Energie wint aan invloed in kostprijs
Stoken voor de vogeltjes, is een bekende leus. Ook voor enkele varkenshouders. Kort gezegd gaat het hierbij om energieverspilling. En vanzelfsprekend wat daar aan kan worden gedaan. De besparing top drie voor de varkenshouderij bestaat volgens Tamat Allround, samensteller van het tipboek Efficiënt met energie, uit ventilatie, verwarming en isolatie. Met soms relatief simpele aanpassingen of investeringen kan het energieverbruik op bedrijven drastisch afnemen.
Besparen energie
De gemiddelde besparing is volgens het boek 11 procent. „Een gemiddelde varkensbedrijf verbruikt 50.000 kilowattuur (kWh) per jaar, maar vergelijkbare bedrijven kunnen ook 25.000 of juist 75.000 kWh verbruiken afhankelijk van de efficiëntie waarmee wordt gewerkt”, zegt Jan Pijnenburg, adviseur varkenshouderij bij DLV. Pijnenburg adviseert gemiddeld 24 varkenshouders per jaar over het besparen van energie in de stallen.
Het energieverbruik van bedrijven waar Pijnenburg komt voor de zogeheten energiescan wordt op voorhand geïnventariseerd. Daarbij wordt gekeken of het energieverbruik boven het gemiddelde ligt en dus of er kan worden bespaard. Het Landbouw Economisch instituut (LEI) heeft berekend dat per zeug 29 euro wordt uitgegeven aan elektriciteit.
Per afgeleverd vleesvarken komt dit op 1,10 euro. „Wanneer een bedrijf boven dit gemiddelde zit, kan er gemakkelijker energie worden bespaard. Maar ook voor bedrijven met een gemiddeld verbruik ligt de uitdaging om zelfs op de helft van de norm te komen.”
Afstellen ventilatoren
Het ventileren van de stallen verbruikt pakweg 50 tot 70 procent van de totale energie die op een bedrijf nodig is. Van deze kosten kan op diverse manieren wat van worden afgeknabbeld. Dat begint bij een goede afstelling van de ventilatoren. Pijnenburg zegt: „Bij sommige varkenshouders wordt te veel geventileerd. Bij een varkenshouder bracht een ventilator in de kraamsta l300 kubieke meter per uur, terwijl 225 kubieke meter voldoende is.”
Het blijft echter niet bij afstellen. Ook het schoonmaken van de ventilatoren en de kokers moet eigenlijk twee keer per jaar gebeuren. Ventilatoren worden smerig door vuil en stof uit de stallucht, waardoor de bladen en koker meer weerstand krijgen. Hierdoor kan het energieverbruik oplopen. Het reinigen van de ventilator kan het rendement met vijf procent doen toenemen.
Bij de ventilatoren moet ook worden gekeken naar de instelling van de diafragma’s. Handmatig instelbare diafragma’s zijn niet handig voor varkenshouders, zeker wanneer ze op moeilijk bereikbare plekken hangen. „De eerste weken gaat het gebruik goed en daarna wordt het vergeten”, zegt Pijnenburg. Maar ook automatische diafragma’s zijn niet altijd goed ingesteld. „Fabrikanten stellen ze goed af, maar letten daarbij niet op het energieverbruik.” Naarmate het diafragma verder sluit, gaat de ventilator meer toeren maken. Dit resulteert in minder windinvloed, maar kost meer energie.
Lampen met spaarschakelaar
Naast het ventileren is ook het verwarmen een grote post op de energierekening. In de kraamstal kan veel energieverbruik omlaag door anders met de biggenlampen om te springen. Varkenshouders kunnen bijvoorbeeld kiezen voor biggenlampen met een spaarschakelaar of een energiezuinige lamp. Een armatuur met spaarschakelaar vreet per lamp 50 procent minder.
Pijnenburg adviseert een lamp van 100 Watt te gebruiken. „Het is voldoende wanneer de biggenlamp drie dagen aan staat, maar de praktijk leer dat dit vaak zes dagen zijn.” Op een bedrijf van 400 zeugen kan door het terugbrengen van het aantal dagen op jaarbasis 1.700 euro worden bespaard.
Ook kunnen varkenshouders kiezen voor biggenlampen met een temperatuurschakelaar. „Een thermometer in het biggennest bepaalt de temperatuur. Wanneer deze te hoog is, dimt de lamp”, legt Pijnenburg uit. Het is van belang om een elektronische dimmer te kiezen. Een weerstanddimmer levert nauwelijks voordeel op, want deze wordt warm.
Instelling temperatuur
De stookkosten kunnen binnen de perken worden gehouden met een optimale instelling van de staltemperatuur. Dit vraagt vanzelfsprekend een regelmatige controle van de varkenshouders van de temperatuur in de diverse stallen.
Een stijging van de staltemperatuur met één graad Celsius, betekent een toename van het gasverbruik met ongeveer 7 procent. Varkenshouders moeten de temperatuur ook niet te laag in stellen, omdat de dieren dan meer gaan vreten. Tot nog toe is energie uit voer duurder dan energie uit brandstof.
Door in het voorjaar de temperatuur in de CV-installatie te verlagen, kost ook flink minder. Dit kan worden geautomatiseerd door het installeren van een weersafhankelijke regeling. Wanneer de buitentemperatuur stijgt, neemt de watertemperatuur in de CV-installatie af. Dit scheelt vijf procent op de stookkosten.
Isoleren is besparen
Slecht geïsoleerde stallen kunnen de energierekening flink opvoeren. De varkenshouder kan wanden, daken en vloeren isoleren. Het isoleren van muren levert volgens Pijnenburg nog wel eens commentaar op. Varkenshouders zijn bang dat wanneer de spouw wordt volgespoten met purschuim, er vocht naar binnen komt. „Bij het isoleren van woonhuizen gebeurt dit nog wel eens, maar stallen worden goed geventileerd waardoor de muren droog blijven.”
Geïsoleerde daken vragen een regelmatige controle. Door de verlaagde plafonds hebben varkenshouders geen zicht meer op het dak. Een losliggen isolatieplaat kan de ventilatie en verwarming van de stal verstoren.
Ook het isoleren van cv-leidingen kan een besparing opleveren. Door een leiding met een doorsnede van 22 millimeter te voorzien van een isolatie van 15 millimeter kan jaarlijks tien kuub gas minder worden verstookt. Een besparing van 4,20 euro per strekkende meter. Vooral door het isoleren van leidingen in ruimten die niet verwarmd hoeven te worden en leidingen in het ketelhok, kost minder energie. „Isoleren van leidingen kan de varkenshouder zelf, het materiaal haal je bij de bouwmarkt.”
Doelmatige systemen
Het merendeel van de locaties waar een energiescan wordt uitgevoerd, zijn oudere bedrijven. Daarbij kan het hogere energiegebruik liggen aan de oudere of gedateerde apparatuur, maar ook aan het verkeerde gebruik daarvan. „Op nieuwe bedrijven wordt vaak meer aandacht besteedt aan het besparen van energie.”
„Soms wordt voor de bouw al een dag uitgetrokken om het gebruik te bespreken”, aldus Pijnenburg. Wanneer een varkenshouder nieuwe stallen bouwt of zijn bestaande stallen grondig verbouwt, kan hij meer rekening houden met het energieverbruik.
„Er moet gelet worden op efficiëntie van systemen. In veel bestaande stallen wordt gebruik gemaakt van plafondventilatie, waarbij de frisse lucht zich vermengt met de stallucht voordat deze bij de dieren komt. Door frisse lucht via ondergrondse luchtkanalen via het voerpad bij de dieren te laten komen, wordt de oude stallucht als ware verdrongen en is de helft minder frisse lucht nodig”, legt Pijnenburg uit.
Natuurlijke ventilatie
De ondergrondse luchtkanalen leveren ook boekwinst in de stook- en ventilatiekosten op. De luchtkanalen liggen onder de vloer die in de zomer koeler is, waardoor de lucht afkoelt en in de winter is de vloer warmer dan de ventilatielucht waardoor warmere lucht de afdeling binnenkomt. Op de ventilatiekosten kan ook worden bezuinigd door bijvoorbeeld bij de dragende zeugen gebruik te maken van natuurlijke ventilatie.
Bij nieuwbouw of verbouw van stallen is het volgens Pijnenburg goed om te letten op het soort ventilatiesysteem. „Een frequentiegestuurde ventilator is altijd zuiniger dan een spanningsgestuurde regelaar.” Pijnenburg zegt er wel bij dat het voordeel te klein is om goed werkende spanningsgestuurde ventilatie te vervangen. „Pas wanneer grotere onderhoudskosten aan het systeem gemaakt moeten worden, komt totale vervanging in beeld.”
Onder investeringen voor energiebesparing vallen ook innovaties als het zonnepaneel en de windmolen. Pijnenburg verwacht dat de hout- of graanketel de komende jaren ook steeds meer wordt gebruikt in de varkenshouderij. Deze volautomatische ketel verbrand houtkorrels of graan voor de verwarming van de stallen.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Susan Rexwinkel