet er een verkenningsfase komen waarin nieuwe systemen eerst worden getoetst op hun geschiktheid voor de praktijk, voordat er een emissiefactor wordt toegekend. Er moet bovendien meer toezicht komen op de uitvoering van metingen. Systeembeschrijvingen moeten worden verbeterd en reeds nieuw toegelaten systemen moeten opnieuw worden beoordeeld.
Voor bestaande stallen is het van belang dat het kennisniveau van veehouders vergroot wordt. Ook moeten omgevingsdiensten effectiever gaan controleren. De frequente van de controle is vaak maar eens in de 4 à 5 jaar.
Voor nog te bouwen stallen is het belangrijk dat veehouders een meer weloverwogen keuze maken voor emissiearme stalsystemen die bij hen en hun situatie passen. Daarnaast moet er meer aandacht zijn voor correcte bouw en uitvoering. Rondom vergunningverlening en bouw moeten omgevingsdiensten een actievere rol gaan spelen. Een andere aansturing van omgevingsdiensten lijkt daarvoor vereist, stelt het rapport.
Doelvoorschriften
Daarnaast wordt aanbevolen om toe te werken naar een nieuwe reguleringssystematiek die gebaseerd is op doelvoorschriften, die worden geborgd door emissiemetingen met bedrijfssensoren. Daarmee is waarschijnlijk de grootste winst te behalen. Met zo’n systeem kun je veel breder aan ammoniakreductie werken, de verantwoordelijkheid voor ammoniakemissie bij de veehouder leggen, en ondernemerschap en innovativiteit stimuleren, aldus de onderzoekers.
‘Het is een perspectiefvolle aanpak, maar het is niet realistisch om te verwachten dat in de toekomst elk bedrijf op deze manier gaat werken en dat daarmee de Rav-systematiek volledig kan worden vervangen', schrijven de onderzoekers. Verbetering van de Rav-systematiek blijft daarom noodzakelijk. 'Het gebruik van bedrijfssensoren binnen een verbeterde Rav-systematiek is daarbij een waardevol instrument voor ondersteuning van bedrijfsmanagement en van handhaving. Ook maken bedrijfssensoren het mogelijk om voer- en managementmaatregelen betrouwbaar in de Rav-systematiek te integreren.'
De staatssecretaris heeft nog geen inhoudelijke reactie gegeven op het rapport. Die volgt in november.