Kruisen Danic en PIC-genetica pakt bijzonder goed uit
Zeugenhouders zien bijzonder goede resultaten door het kruisen van lijnen van Danic- en PIC-zeugen. Sterke punten komen samen in vruchtbare en krachtige moederdieren. Daarbij is sprake van een sterk heterosis-effect, dus nog extra genetische vooruitgang.
De Camborough-zeug van PIC staat al decennialang bekend in de markt als gezond en robuust. De zeug geeft misschien niet de meeste biggen van alle zeugenrassen, maar zeker wel de beste vleesvarkens. Dat komt vooral in de kruising met de PIC 408-eindbeer goed tot zijn recht.
Sinds de samenwerking van PIC-NL en Next Genetix zijn voor klanten van beide organisaties zowel PIC-zeugen als Deense Danic-zeugen beschikbaar. Daarbij zijn ook lijnen van beide zeugentypen uitgewisseld. “De sterke punten van onze Camborough kennen we. Deense zeugen staan bekend om het groot aantal levend geboren biggen. We hebben het beste van beide zeugen gecombineerd”, legt accountmanager Bennie Pittens van PIC uit. Voor de liefhebbers; PIC-zeugen zijn een kruising van Engels landras (lijn 02) en Large White (lijn 03). Danic-zeugen hebben Deens landras (lijn 04) en Deense York (lijn 05) in zich. Voor deze vier lijnen is naar de beste combinaties gezocht.
De kruising van lijnen komt niet helemaal uit de lucht vallen. “We zagen op bedrijven die overschakelen van PIC- naar Danic-genetica en andersom dat ondernemers het meeste tevreden waren over de eerste generatie dieren.” Het kruisen van lijnen heeft inmiddels op meerdere bedrijven tot fantastische resultaten geleid. “De lijnen vullen elkaar aan, maar we verwachten ook veel van het heterosis-effect, juist omdat ze zo verschillend zijn.”
‘Van 14,5 naar 16,3 biggen’
Eén van de eerste gebruikers van de nieuwe kruising is Marc van Erp, varkenshouder in St. Oedenrode. Hij verruilde de Large White in de PIC-kruising voor een Deense York. “Met de PIC-zeugen draaide het goed, maar het aantal biggen steeg al vijf jaar nauwelijks”, vertelt de ondernemer. De nieuwe kruising heeft daar snel verandering in gebracht: het aantal levend geboren biggen steeg binnen twee jaar van 14,5 naar 16,3 biggen per worp. Ook ziet hij een opvallend hardere groei bij de opfokgelten die ook wat zwaarder worden aangedekt. “Zo’n groot verschil had ik niet verwacht.”
Een snel stijgende productie plaatst de ondernemer wel voor nieuwe uitdagingen: het grootbrengen van de extra biggen. Het streven is weliswaar dat de zeugen zelf de biggen grootbrengen maar ter ondersteuning voert hij nu een melkproduct bij. Wat betreft bezetting in de biggenstal – een veelvoorkomend probleem op bedrijven met stijgende producties – maakt Van Erp zich geen zorgen. “Ik zit ruim in de biggenplaatsen, dus laat maar komen.”
De varkenshouder wil nog afwachten hoe de levensduur van de nieuwe kruising ontwikkeld maar heeft vooralsnog geen redenen daaraan te twijfelen. Met het vrijkomen van meer data voor analyses kan samen met Pittens de nodige puntjes op de i worden gezet.
‘Duidelijker sterker beenwerk’
Een andere enthousiaste zeugenhouder is Jan Vogels uit het Brabantse Erp. Vogels heeft een eigen rotatiekruising. Zo’n acht jaar geleden heeft het gebruik van Deens landras wat meer biggen uit de Topigs-genetica gehaald. In de loop van de jaren zijn de zeugen bijna volledig Deens. “Veel levend geboren biggen, maar het beenwerk was een aandachtspunt, en ook de sterkte van de zeugen.” Ook vond hij de zeugen wat traag en minder alert in de groepshuisvesting”.
In samenspraak met Pittens van PIC-NL heeft Vogels de 02- en 03-lijn van PIC in zijn rotatie opgenomen. “De zeugen hebben nu duidelijk sterker beenwerk, kreupele zeugen komen bijna niet meer voor.” De groei in het aantal levend geboren biggen bleef gelijk en bevindt zich met 15,8 nog altijd op een prima niveau. De laatste tijd zit er ook weer lichte groei in volgens de ondernemer; net als in het aantal gespeende biggen dat door bleef stijgen. En de biggen zijn vitaler dan voorheen. Ook valt op dat het aandeel doodgeboren biggen daalt. Verder worden de zeugen gemakkelijker en beter berig; de tijd tussen spenen en eerste inseminatie is met ruim een dag gezakt. Opletten is het wel met voeren; de nieuwe zeugen hebben beduidend minder voer nodig. “Het is een economischer varken”, aldus Vogels.
Naast de technische resultaten is de ondernemer tevreden over de begeleiding door PIC. “We krijgen veel data vanuit PIC en dat maakt het makkelijker om bij te sturen.” Ook voor het selecteren van gelten kan hij rekenen op PIC. "Kortom; deze manier van werken bevalt ons uitstekend"