Zestien procent minder zeugen in Duitse deelstaat Nedersaksen

De cijfers komen van het Staatsbureau voor de statistiek van Nedersaksen (LSN). Op basis van voorlopige resultaten van november 2022 zette de daling van de varkensstapel door tot eind 2022. Het totale aantal varkens is ongeveer hetzelfde als wat al bij de voorjaarstelling was vastgesteld, maar komt voor de Duitse varkenshouders toch al schok. Met een daling van 8,9 procent vanaf november 2021 (7,8 miljoen dieren), komen ongeveer 7,1 miljoen varkens overeen met de laagste voorraad sinds tien jaar. Ten opzichte van november 2012 kromp het aandeel met bijna 21,6 procent.

Zeugenstapel daalt 16 procent

Het aantal fokzeugen (min 16,0 procent) daalde volgens de Duitse varkenshoudersorganisatie ISN bovengemiddeld snel ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. In november 2022 werden er nog zo'n 359.800 fokzeugen gehouden. Het aantal biggen daalde met 11,0 procent tot circa 1,8 miljoen dieren ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.

500 bedrijven stopten in 2022

Waar in 2012 nog zo'n 7.800 bedrijven in Nedersaksen varkens hielden, is dat aantal binnen tien jaar (stand november 2022) bijna gehalveerd tot zo'n 4.200 bedrijven. In vergelijking met november 2021 zijn ongeveer 500 boerderijen in Nedersaksen gestopt met het houden van varkens. Daar staat tegenover dat de gemiddelde bedrijfsomvang is toegenomen. Het aantal varkens per bedrijf is gestegen van circa 1.052 in 2012 naar 1.684 dieren per bedrijf in november 2022. Net als in andere landbouwgebieden is er een trend naar minder maar grotere bedrijven.

Financiële druk

ISN verwacht dat naast de ‘exitgolf’ in de varkenshouderij van Nedersaksen ook soortgelijke ontwikkelingen te zien zal zijn in andere deelstaten. De multicrisis van de afgelopen twee jaar en de daarmee samenhangende langdurig hoge financiële verliezen in de varkenshouderij hebben veel bedrijven gedwongen de handdoek in de ring te gooien. Met name de zeugenhouders konden de financiële druk niet meer aan.

Dierhouderij-etiketteringswet

Minstens zo erg is volgens ISN het aanhoudende gebrek aan zekerheid en toekomstvooruitzichten. Steeds meer regels en wetgeving, zoals de huidige versie van de Dierhouderij-etiketteringswet, frustreert varkenshouders. De Dierhouderij-etiketteringswet zal de Duitse varkenshouderij benadelen ten opzichte van buitenlands varkensvlees. ISN stelt dat het resultaat nu al zichtbaar is dat de politiek de varkenshouders niet ondersteunt: de varkenshouderij in Duitsland gaat snel achteruit. De varkenshouders vragen politici opnieuw of ze lokaal dieren wil houden of varkens importeren? Ze waarschuwen ook dat de uitfasering van de varkenshouderij grote negatieve gevolgen heeft voor de bovenstroomse en benedenstroomse economische sectoren en voor het landelijk gebied als geheel.

Om de exitgolf af te remmen, moeten de prijzen voor biggen en vleesvarkens in de eerste plaats weer redelijk zijn. Maar vooral een betrouwbaar beleid dat niet alleen tot doel heeft de veehouderij in dit land terug te dringen, aldus ISN.