Voer een productievere zeug naar behoefte
Toenemende voerbehoefte bij stijgende productie
Melkkoeien en melkgeiten houden we voor de melk. Hoe meer melk ze geven, hoe meer voer ze opnemen. Tijdens de dracht geven ze (meestal) volop melk door, soms zelfs tot de partus. Melkproductie, voeropnamecapaciteit en groei van de vrucht kunnen zelfs zoveel energie vragen, dat ze in een negatieve energiebalans komen. Bij zeugen is dat anders; als ze melk geven zijn ze niet drachtig. En tijdens de dracht ‘produceren’ ze biggen.
Voer drachtige zeug ruim en verhoog geboortegewicht biggen
Het voerschema voor dragende zeugen ziet er uit zoals hieronder weergegeven (afb 1). Wij adviseren om het voerschema af te laten hangen van de conditie van de zeug. Een indeling die gemaakt kan worden is; mager, normaal, ruim. In de praktijk worden voerschema’s (bijna nooit) gebaseerd op het productieniveau van de zeug. Toch is de energetische en nutritionele behoefte afhankelijk van het aantal biggen. Bij een zeug die drachtig is van 18 biggen ligt dit (veel) hoger dan bij een zeug die drachtig is van bijvoorbeeld 13 biggen.
In het vorige artikel hebben we gezien dat, bij een gelijk geboortegewicht (van 1,35 kg) er in het eerste geval 6,75 kg big meer geboren wordt. We weten (bijna nooit) van hoeveel biggen een zeug drachtig is. Omdat we onze steeds productievere zeugen optimaal willen voeren, is het van belang ‘het zekere voor het onzekere’ te nemen en onze dachtige zeugen goed te verwennen met een goede kwaliteit voer.
Vooral het lysinegehalte (dvlys) is een belangrijke parameter. Het gaat daarbij om de zogenaamde ‘daily intake’: kilogrammen x gehaltes. Om goede biggen te kunnen spenen is het van (levens)belang dat biggen zwaar, uniform en vitaal geboren worden. Bij Fuite leveren we dan ook hoogwaardige en constante samenstellingen dragend zeugenvoeders. Juist in deze uitdagende (grondstoffen)markt is het verleidelijk om concessies te doen aan de keuze van grondstoffen en gehalten, maar dat kost u op den duur meer dan u daarmee bespaart.