Na 8 jaar overmorgen stekker uit ‘Varkens van Morgen’
De POV heeft diverse gesprekken gevoerd over de toegevoegde waarde van het ‘Varkens van Morgen’ programma. In de praktijk vormt het Beter Leven concept voor veel varkenshouders en andere ketenpartijen de basis. Volgens de POV, ketenpartijen en controlerende instanties heeft het Varken van Morgen daardoor geen toegevoegde waarde meer en kost het alleen maar geld.
1 januari 2023
Dit betekent dat het Varken van Morgen programma per 1 januari 2023 vervalt. Varkenshouders hoeven hieraan niet meer deel te nemen en worden hier ook niet meer op gecontroleerd. De discussie die de POV hierover in gang zette, viel samen met het gegeven dat Global Gap stopt. Aan de Global Gap-eisen werd het Varken van Morgen getoetst.
Drie pijlers
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), is eigenaar van Varken van Morgen programma. Het CBL presenteerde het op 1 januari 2015. Het bestaat uit drie pijlers: dierenwelzijn, diergezondheid en milieu. In dit kwaliteitsprogramma zijn bovenwettelijke normen opgenomen voor een duurzame productie van varkensvlees. In dat programma zouden de ketenpartijen samen met varkenssector stappen zetten om de omstandigheden voor mens, dier en milieu te verbeteren. Er werd gezocht naar een balans tussen deze verschillende duurzaamheidsaspecten.
Verbeteren
Het CBL, waarin supermarkten zijn verenigd, wilde met Varken van Morgen dus stappen zetten om de omstandigheden voor mens, dier en milieu te verbeteren. In dat kader zochten ze partners die de duurzaamheid wilden optimaliseren, zonder daarbij de kostenfactor uit het oog te verliezen. Voor de varkenssector betekende dit een hele omslag, waarbij het vertrouwen van de partijen die de varkens afnemen groot moest zijn. Uiteindelijk zou er een varken geproduceerd moeten worden waar de afnemer om vraagt. Hier kwam echter niks van terecht.
Eisen
Varkenshouders moesten aan een riedel extra eisen voldoen. Zo werd afgesproken dat varkens moesten beschikken over meer ruimte en meer afleidingsmaterialen. Eén andere voorwaarde was dat er eisen zouden worden gesteld aan het couperen van de staarten en het slijpen van de tanden bij biggen. Verder werden extra voorwaarden gesteld aan het drinkwater van varkens. Dit zou bijvoorbeeld vier keer per jaar onderzocht te worden aan de drinknippel. Verder mochten de varkens niet worden gecastreerd. Verder waren er eisen met betrekking tot groene stroom, ammoniak en het gebruik van verantwoorde soja stonden opgenomen. Al met al een aantal voorwaarden met als doel het welzijn van het dier te verbeteren. Uiteindelijk zou een beter welzijn resulteren in een dusdanig betere vleeskwaliteit die de consument graag zou willen kopen. Daar zou een eerlijke/hogere opbrengstprijs voor de varkenshouder tegenover staan. Helaas kwam hier na acht jaar niks van terecht.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief
Bronnen: POV, producert.nl