VDF waarschuwt voor totale teloorgang Duitse varkenshouderij
De Duitse regering wil een grootschalig dierenwelzijnsprogramma in de varkenshouderij doorvoeren. Volgens diverse organisaties slaat ze daarin te ver door. Zo is een groot punt van kritiek het voornemen van de regering om voor de ombouw naar een hoger dierenwelzijnsniveau uit te gaan van een subsidie voor bedrijven die maximaal 3.000 mestvarkens per jaar afleveren of maximaal 200 zeugen houden. Ook de vergaande bouweisen en de eisen voor het houden van de dieren vormen een steen des aanstoots.
Vrees voor voortbestaan
Volgens de belangenorganisatie van Duitse varkenshouders was de vrees van de boeren voor het voortbestaan van hun bedrijf zo groot als nu. Vanwege de eisen die worden gesteld, komen slechts weinige in aanmerking voor de toegezegde subsidies. Daarnaast is er sprake van een grote onzekerheid. Volgens het landelijk statistisch bureau Destatis bevindt de varkensstapel zich momenteel op het laagste niveau sinds de hereniging van Oost- en West-Duitsland in 1990.
Klein marktaandeel
Volgens de VDF zorgen de eisen die de regering wil stellen aan de hoogste dierenwelzijnseisen 3, 4 en 5 voor slechts een klein marktaandeel. De VDF schat dat het daarbij jaarlijks zal gaan om 2,25 miljoen varkens. Dit is slechts vijf procent van het totaal aantal slachtingen. Wat VDF ook stoort, is dat de verplichte etikettering van de houderijmethode niet van toepassing is op vlees afkomstig uit het buitenland. „Dit regeringsbeleid zorgt ervoor dat agrariërs de veehouderij vaarwel zeggen. Dit brengt de voedselvoorziening in ons eigen land in gevaar”, stelt VDF-bestuurslid Gereon Schulze Althoff.