Kansen en uitdagingen voor de varkenshouderij in 2023
Acties definiëren
Bij de start van het nieuwe jaar is het goed om eerst terug te kijken op afgelopen jaar. De biggenprijs lag in 2022 € 10 per big hoger in vergelijking met 2021. De vleesvarkensprijs lag ruim € 0,30 per kg hoger dan in 2021. Toch komt de voorlopige voerwinst voor 2022 uit op slechts € 425 per zeug en circa € 62 per vleesvarken. Redelijk vergelijkbaar met 2021. De reden is uiteraard de sterk gestegen voerkosten. Daarnaast is ook de inflatie voelbaar in onder meer de energiekosten en rente. Uiteraard geeft dit druk op de korte termijn. De prognose voor de lange termijn voerwinst is onlangs verhoogd naar € 675 per zeug en € 83 per vleesvarken.
Voordat u uw acties voor 2023 gaat definiëren om aan uw ambitie voor de lange termijn te voldoen, is het goed om terug te blikken op afgelopen jaar. Welk rendement behaalde u 2022 en hoe verhoudt zich dat met uw ambitie en prognose voor de lange termijn?
De varkenshouders van de toekomst
Veel varkenshouders vragen zich af hoe de lange termijn eruit gaat zien. Er is behoefte aan een duidelijke overheidsvisie voor de toekomst. Dat de overheidsvisie een transitie in de varkenshouderij gaat vragen, lijdt geen twijfel. Deze visie moet perspectief bieden en gedragen worden door de landbouw. Ondernemers zullen moeten innoveren, investeren in milieu en dierenwelzijn én moeten zorgen voor meer maatschappelijk draagvlak. Dit vergt aanpassingsvermogen en daadkracht. Daar tegenover moet een goed verdienmodel staan. Varkenshouders die deze visie zien als een kans, zijn de varkenshouders van de toekomst.
LBV(+)
Als het gaat om het verminderen van het aantal veehouderijbedrijven heeft de overheid inmiddels een duidelijke visie. Naar verwachting wordt in april dit jaar de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijen Plus (LBV+) opengesteld: de piekbelastersregeling voor 2.000-3.000 (landbouw)bedrijven. Parallel aan de LBV+ wordt ook de reguliere Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties (LBV) opengesteld. Deze regeling is gericht op een grotere groep ondernemers, omdat de drempelwaarde voor deelname lager is.
Zodra duidelijk is hoe de regelingen precies invulling krijgen, kunt u op beoordelen of u gebruik wilt maken van de LBV(+). Wat we nu in ieder geval al met zekerheid kunnen zeggen, is dat de varkenshouderijmarkt zich in een nieuw evenwicht moet settelen en dat we toegaan naar (nog) minder varkenshouderijen.
Nieuwe samenwerkingen creëren
In 2000 telde Nederland 14.000 varkensbedrijven; op dit moment zijn er nog minder dan 3.500 over. Iedere tien jaar vond er een halvering in het aantal varkenshouderijen plaats. Deze daling zet zich de komende jaren naar verwachting in een stroomversnelling voort. Dit biedt de mogelijkheid tot een optimale samenwerking tussen varkenshouderijbedrijven, ketenpartijen en de periferie. De varkenshouderij wordt een kleine sector waarin we elkaar nog harder nodig hebben. Laten we komende jaren als sector verder bouwen aan samenwerking en bekijken op welke manier we elkaar kunnen versterken. Met als resultaat een goed perspectief op de lange termijn voor alle partijen. Laten we ook toewerken naar één geluid richting de maatschappij en daarnaast een bijdrage leveren aan de transitie van het buitengebied. Zo bouwen we als sector, met een duidelijk perspectief, aan een toekomstbestendige varkenshouderij.
Meer weten?
Neem voor meer informatie of advies contact op met Bart van Kessel, relatiemanager bij ABAB, via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.
Tekst: Bert van den Kerkhof