Rendement door kostprijsbeheersing
Nederlandse varkenshouders kijken de laatste jaren vooral naar het drukken van de kostprijs. Ook de managementprogramma’s zijn hierop gericht. De kostprijs is belangrijk, maar achter deze focus op het ondernemen loert ook een gevaar. Het kan de ontwikkeling van een bedrijf in de weg staan, waardoor niet het hoogst mogelijke rendement wordt gehaald. Vanuit de Verenigde Staten waait een andere kijk op varkens houden ons land binnen: het aandachtspunt is daar het rendement dat je met je stal haalt.
Gerealiseerde resultaat
De technische resultaten vormen in Nederland de belangrijkste graadmeter of een varkensbedrijf goed draait of niet. In de zeugenhouderij gaat het om het aantal grootgebrachte biggen en de kosten per geproduceerde big, in de vleesvarkens zijn de groei, EW-conversie en de voerkosten per kg groei de belangrijkste parameters. De focus ligt vooral op het gemiddelde gerealiseerde resultaat.
In de Amerikaanse denkwijze zijn in beide takken de ‘deads, culls en lights’ de belangrijkste gegevens. Dit betekent dat varkenshouders vooral kijken naar uitval, niet-verkoopbare varkens en de dieren die om bepaalde redenen niet het maximale geld opbrengen. Vervolgens kijken de Amerikanen naar de prestaties van de beste dieren. Dit wordt voor hun bedrijf vastgesteld op het maximaal haalbare.
Het maximaal haalbare in de zeugenhouderij is bijvoorbeeld de verkoop van alle geboren biggen die allemaal van een prima kwaliteit zijn. Uiteraard is dit een utopie, maar door dit als uitgangspunt te nemen, streven de Amerikanen naar maximaal te realiseren opbrengsten. Vervolgens vergelijken zij de beste groep met de mindere groep dieren. Dan stellen zij zich de vraag: wat is de reden dat we niet alle biggen tegen de hoogst mogelijke prijs hebben verkocht en wat kunnen we verbeteren zodat er meer dieren maximaal presteren?
Calculatiemodel
Via calculatiemodellen berekenen Amerikaanse varkenshouders wat een beter resultaat kost. Hierdoor is eenvoudig aan te geven of een bepaalde investering of andere werkwijze het rendement van een bedrijf daadwerkelijk verbetert. Het Amerikaanse farmaceuticabedrijf Elanco Animal Health, dat in Nederland kantoor houdt in Nieuwegein, heeft een vergelijkbaar computerprogramma voor de Nederlandse varkenshouderij ontwikkeld.
Hiermee kan berekend worden wat het effect van bepaalde maatregelen is op het rendement van een bedrijf. Het programma berekent of het voor een bedrijf interessant is om een bepaalde investering door te voeren. „We weten dat de vaste kosten in de Nederlandse varkenshouderij hoog zijn. Dan is het belangrijk om te weten op welke punten het bedrijfsrendement kan”, vertelt Herman Houweling, specialist bij Elanco.
Hoogste prijs
„Bij vleesvarkens zien we bijvoorbeeld dat het gewichtstraject en de kwaliteiteisen waarbinnen de hoogste prijs per kilogram vlees wordt uitbetaald steeds nauwer wordt. Het is dus zaak dat er zoveel mogelijk varkens worden afgeleverd die in de hoogste opbrengstcategorie vallen.”
Ook voor de zeugenhouderij kunnen diverse mogelijkheden om het rendement van een bedrijf te verbeteren worden doorgerekend. Het blijkt dat investeringen gericht op de gezondheid van de biggen rondom het spenen het rendement van een bedrijf stevig ten goede komt.
„Eigenlijk is dat niet nieuw: iedereen in de praktijk weet dat een probleemloze start van de biggen direct na het spenen vaak gevolgd wordt door een probleemloos groeitraject in de mesterij” legt Herman Houweling uit
Meten is weten
Volgens Leo Poorthuis, dierenarts bij Dierenkliniek Boerskotten in Oldenzaal, staan steeds meer varkenshouders open voor het nemen van maatregelen om het rendement op hun bedrijf te vergroten. Hij vindt dat logisch, omdat de varkenshouders op de groeiende bedrijven steeds meer ondernemer worden.
„Een beter rendement begint met een goede gezondheid van de dieren”, vertelt de dierenarts. „Ook in de varkenshouderij geldt: meten is weten. Door een diagnose te stellen, nadat een gedegen onderzoek is uitgevoerd, kunnen varkenshouders overtuigen om bepaalde aspecten in de bedrijfsvoering aan te passen.”
Poorthuis ziet de rol van de dierenarts op de bedrijven snel veranderen. „De dierenarts gaat varkenshouders steeds meer bewust maken van de gezondheidsrisico’s en geeft aan waar deze op zijn bedrijf liggen. De dierenarts gaat een belangrijke rol vervullen in het maken van een bedrijfsplan, waar in staat hoe de varkenshouder op zijn bedrijf wil werken en hoe hij het bedrijf wil ontwikkelen. Met een goed bedrijfsplan kan de ondernemer zijn bedrijf beter runnen en het rendement vergroten.”
Nieuwe generatie
Poorthuis weet dat het gebruik van medicijnen vaak wordt gezien als kostenpost. „Een gerichte medicatie kan het rendement fors verbeteren. Oudere geneesmiddelen, zoals een oxytetracycline, komen maar voor vier procent op de plaats van bestemming. De rest verdwijnt in het milieu.
Bovendien onderdrukken ze een ziekte, maar bestrijden deze niet. De nieuwe generatie medicijnen kunnen gericht worden ingezet worden en hebben een hoger rendement. Een goed voorbeeld is in dit opzicht het antibioticum Pulmotil. Op bedrijven waar longaandoeningen voor problemen zorgen zetten we het met succes in.
Het middel reguleert de weerstand van de biggen, waardoor zieke dieren sneller herstellen. Het gevolg is dat ze uniformer blijven, beter blijven groeien en gezonder zijn”, vertelt de dierenarts.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Tekst: Esther Boschloo
Beeld: Ruben Meijerink, Ministerie van Economische Zaken