Europees antibioticagebruik bijna gehalveerd sinds 2011
‘Dit is een teken dat het beleid van de EU en de lidstaten om het gebruik te beperken en zo antibioticaresistentie te voorkomen, werkt’, meldt LTO Nederland in een reactie op het rapport.
Het EMA-rapport ‘European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption’ (ESVAC) baseert zich op de verkoopgegevens van de 25 EU/EER-landen die continu input hebben geleverd voor de volledige periode. Uit het jaarverslag blijkt tevens dat de verkoop van antibiotica in de 31 deelnemende landen tussen 2017 en 2021 met 21 procent is gedaald. Het ESVAC-rapport richt zich voornamelijk op de verkoopcijfers van de verschillende types antibiotica in de verschillende Europese landen, en niet zozeer op het gebruik per sector.
Colistine
Het EMA kwam eerder dit jaar onder vuur te liggen omdat het colistine niet had toegevoegd aan een lijst van antibiotica die alleen voor menselijk gebruik waren. Colistine is een smalspectrum antibioticum dat in de diergeneeskundige praktijk wordt voorgeschreven voor behandeling van E. coli- of Salmonella-infecties. In verband met het smalle spectrum was het een eerstekeuzemiddel en werd het op relatief grote schaal ingezet voor de koppelsgewijze behandeling van onder andere speendiarree bij biggen, diarree bij kalveren en coli-infecties bij pluimvee. Uit de ESVAC-rapportage blijkt nu dat de verkoop van deze vorm van antibiotica tussen 2011 en 2021 al met 80 procent is gedaald.
Ruim 70 procent gedaald
In Nederland is de verkoop van antibiotica ten opzichte van het referentiejaar 2009 inmiddels met maar liefst 70,8 procent gedaald, volgens de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Afgelopen juni bracht de SDa de rapportage over 2021 naar buiten. Daaruit bleek dat het antibioticagebruik in de vleeskuikensector met 31,7 procent was gedaald, en in de varkenssector met 13,7 procent, ten opzichte van 2020. ‘Voor zowel de vleeskuiken- als de varkenssector is dit het laagst gerapporteerde antibioticumgebruik sinds de start van de monitoring’, aldus de SDa.
Melkveehouderij
In de melkveehouderij is er weinig winst meer te behalen; die sector laat al sinds 2014 een stabiel en zeer laag gebruiksniveau zien. In de vleeskalversector is sinds 2015 sprake van een gestage daling van het antibioticumgebruik, die nu lijkt af te vlakken. De cijfers van vorig jaar waren nagenoeg gelijk aan die van 2020, volgens de SDa.
Melkgeiten
Ook de melkgeitensector houdt sinds kort het antibioticumgebruik bij. 2021 was het eerste rapportagejaar. De eerste analyses laten een laag gebruik zien.
In de kleinere sectoren zoals kalkoenen en konijnen neemt het gebruik in de loop van de tijd af, maar zijn er van jaar tot jaar sterke fluctuaties. De konijnensector wist vorig jaar een reductie van 17,2 procent te behalen, aldus de SDa.
Laatste redmiddel
Nog steeds wordt er weinig gebruik gemaakt van kritieke antibiotica die bij mensen worden ingezet als laatste redmiddel, zoals fluorochinolonen en derde- en vierdegeneratie cefalosporinen. Het gebruik van polymyxines (zoals colistine) is met 21,2 procent afgenomen.
Focus op structurele veelgebruikers
Verdere vermindering van het antibioticumgebruik (en verlaging van het risico op vorming van antibioticumresistentie) zal vooral moeten komen van bedrijven met een structureel hoog gebruik, stelt de SDa. ‘Er zijn nog bedrijven waar het gebruik boven de benchmark ligt, en dierenartsen die structureel meer voorschrijven dan hun collegae.’
Met de introductie van de nieuwe benchmarksystematiek voor dierenartsen hebben de sectoren en de dierenartsen afgesproken hierin gezamenlijk op te trekken en zijn er per sector plannen van aanpak voor gemaakt.
Nederland voorloper
Nederland is binnen Europa voorloper wat betreft het zorgvuldig gebruik van antibiotica, stelt LTO. 'Gezonde dieren vormen immers de basis: zij leven langer, kennen een hoger niveau van dierenwelzijn en hebben een minimale hoeveelheid of geen antibiotica nodig. Preventie heeft in Nederland daarom altijd de voorkeur in de zorg voor diergezondheid. De Nederlandse aanpak zou daarom als Europees standaard genomen moeten worden. Op die manier verbeteren we de diergezondheid én creëren we een gelijk speelveld voor Nederlandse boeren.’
Tekst: Gineke Mons
Gineke Mons (1970) groeide op op een biologisch melkveebedrijf in Gelderland. Na haar studie journalistiek werkte ze 13 jaar bij het Agrarisch Dagblad. Sinds 2008 is ze freelance (landbouw)journalist, met het accent op veehouderij en diergezondheid.
Beeld: Afbeelding van Mirko Sajkov via Pixabay
Bronnen: LTO, SDa