Intervet: Preventie en vaccinatie zijn de oplossing
Bij de receptie van het hoofdkantoor van Intervet in Boxmeer ligt op de balie een formulier met een instructie voor de bezoekers. Het is fase Oranje in de dreiging van varkenspest en vogelgriep, meldt het document. Bezoekers moeten daarbij schriftelijk verklaren dat zij in de afgelopen 72 uur geen contact hebben gehad met varkens, duiven of pluimvee. Het geldt daarbij voor zowel bedrijfsmatig gehouden dieren als hobbydieren.
Het lijkt een erg stringente maatregel, maar dat is het niet, vertelt Victor Geurts, dierenarts bij het onderdeel Marketing & Veterinary Services van Intervet, later. „We werken met diverse kleurcodes om de dreiging van quarantaineziekten als varkenspest te duiden. Die dreiging is er nog steeds in Roemenië, dus binnen de Europese Unie.”
Overname
Intervet vormt de diergeneesmiddelendivisie van het bedrijf Organon BioSciences, wat weer een onderdeel is van de chemiegigant Akzo Nobel. Medio maart heeft Akzo Nobel aangekondigd om Organon, inclusief Intervet, voor 11 miljard euro te willen verkopen aan het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Schering-Plough.
De definitieve overname laat echter nog even op zich wachten, omdat de Europese en Amerikaanse kartelautoriteiten de transactie moeten goedkeuren. „Dat kan nog tot eind dit jaar duren”, vermoedt Piet Nelis, directeur van Intervet Nederland. Tot het fiat uit Brussel en de VS kan hij dan ook niet de gevolgen van de overname voor Intervet uit de doeken doen.
Zeker is wel dat voor de locatie in Boxmeer een belangrijke rol is weggelegd, zo heeft Akzo Nobel-topman Hans Wijers bij de aankondiging van de verkoop al medegedeeld. „Boxmeer gaat de nieuwe locatie worden van de nieuwe wereldwijde activiteiten op het gebied van diergeneeskunde.”
Evolutie markt
Intervet heeft vorig jaar een omzet geboekt van wereldwijd ruim 1,1 miljard euro, waarvan circa 16 procent wordt gerealiseerd in de varkenshouderij. Europa is voor 55 procent verantwoordelijk voor de totale omzet van het concern. Intervet is groot geworden in de ontwikkeling van vaccins, schetst Nelis, maar sinds de overname van Hoechst bestlaat ongeveer de helft van de omzet uit vaccins en de andere helft uit de zogeheten pharmaceuticals (pillen en poeders).
De klanten van Intervet zijn in eerste aanleg de dierenartsen, maar het bedrijf begint ook meer en meer de veehouders als indirecte klant te beschouwen. „Varkenshouder hebben wensen die zij neerleggen bij de dierenartsen. Voor ons is het belangrijk deze behoeften te kennen, zodat wij daar op in kunnen spelen”, aldus Piet Nelis.
Ook heeft het volgens hem alles te maken met de evolutie van de diergeneesmiddelenmarkt in de laatste decennia. „Eerst zijn wij begonnen met het ontwikkelen van vaccins tegen dodelijke ziekten, daarna kwam onder het motto ‘meer doen met minder’ een tweede golf tot stand waarbij de nadruk werd gelegd op verbetering van de gezondheidsstatus door een gerichte preventieve aanpak.”
„Wij zitten nu in een derde golf, waarin de nadruk wordt gelegd op de bescherming van de mens. Dus op voedselveiligheid en de aanpak van infectieziekten die van dier op mens over te brengen zijn. Waarbij overigens de eerste golf niet voorbij is, gelet op de ontwikkeling van ziekten als het circo-virus.”
Complex ziektebeeld
In de markt is de vraag daardoor ook veranderd naar het geven van meer service en het overdragen van kennis, zegt Nelis. Daardoor komt Intervet in Nederland ook eerder met de dierenarts over de stalvloer bij varkenshouders. „De ziektebeelden worden steeds complexer”, verklaart Victor Geurts.
De schaalvergroting en de maatregelen in het dierenwelzijn hebben daar hun invloed op. Door systemen als groepshuisvesting en SPF en het wegvallen van de AMGB’s zijn enkele ziektekiemen zich anders gaan gedragen, geeft de dierenarts aan. „Door SPF-bedrijven is bijvoorbeeld het risico op de Ziekte van Glässer sterk toegenomen. Daar moeten wij dan een nieuw vaccin voor hebben”, vertelt Geurts.
De maatregelen in dierenwelzijn betekent geen verhoging van de pathogenen, maar een verschuiving, nuanceert Nelis. „Het heeft allemaal invloed op elkaar. Zet je varkens met een uitloop buiten, dan moet je meer ontwormen. Logisch.”
Hoge gezondheidsstatus
SPF is daarbij overigens een goede werkwijze voor het bereiken van een hogere gezondheidsstatus, benadrukt Geurts. „Zulke bedrijven zijn een eind op weg in het voorkomen van ziekten. Zonder dat de varkens overigens kasplantjes worden. Dat is een niet terecht vooroordeel.”
Hoewel de varkensbedrijven groeien, blijft het contact tussen hen bestaan. Daarom is het volgens Geurts een goede zaak dat zij de varkensstromen op elkaar afstemmen om de insleep van ziektekiemen zo veel als mogelijk te voorkomen. „Daarom gaan wij ook veel naar bedrijven toe om deze problemen in kaart te brengen en om te proberen de omstandigheden te verbeteren.”
Zo heeft Intervet tegen de luchtwegaandoening PRDC een speciaal programma ontwikkeld voor dierenartsen: ResPig. Hiermee richt het bedrijf zich vooral op het voorkomen van de ziekte op een varkensbedrijf, legt Geurts uit. „Preventie heeft bij ons de voorkeur boven een curatieve aanpak. Niet door preventief antibiotica te gebruiken, want dat lost de oorzaak van de problemen niet op.”
Heldere diagnose
„Nu beperkt de diagnose zich nog vaak tot één ziekte, waarna er met sneller antibiotica wordt ingegrepen. Soms lost dat het probleem niet op, omdat er – zeker bij een afwijking in de longen - een andere infectie aan vooraf is gegaan. Beter is dan ook een heldere diagnose uit te voeren en gericht te vaccineren.”
Met het programma kan de dierenarts dan ook het hele varkensbedrijf doorlichten op de aanwezigheid van ziekteverwekkers. Met de zeugenhouder kijkt hij hierbij onder meer naar het stalklimaat, de huisvesting, het management, de dieren zelf, de gezondheidsstatus en de slachtgegevens. Een analyse van deze gegevens leert waar de zwakke punten in de diergezondheid op een bedrijf zitten.
Plan van aanpak
De dierenarts vertaalt dit, eventueel samen met Intervet, in een plan van aanpak voor de varkenshouder, waarin maatregelen worden voorgesteld om de risico’s op de infectie zo veel mogelijk in te dammen. Ook kunnen de infecties met vaccinaties worden bestreden. „Daarvoor kunnen wij een economische calculatie maken”, licht Geurts toe.
„Is bijvoorbeeld de impact van een infectie met mycoplasma beperkt voor de groei, dan loont een investering voor herstel wellicht de moeite niet.” Het resultaat van het plan wordt in een later stadium geëvalueerd.
Intervet past deze werkwijze inmiddels drie jaar toe in Nederland en is daarbij, samen met de dierenartspraktijken, bij 1.500 tot 2.000 varkensbedrijven betrokken geweest. Bij Geurts zijn vooral de regionale verschillen opgevallen. „In Zuid-Nederland met een hogere concentratie aan varkensbedrijven is de infectiedruk duidelijk groter dan in het Noorden.”
Preventieve maatregelen
Over de effecten van de preventieve maatregelen op de diergezondheid op de bedrijven kan hij weinig zeggen. Dat overzicht hebben de individuele dierenartsen. „Op basis van de facturen wordt duidelijk dat het aantal vaccinaties stijgt en het antibioticagebruik daalt bij de deelnemende bedrijven. Daarmee zullen de totale dierenartskosten dalen of min of meer gelijk blijven.”
Belangrijk daarbij is echter wel dat de varkenshouders zijn afgestapt van de automatismen in het gebruik van antibiotica. „Het management van de varkenshouders speelt een grote rol in diergezondheid”, vertelt Nelis. „De meesten denken curatief. Er is iets mis en met antibiotica is het opgelost. Klaar.”
Preventie en vaccinatie zijn volgens hen de antwoorden op de groeiende maatschappelijke kritiek op het antibioticagebruik in de varkenshouderij, en de koppeling die daarbij wordt gelegd met de MRSA-bacterie. „Tegen deze tendensen vechten heeft geen zin”, aldus Nelis. „De stem van de consument wint altijd. Daarom kan je het beste zoeken naar alternatieven.”
„De consument wil bijvoorbeeld geen massale slachtpartijen meer bij een uitbraak van varkenspest. Daarop hebben wij een markervaccin ontwikkeld. En hij wil ook niet te veel medicijnen in het vlees. Vaccinatie is de oplossing. Dat beperkt vanzelfsprekend ook de mogelijke resistentiewerking van antibiotica.”
Sterke positie
Dat zegt Intervet niet, omdat zij een sterke marktpositie heeft in vaccins, bezweert Nelis. „Wij zijn net zo sterk in pharmaceuticals als in antibiotica.” Ook is het volgens hem niet onlogisch dat een geneesmiddelenfabrikant meedenkt in het terugdringen van het gebruik.
„Het vervallen van de entplicht voor Aujezsky betekent voor ons een forse financiële aderlating. Toch ondersteunen wij dat besluit, omdat het op de lange termijn beter is voor de concurrentiepositie van de Nederlandse varkenshouderij”, schetst Nelis.
Intervet heeft nog geen antwoord op de roep van de Partij voor de Dieren en andere maatschappelijke organisaties op het onverdoofd castreren. „Chemische castratie is een oplossing, maar er is nog geen enkel middel beschikbaar dat voor de volle honderd procent altijd de berengeur voorkomt. Ook wij werken uiteraard aan een vaccin, maar dat is niet simpel”, zegt Nelis. „Wij kijken er zeker naar, maar het wordt een zaak van de lange adem.”
Nieuwe antibiotica
De voorkeur voor vaccinatie in de ziektepreventie betekent niet dat Intervet geen prioriteit geeft aan de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. „Voor noodgevallen zijn altijd goed werkende antibiotica nodig”, oordeelt Nelis.
„Wij werken hard aan de ontwikkeling van antibiotica die niet alle bacteriën doden, maar enkel de ziekteverwekkers. Hierdoor wordt selectie van resistente stammen voorkomen. Deze ontwikkeling zit in een vroeg stadium en is dus beslist niet praktijkrijp. Maar wij geloven er in.”
Tekst: Eric de Lijster
Beeld: Twan van Asseldonk