Termijnmarkt vlakt de varkenscyclus af
Weinig actie voor speculanten op de varkenstermijnmarkt. De beurs in Hannover heeft 400 contracten uitstaan in de varkenssector, tegenover 4.300 op de aardappelmarkt. „De varkensbeurs ondervindt nogal concurrentie van de aardappelbeurs”, weet Henry Dunnink, varkensspecialist bij effectenhandelaar DCA. Beleggers zoeken actie en sensatie. „In de aardappels kun je dat krijgen.” Die markt fluctueert als een kermisattractie.
Zeker in relatie tot varkensprijzen die meer weg hebben van een ouderwetse lift. Op de korte termijn zijn deze juist stabiel. Vandaar dat het nog geen storm loopt op de beursvloer voor varkensvlees op de RMX in Hannover. En de lift hangt tamelijk hoog, varkenshouders pikken graag die hoge prijzen mee en wachten dus met instappen.
Kostprijs
Dunnink vindt dat een slechte reden om af te wachten. „Zijn de prijzen laag, dan is er geen geld om de instapkosten te betalen. Er is altijd wel een reden om niet mee te doen. Maar je moet kijken naar de lange termijn.”
En daar zit hem juist het voordeel. Het is een goede manier om risico’s af te dekken, vindt ook de Rabobank. „Varkenshouders kennen hun kostprijs, de opbrengst is ongewis. Dankzij de termijnmarkt kunnen ze ook op dat gebied zekerheid krijgen”, zegt agrarisch analist Albert Vernooij.
Dunnink komt meteen met een voorbeeld: „Begin december werden er contracten van een half jaar verkocht voor 1,43 euro per kilo.” Varkenshouders konden toen dus kiezen voor een vooraf vastgestelde prijs van 1,43 voor de maanden januari tot en met juni. Zeven cent onder de gemiddelde prijs van 1,50 euro in 2006. „Slechts zeven cent”, vindt Dunnink. „Het jaar 2006 was extreem goed. Vergelijk je die 1,43 euro met de lange termijn, dan is het een erg mooie prijs.”
Matige interesse
Toch sloot de Agrarische Termijnmarkt Amsterdam in 2004 zijn deuren, vanwege de matige interesse. „De sector kan blijkbaar goed overweg met fluctuaties in de opbrengstprijzen”, concludeert Geert Peeters, sectormanager varkenshouderij bij de Rabobank.
Dat geldt zeker voor de varkenshouderij. „Van jaar tot jaar kent de prijs grote fluctuaties, maar over een langere periode is de prijsvorming stabiel en voorspelbaar”, weet Peeters. „Bancair kunnen we daar prima mee omgaan.” Financieringen worden afgesloten voor 15 tot 20 jaar, gekeken wordt naar de ondernemerscapaciteiten en de voerwinstverwachtingen voor de lange termijn.
Risicomanagement
Tot voor kort waren dan ook vooral handelaren en exporteurs actief op de varkenstermijnmarkt. Evenals slachterijen en voerfirma’s. Maar tijden veranderen. Varkensbedrijven worden groter en vooral kapitaalintensiever. Hierdoor stijgt de aandacht voor risicomanagement.
Peeters constateert dat de laatste maanden steeds meer belangstelling ontstaat voor instrumenten om prijsrisico’s af te dekken. Risico’s onderdrukken met een middel als de termijnmarkt is nooit een vereiste geweest bij een financiering, stelt Peeters. „Want we konden altijd prima met de risico’s uit de voeten.”
Maar bedrijven worden groter en kapitaalintensiever, een constante liquiditeitsstroom is daarbij een pré, vindt hij. „En ondernemers merken zelf de voordelen. Hun kasstroom is beter voorspelbaar, ze kunnen dus veel beter plannen.”
Cultuuromslag
Ook Dunnink van DCA merkt een cultuuromslag in de sector. „Nog steeds zijn de meeste varkenshouders vooral in de stal zeer specialistisch met hun vak bezig. Maar als de varkens klaar zijn, geven ze de dieren gewoon aan de handelaar mee”, zegt hij. Langzaam verandert dit.“ Als de prijzen gunstig zijn, dan wordt er gezamenlijk voer ingekocht.” Zo beginnen steeds meer varkenshouders ook het nut in te zien van de varkenstermijnmarkt.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Tekst: Marc van der Sterren
Beeld: Agrio archief