Duitsers vrezen teloorgang varkenshouderij
Op basis van de actuele marktsituatie ervaart het Duitse publiek dat er van een (dreigend) tekort aan varkensvlees geen sprake is. In elk geval geen situatie van een vlees tekort. Ondanks dat op de Duitse slachtvee- en vleesmarkten het aanbod van slachtrijpe dieren zich op een aanzienlijk lager niveau bevindt dan in voorgaande jaren, is de aangeboden hoeveelheid nog steeds voldoende om aan de vraag te voldoen. Als gevolg hiervan daalde ook de VEZG-notering van vleesvarkens.
Deze ervaring over het aanbod strookt ook met berichten dat de consumptie van varkensvlees per hoofd van de Duitse bevolking met 1,3 kilogram is gedaald tot gemiddeld 31,0 kilogram. Bovendien doet de hoge graad van zelfvoorziening in vlees van 118 procent, de Duitsers geloven dat het vleesaanbod voldoende is.
Noodklok
De vooruitzichten met betrekking tot een verdere afname van het aantal varkenshouders en zodoende een verdere daling van het vleesaanbod in de komende jaren is voor Müller-Fleisch uit Ulm aanleiding om de noodklok te luiden. Het familiebedrijf wijst op de structurele verandering in de varkenshouderij. Zo is in de afgelopen tien jaar het aantal varkensbedrijven in Baden-Württemberg en Nedersaksen met bijna 44 procent gedaald, in Beieren stopte in deze periode bijna 46 procent van de agrariërs met hun varkenstak en in Noordrijn-Westfalen met bijna 30 procent.
Te weinig biggen
Het Land Instituut Baden-Württemberg (LEL) zegt ervan overtuigd te zijn dat over enkele jaren de eigen biggenproductie van de deelstaat onvoldoende zal zijn om de regionale vleesvarkensbedrijven van biggen te kunnen voorzien. Daarmee komt ook de regionale varkensvleesproductie in het gedrang. De twee landbouwministers Peter Hauk van Baden-Württemberg en zijn Beierse collega Michaela Kaniber onderstreepten op het symposium van Müller-Fleisch in Ulm dat dit niet mag gebeuren. Zij stellen beiden dat ook in de toekomst voldoende varkensvlees uit Zuid-Duitsland beschikbaar dient te blijven.