Sojavrij rantsoen zorgt voor hogere kostprijs en lagere uitbetalingsprijs
Inspelend op de al jarenlange maatschappelijke discussie over de import van soja als ingrediënt voor veevoeders in relatie tot de ontbossing van het Amazonewoud in Brazilië, is voor het Vlaamse ‘Varkensloket’ aanleiding een onderzoek te starten naar de inzet van nieuwe lokale eiwitbronnen in veevoer. De eerste proef binnen haar demoproject ‘Sojavrije varkens en kippen’ richt zich op vleesvarkens. Binnen dit onderzoek is een sojavrij voeder vergeleken met een gangbaar voeder waarin sojaschroot als eiwitbron is opgenomen.
Voersamenstelling
Bij de samenstelling van het sojavrij voeder werd rekening gehouden met alle voor- en nadelen van verschillende eiwitbronnen. Ook werd overleg gepleegd met de nutritionisten van diverse veevoederbedrijven. Daarbij werd meteen duidelijk dat soja niet makkelijk één op één kan worden vervangen door een andere eiwitbron in het varkensvoeder. Een duidelijke rol speelt daarbij de aminozuursamenstelling. Deze verschilt per eiwitbron. Verder bevatten plantaardige grondstoffen regelmatig anti-nutritionele factoren. Deze hebben een negatieve invloed op de spijsvertering, waardoor het aandeel van deze bron beperkt dient te blijven. Om de soja te vervangen werd uiteindelijk een combinatie van zes sojavervangers gebruikt: aardappeleiwit, erwten, lupinen, koolzaadschroot en DDGS (bijproduct uit bio-ethanolindustrie).
Bij de proef werden volgens Vilt in twaalf hokken elk tien vleesvarkens gehuisvest. De helft kreeg gangbaar voer waarin ook soja was verwerkt en de andere helft sojavrij voer. Alle groepen werden volgens een 3-fasenvoerschema (25-50 kg; 50-80 kg en 80-115 kg) gevoerd. Op basis van de opgevolgde groei en het voederverbruik per hok werd de voederconversie berekend. In het slachthuis werden individuele karkasgegevens van alle vleesvarkens verzameld.
Resultaten
Het gebruik van de alternatieve eiwitbronnen heeft een prijsverhogend effect op het voeder. Zo waren de voerkosten in de eerste fase 15 euro per ton duurder. In de tweede fase bedroeg het prijsverschil 10 euro. In de laatste fase was er geen prijsverschil tussen het sojavrije en het gangbare voer. Tegenover Vilt.be verklaart onderzoeker Sarah De Smet van het Varkensloket dit laatste door te wijzen op het feit dat de behoefte aan eiwit en aminozuren bij varkens afneemt naarmate ze zwaarder worden.
Geen verschil groei/voerconversie
Er is geen verschil geconstateerd in de dagelijkse groei en de voerconversie tussen de vleesvarkens gevoerd met het sojavrije en het gangbare voer. Over het hele traject (25-115 kg) bedroeg de gemiddelde groei circa 770 gram/dag met een voerconversie van 2,40. Wel waren verschillen zichtbaar op vlak van slachtkwaliteit. Zo realiseerden de varkens, die het gangbare voer hadden gekregen, een hoger slachtrendement en een hogere vleesdikte. Het lagere slachtrendement van de sojavrij gevoerde varkens is volgens De Smet mogelijk terug te voeren op het maag-darmpakket. Bij het voeren van alternatieve grondstoffen ontwikkelt zich dit sterker. De invloed op de vleesdikte heeft mogelijk te maken met een licht afwijkend verteerbaar aminozuurgehalte. De aminozuurverteerbaarheid is bij soja beter dan bij alternatieve grondstoffen. Door deze verschillen realiseerden de varkens die het gangbare voer kregen een betere uitbetaling van circa 2 euro per varken.
Vergoeding meerkosten
De hogere voerprijzen in combinatie met de lagere uitbetaling van de varkens die gevoerd werden met voer vrij van soja, tonen aan dat sojavrij voeren alleen rendabel is als de varkenshouder de meerkosten krijgt vergoed. Mogelijk dat de meerkosten van de alternatieve eiwitbronnen in de toekomst zullen dalen, doordat deze gewassen teelttechnisch nog sterk kunnen verbeteren.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief
Bronnen: VILT, Het Varkensloket