Intern opleiden personeel niet voldoende
Vakbekwame medewerkers in de varkenshouderij zijn een schaars goed. Veelal zijn varkenshouders bij het aanstellen van personeel aangewezen op jonge medewerkers met geen of amper ervaring in de varkenshouderij. Ook de agrarische opleidingen bieden nog geen soelaas. Zo heeft het NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) in april aangegeven dat de lage en middelbare agrarische opleidingen van een te laag niveau zijn. Zij luidt de alarmbel.
Theoretische onderbouwing
Deze is gehoord door PTC+ in Barneveld. Naast de oproep van de jongerenorganisatie heeft het trainingscentrum meerdere verzoeken uit de varkenshouderij gekregen voor een opleiding voor medewerkers op een varkensbedrijf, zegt Hans Schadenberg, opleidingscoördinator bij het Groenhorst College.
„Door deze vraag blijkt wel dat er ook behoefte is aan theoretische onderbouwing van de praktische vaardigheden.” Geert-Jan Koning, communicatiemedewerker bij PTC+, vult zijn collega aan: „Bij het opleiden van medewerkers moet zowel theorie als praktijk aan bod komen.” Schadenberg zegt: „Ik had vroeger een docent die zei ‘alle mensen die praktijk doen zonder theorie zijn gekken en alle mensen die theorie doen zonder praktijk zijn dwazen.’”
Varkenshouders zijn goed in het houden en fokken van varkens. De meeste onder hen doen veel op gevoel en kunnen dit moeilijk onder woorden brengen. Daarom is het belangrijk dat een docent die weet hoe hij kennis moet overbrengen, bij de opleiding wordt betrokken.
Vrijdag lesdag
Op de landelijke AOC’s zijn de knelpunten ook waargenomen. „Leerlingen met interesse voor de varkenshouderij komen op die opleiding vaak niet tot hun recht”, zegt Schadenberg. Merendeel van de opleidingen is toegespitst op de algemene agrarische kennis en de rundveehouderij.
Johan Hissink, teamcoördinator van PTC+: „Wanneer je als varkensgeoriënteerde leerling op een opleiding voor rundveehouders zit, is dat niet echt motiverend.” Om tegemoet te komen aan de vraag van zowel de varkenshouders als de leerlingen heeft het PTC+ met het Groenhorst College sinds anderhalf jaar een zogeheten BBL-opleiding. Dit staat in feite voor werkend leren, waarbij de leerling vier dagen op een varkensbedrijf werkt en één dag studeert. In Barneveld merken ze dat leerlingen en varkenshouders enthousiast zijn.
De veertien leerlingen van het eerste leerjaar komen uit alle windstreken van Nederland en er draait zelfs een Belgische jongen mee. Kijkend naar de andere BBL opleidingen gaat Schadenberg er van uit dat er per jaar 20 procent meer aanmeldingen zullen zijn. „Het belang van de opleiding blijkt uit het feit dat de leerlingen het er voor over hebben om vijf uur in de trein te zitten voor de lessen”, zegt Hissink. „Zij wisselen kennis uit en raken daardoor gestimuleerd.”
Extra bagage
Dit blijkt ook uit de reactie van Henri van Loo. Hij is varkenshouder in ’t Harde en heeft twee medewerkers op zijn bedrijf. Beide jongens volgen de opleiding in Barneveld. Van Loo is het ermee eens dat de ondernemer geen leraar is en dat zijn medewerkers door de opleiding extra bagage mee krijgen. „Het contact tussen de leerlingen zorgt voor kennis en enthousiasme, dat ze meenemen naar het bedrijf.”
In de opleiding is het accent gelegd op het combineren van theorie en praktijk die direct toe te passen is op de varkensbedrijf waar de leerling werkt. Er is voor gekozen om de lessen in Barneveld op vrijdag te geven, omdat dit voor de meeste varkenshouders een rustige dag is
. Op de lesdagen wordt ’s ochtends theorie gegeven over de meest uiteenlopende zaken als voeding, fokkerij en ook huisvesting en klimaatcontrole. De middagen worden ingevuld met gastsprekers, praktijklessen bij varkenshouders en praktijklessen op het bedrijf van PTC+.
Alle facetten aan de orde
Naast de lessen worden er opdrachten meegegeven die de leerling op een varkenshouderij moet uitvoeren. Het is dan ook een eis dat de leerlingen minimaal 22 uur in de week op een varkenshouderij aan het werk zijn. Hissink: „Het liefst een gesloten bedrijf, zodat alle facetten van het fokken en houden van varkens aan de orde komen.”
Het bedrijf moet ook aan een andere eis voldoen, het bedrijf moet een erkend Aequor leerbedrijf zijn. Om deze erkenning te krijgen moet de varkenshouder een cursus van drie avonden volgen. Om aan de eis tegemoet te komen biedt het Groenhorst College deze cursus voor praktijkopleiders gratis aan de varkenshouders aan. In deze cursus komt de omgang met lerend personeel aan bod.
Schadenberg zegt: „Dit houdt in dat de varkenshouder er ook wat voor over moet hebben voor goed opgeleid personeel op zijn bedrijf.” Verder wordt van de varkenshouder gevraagd om de leerling de mogelijkheden te bieden om de opdrachten uit te voeren. Desgevraagd kan de varkenshouder inspringen om de oplossingen te vinden. „Zo is het ook voor de varkenshouders leerzaam, een aantal onderwerpen waar de varkenshouder niet zo in thuis is kunnen worden verdiept of opgefrist door de leerling te helpen”, aldus Hissink.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Ingrid Zieverink